Skip to main content
Category

beschouwingen

BEZINNING 40-DAGENTIJD 2024 (27-2-2024)

By beschouwingen

Vastenoverweging 27 februari – 2e week.

 Vandaag lezen en herlezen we uit het boek Jesaja hoofdstuk 1, de verzen 10 en 16 t/m 20 en uit het evangelie van Mattheüs hoofdstuk 23, de verzen 1 t/m 12. Zorg daarbij voor een rustig moment en laat deze teksten tot u doordringen. Uit deze teksten is een kleine selectie gemaakt. Het centrale thema in beide gekozen tekstdelen is het naleven van de wet van God en het aansporen tot een godsvruchtige levensstijl.  Probeer dan antwoorden te vinden op de vragen hieronder.

Inleiding op Jesaja 1, 10. 16-20

 Jesaja profeteerde een lange periode, van ± 750-690 v. Chr. Hij begon zijn bediening onder Koning Uzzia van Juda, zette die voort onder de koningen Achaz en Hizkia. Waarschijnlijk stierf Jesaja de marteldood onder koning Manasse. Hij was toen ongeveer 90 jaar. De steden Sodom en Gomorra waarvan de ondergang in Genesis 19 wordt beschreven, werden het beeld van verdorvenheid en onderdrukking. Wat betreft het wassen waren de Joden vertrouwd met rituele wassingen. De profeet zet een stap verder: was niet alleen de buitenkant, maar ook wat binnen in je leeft. De rode kleuren zijn een mogelijke verwijzing naar misdaden die met bloed te maken hebben. Het zwaard is hier het beeld voor oorlog.

Jesaja 1, 10. 16-17
10 Hoor het woord van de HEERE, leiders van Sodom! Neem de wet van onze God ter ore, volk van Gomorra!
16 Was u, reinig u! Doe uw slechte daden van voor Mijn ogen weg! Houd op met kwaad doen, 17 leer goed te doen, zoek het recht! Help de verdrukte, doe de wees recht, bepleit de rechtszaak van de weduwe!

Inleiding op Mattheus 23, 1-12

 Mozes nam een prominente plaats in binnen het geloofsverhaal van de Israëlieten, als leraar van de Wet. Degenen die hem opvolgden in die rol, de schriftgeleerden en de farizeeën, leken het perspectief te hebben verloren. Hun uiterlijke gedrag was in strijd met de geest van de wet. De felheid waarmee Jezus de farizeeërs terechtwijst is vaak verrassend. Hij die gastvrij en barmhartig is voor zondaars lijkt dat niet te kunnen opbrengen voor de religieuze leiders en hun hypocriete dubbele moraal.

 Matteüs 23, 2-3

2 “Op de leerstoel van Mozes hebben de schriftgeleerden en de Farizeeën plaats genomen.  3 Doet en onderhoudt daarom alles wat zij u zeggen, maar handelt niet naar hun werken; want zelf handelen ze niet naar hun woorden”.

Vragen:
Wat is religie voor mij? Draagkracht of een last? Een kwestie van liefde of van wet? Kan ik mezelf herkennen in de farizeeër – de farizeeër in mij? Is juist deze vastentijd niet  de tijd om ook onze binnenkant te reinigen?

Gebed

We leven in een wereld waarin eer en prestige heel belangrijk kunnen zijn. Heer, uw weg is er een van nederigheid en waarheid. U brengt de machtigen ten val en verheft de nederigen (Lucas 1:52). Help ons om ons hart meer op dat van U te laten lijken, zodat armoede, eenvoud en waarheid centraal staan in ons leven en in onze relaties.

Michel Jongkamp

BEZINNINGEN 40-DAGENTIJD (23-2-2024)

By beschouwingen

Vastenoverweging 23 februari 2024 

Ezechiël 18, 21-28

Als een boosdoener zich bekeert van de zonden die hij gedaan heeft, al mijn geboden onderhoudt en handelt naar recht en wet, dan zal hij in leven blijven; hij zal niet sterven. De zonden die hij gedaan heeft worden hem niet aangerekend; om zijn goede daden zal hij in leven blijven. Zou ik soms behagen scheppen in de dood van de zondaar, luidt de godsspraak van Jahwe de Heer, en niet veel liever zien dat hij zijn leven betert en in leven blijft? Maar als een rechtvaardige van de weg der rechtvaardigheid afwijkt en kwaad gaat doen en dezelfde gruwelen bedrijft als de boosdoener, zal hij dan in leven blijven? Al zijn vroegere goede daden tellen dan niet meer mee; omdat hij afgevallen is en gezondigd heeft, zal hij sterven. Hier brengt ge tegen in: ‘De weg van de Heer is niet recht!’ Luister toch, volk van Israël: Zou mijn weg niet recht zijn? Zijn het veeleer uw wegen die niet recht zijn? Als een rechtvaardige afwijkt van de weg der gerechtigheid en kwaad gaat doen, zal hij om die reden sterven; om het kwaad dat hij gedaan heeft zal hij sterven. En als de boosdoener zich bekeert van de zonden die hij gedaan heeft en naar wet en recht handelt, dan blijft hij in leven.

