Skip to main content
beschouwingen

Bezinning 40-dagentijd (vrijdag 1-3-2024)

By 3 maart 2024No Comments

We lezen:        Genesis 37, 3-4, 12-13a, 17b-28 en Mattheüs 21, 33-43, 45-46

We lezen op vrijdag in deze tweede week van de Veertigdagentijd uit het Boek Genesis en uit het Evangelie van Matteüs.
Als u een bijbel hebt, neem die er dan bij. Voor degenen, die geen bijbel hebben, hieronder de tekst van de lezing uit het evangelie van Mattheüs.
“Luister naar een andere gelijkenis. Er was eens een landheer die een wijngaard aanlegde en hem omheinde. Hij groef er een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Toen verpachtte hij hem aan wijnbouwers en ging op reis. Tegen de tijd van de druivenoogst stuurde hij zijn knechten naar de wijnbouwers om zijn vruchten in ontvangst te nemen. Maar de wijnbouwers grepen de knechten, ze mishandelden er een, doodden een ander en stenigden een derde. Daarna stuurde de landheer andere knechten, een grotere groep dan eerst, maar met hen deden ze hetzelfde. Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. Toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze onder elkaar: ‘Dat is de erfgenaam! Kom op, laten we hem doden en zijn erfenis opstrijken,’ en ze grepen hem vast, gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem. Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt, wat moet hij dan met die wijnbouwers doen?” Ze antwoordden: ‘De onmensen! Laat hij ze op een mensonwaardige manier ombrengen en de wijngaard verpachten aan andere wijnbouwers, die de vruchten wel aan hem afdragen wanneer het daar de tijd voor is.’ Daarop zei Jezus tot hen: ‘Hebt u dit nooit in de Schriften gelezen: “De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden. Dankzij de Heer is dit gebeurd, wonderbaarlijk is het om te zien.” Daarom zeg ik u: het koninkrijk van God zal u worden ontnomen, en gegeven worden aan een volk dat het wel vrucht laat dragen.

Toen de hogepriesters en de Farizeeën zijn gelijkenissen hoorden, begrepen ze dat hij over hen sprak. Ze wilden hem graag gevangennemen, maar ze waren bang voor de reactie van de volksmassa, daar men hem voor een profeet hield.”

*Vooraf: Zoek een moment waarin u stil kunt zijn en u niet laat afleiden; en probeer een ontspannen houding aan te nemen.
*Lees de tekst langzaam en vraag u af wat er in de tekst staat.
*Lees de tekst opnieuw en vraag u af of wat u eerst las in de tekst nog en aanvulling krijgt?
Wie zijn de wijnbouwers in deze parabel? Zijn wij niet de pachters van Gods wijngaard?
*Vindt u dat de tekst ons, mensen van nu, nog wat te zeggen heeft? Kunt u dat benoemen?
*Geldt dat ook voor uzelf?

Blijf enige minuten stil.
*Formuleer met eigen woorden een gebed ter afsluiting en zeg daarin wat in u opgekomen is.

En, ga verder met uw bezigheden.

Theo Dhalmans.