Matteüs 5, 20-26

Ik zeg u: Als uw gerechtigheid die van de Schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft, zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der hemelen. Gij hebt gehoord, dat tot onze voorouders is gezegd: Gij zult niet doden. Wie doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht. Maar ik zeg u: al wie vertoornd is op zijn broeder, zal strafbaar zijn voor het gerecht. En wie tot zijn broeder zegt: dwaas, zal strafbaar zijn met vuur van de hel. Als gij uw gave komt brengen naar het altaar en daar schiet u te binnen dat uw broeder iets tegen u heeft, laat dan uw gave voor het altaar achter, ga u eerst met uw broeder verzoenen en kom dan terug om uw gave aan te bieden. Haast u het eens te worden met uw tegenpartij, zolang ge nog met hem onderweg zijt; anders zou uw tegenpartij u wel eens aan de rechter kunnen overleveren, en de rechter u aan de gerechtsdienaar, en zoudt gij in de gevangenis worden geworpen.

De tekst van de oudtestamentische schrijver Ezechiël roept op tot bekering van het kwade naar het goede. God zal de persoon die een dergelijke bekering bewerkstelligt bij zichzelf belonen. Wie afdwaalt van de weg der gerechtigheid – de persoon die een rechtschapen houding en dienovereenkomstig gedrag achter zich laat – ontbeert de goddelijke genade. Aan het begin van de veertigdagentijd worden wij langs de weg van deze tekst opgeroepen om ons te bekeren: een draai te maken van het slechte naar het goede. Ons wacht dan een beloning. Daarnaast lezen we de waarschuwing om niet de weg van het goede te verlaten!

In de tekst van de evangelist Matteüs lezen wij iets soortgelijks: wij worden opgeroepen om met een zuiver geweten en reine geest te handelen in de richting van onze naasten. Wie zijn naasten niet recht in de ogen kan kijken, zal eerst verzoening moeten plegen. Zonder deze smetteloze houding is de gang naar het altaar ongewenst. In dit fragment valt de nadruk meer op de naastenliefde, de caritas.

De veertigdagentijd is nu een dikke week oud en we zien in beide teksten een duidelijke oproep tot een gewetensonderzoek. Iedereen dient in de spiegel te kijken en zich de vraag te stellen of hij zich zonder bezwaard gemoed kan oriënteren op het Paasfeest. Een goed en zuiver geweten en omzien naar de naasten zijn sleutelbegrippen.

*zoek een moment waarin u stil kunt zijn, in uzelf te keren en niet afgeleid te worden.

*neem een ontspannen houding aan. Een bewust rustige ademhaling kan hierbij helpen.

*Lees de tekst die u wordt aangereikt, laat de tekst tot u doordringen en vraag u af wat er volgens u in de tekst staat.

*Lees de tekst opnieuw en vraag u af of u nog een aanvulling vindt op wat u aanvankelijk (al) gelezen had.

* Vraag u af wat de betekenis van wat u overwogen hebt concreet kan betekenen voor uw eigen leven.

*Blijf een minuut of vijf stil, of zo gewenst langer.

*Formuleer met uw eigen woorden een gebed ter afsluiting en geef daarin weer wat in u opgekomen is in uw tijd van bezinning.

En ga verder met uw bezigheden.

Arthur Prakken

BEZINNING 40 DAGENTIJD (dinsdag 20-2-2024)

By beschouwingen

Dinsdag 20 februari

Lezingen: Jesaja 55, 10-11; Matteüs 6, 7-15

“Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven.”

Soms gebeuren er van die minder leuke dingen in het leven. Door de schuld van een ander komen wij te laat bij een belangrijke vergadering. Terwijl wij netjes bij het rode verkeerslicht staan te wachten rijdt iemand een deuk in onze auto. In dergelijke situaties is het misschien nog niet zo heel moeilijk om te vergeven. Het kan allemaal een oorzaak hebben en per slot van rekening zijn er geen gewonden gevallen.

We weten allemaal, dat wij moeten vergeven. Het is een goddelijk gebod. Maar soms lukt het niet om het meteen te doen. In bepaalde gevallen is vergeving een proces, dat veel kleine stappen vereist voordat we die grote sprong van genade en volledige vergeving kunnen maken. Daar heeft Jezus Christus geen problemen mee, want Hij kent onze harten, Hij weet dat we hier en daar klein zijn en tijd nodig hebben om te groeien. Hij verwacht niet het onmogelijke van ons.

Dus welke stappen kunnen wij nemen? De eerste en de belangrijkste stap is altijd die van het gebed. In de stilte van ons hart kunnen wij ons openstellen voor Jezus’ aanwezigheid en Hem vragen om allereerst aan onszelf zijn liefde en genade te geven. Het is een eenvoudig gebed, maar het is alles wat de Heer nodig heeft om onze pijn te genezen. Na verloop van tijd, wanneer wij zijn genezende liefde ervaren, zullen wij de kracht vinden om de ander te vergeven.

We weten allemaal, dat een van de doelen van ons leven is om zo barmhartig te worden als onze hemelse Vader barmhartig is. Maar het is net zo belangrijk om te weten, dat vergeving in die bijzonder pijnlijke situaties een doel is, dat we ooit hopen te bereiken, en geen opdracht, die wij onmiddellijk moeten vervullen. Het belangrijkste is, dat we aan deze reis beginnen, en dat wij ons best doen om op het pad van vergeving te blijven. Waar wij ook zijn op deze reis, vandaag wordt ons een geweldige kans gegeven om nog een stap te zetten. Dat hoeft niet groots te zijn. Al zetten wij maar een kleine stap, God maakt hem wel groter.

AANBEVELINGEN
*Kies een moment waarin u niet afgeleid wordt

*Lees de aangeboden tekst en vraag u af: wat heb ik gelezen?

*Blijf even stil en vraag u af of er nog wat toe te voegen valt aan wat u zojuist hebt gelezen?

*Vraag u af wat de betekenis van wat u overwogen hebt concreet kan betekenen voor uw eigen leven?

*Probeer dat weer te geven in een gebed tot God/Jezus Christus met uw eigen woorden.

Blijf nog even stil en ga verder met uw bezigheden.

Geef, o Heer, dat zoals uw Zoon Jezus Christus bad voor zijn vijanden aan het kruis, zo wij genade mogen hebben om hen te vergeven die ons onrechtvaardig of minachtend gebruiken, zodat wij zelf in staat zijn uw vergeving te ontvangen; door Jezus Christus onze Heer, die leeft en regeert met u en de Heilige Geest, één God, voor eeuwig en altijd. Amen.

Kapelaan Siju

BEZINNING 40-DAGENTIJD/VASTENTIJD

By beschouwingen

BEZINNING 40-DAGENTIJD/VASTENTIJD

Beste Lezers, aangeland op vrijdag na Aswoensdag, lezen we in de liturgie de volgende teksten: uit het Boek Ezechiël hst.  18, 21-28 en uit het Evangelie volgens Matteüs hst. 5, 20-26.

Als u een bijbel hebt neem die dan ter hand. Zo niet dan volgt nu een korte inleiding.

Ezechiël is in het Joodse deel van onze Bijbel, bekend onder ons als het Oude Testament, een van de grote profeten naast Jesaja en Jeremia. Zijn naam betekent ‘Moge God sterk maken’.

Ezechiël trad vanaf 597 vóór Christus op onder de ballingen, weggevoerd na de verwoesting van Jeruzalem, naar Babylonië. Hij geeft aan dat, als je tot de aanbidding van vreemde goden vervalt en de ene God in de steek laat, dat dan allerlei ellende je overkomt. Bekering tot het doen gerechtigheid en achterwege laten van het kwaad is echter mogelijk en daar ziet God ook naar uit. Bekering leidt tot ‘leven’. Dat is het thema van de 1e lezing.

Het is niet verwonderlijk dat dit thema ons wordt voorgehouden als we in de Veertigdagentijd i=ons bezinnen om onze eigen manier van leven.

De lezing uit het Evangelie volgens Matteüs bevat een gedeelte uit de zogenoemde Bergrede van Jezus. De aanbevelingen of ‘evangelische raden’ van Jezus gaan een stap verder dan de zogenoemde Tien Geboden uit de Wet van Mozes. De eerste drie daarvan gaan over onze verhouding van eerbied ten aanzien van God; de zeven andere bevatten aanwijzingen ten aanzien van de ondergrens in onze verhoudingen tot elkaar, zoals ‘niet doden’, ‘niet stelen’ maar de medemens en wat van hem/haar is in takt laten. Jezus gaat een stap verder en geeft aan dat ‘vertoornd zijn op onze medemens en daar uiting aan geven’(denk aan alle geweld) al niet goed is. Zo moeten we ook niet vroom zijn of naar de kerk gaan om gezien te worden. Echte vroomheid en meedoen aan kerkelijke vieringen vraagt dat we mens en bent van vergeving en verzoening zijn.

Genoeg om ons over te bezinnen.

EEN GOEDE RAAD

Zie de raadgevingen van kapelaan Siju, die hij gaf toen hij de bezinning tijdens de Veertigdagen- of Vastentijd aankondigde.

Zorg er zo goed mogelijk voor dat u niet gestoord kunt worden. Zet bv. de telefoon uit en trek u terug in een rustige omgeving. (Tot rust komen kan worden bevorderd door te letten op een rustige/regelmatige ademhaling)

Lees de teksten en vraag u af wat ze ‘met u doen’: spreken ze u aan, roepen ze weerstand op en dan waarom?

Lees de teksten nog een keer en laat de gedachten toe die bij een 2e lezing in u opkomen.

Sluit af met een gebed met eigen woorden, variërend van dankbaarheid tot ‘ik kan niets met de teksten, maar ik ga de komende dagen door met bezinning. ’God kom mij te hulp’…….

 Emeritus pastoor Reijnen