Skip to main content

Bezinning Advent 2023.

By beschouwingen

Adventsoverweging vrijdag 8 december 2023

Eerste lezing: Genesis 3, 9 – 15. 20

Maar Jahwe God riep de mens en vroeg hem: “Waar zijt gij?” Hij antwoordde: “Ik hoorde uw donder in de tuin, en toen werd ik bang, omdat ik naakt ben; daarom heb ik mij verborgen.” Maar Hij zei: “Wie heeft u verteld dat gij naakt zijt? Hebt ge soms gegeten van de boom die ik u verboden heb?” De mens antwoordde: “De vrouw die Gij mij als gezellin gegeven hebt, zij heeft mij van die boom gegeven, en toen heb ik gegeten.” Daarop vroeg Jahwe God aan de vrouw: “Hoe hebt gij dat kunnen doen?” De vrouw zei: “De slang heeft mij verleid, en toen heb ik gegeten.” Jahwe God zei toen tot de slang: “Omdat gij dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt, onder alle tamme dieren en onder alle wilde beesten! Op uw buik zult ge kruipen en stof zult ge vreten alle dagen van uw leven! Vijandschap sticht ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Het zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel.”                            De mens noemde zijn vrouw Eva, want zij is de moeder geworden van alle levenden.

Tweede lezing: Lucas 1. 26 – 38

In de zesde maand werd de engel Gabriël van Godswege gezonden naar een stad in Galilea, Nazaret, tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette, uit het huis van David; de naam van de maagd was Maria. Hij trad bij haar binnen en sprak: “Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u.” Zij schrok van dat woord en vroeg zich af, wat die groet toch wel kon betekenen. Maar de engel zei tot haar: “Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God. Zie, gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen, die gij de naam Jezus moet geven. Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.” Maria echter sprak tot de engel: “Hoe zal dit geschieden, daar ik geen gemeenschap heb met een man?” Hierop gaf de engel haar ten antwoord: “De heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom zal wat ter wereld wordt gebracht heilig genoemd worden, zoon van God. Weet, dat zelf Elisabet, uw bloedverwante, in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen en, ofschoon zij onvruchtbaar heette, is zij nu in haar zesde maand; want voor God is niets onmogelijk.” Nu zei Maria: “Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord.” En de engel ging van haar heen.

Overweging

Deze twee lezingen vormen een fraai spiegelbeeld. In de eerste lezing zien we dat God vertoornd is op de mens die zich heeft laten verleiden door de slang (het symbool van het kwaad) en van de boom van kennis van goed en kwaad heeft gegeten. God nu had dit verboden en de mens heeft dit verbod genegeerd. Op dat moment is de mens behept met de zogenaamde erfzonde. Iedere mens die geboren wordt draagt de last van de eerste zondige mensen met zich mee. Het doopsel wast gelukkig een groot deel van deze erfzonde weg.

In de tweede lezing zien we een geheel ander verhaal: Maria is onvoorwaardelijk gehoorzaam aan Gabriël, de boodschappende engel van God. Na verbazing over de aankondiging spreekt zij terstond haar overgave een Gods wil uit: “Zie de dienstmaagd des Heren. Mij geschiede naar Uw woord.” Wij lezen hierin een vooruitwijzing naar de woorden uit het Johannesevangelie: “Gods Woord is mens geworden.” Deze welwillende houding van Maria is zo afwijkend van het gedrag van de mensen uit de eerste lezing dat medio negentiende eeuw het dogma van ‘Maria onbevlekte Ontvangenis’ is ingesteld op 8 december, negen maanden voor haar geboorte. Zij is niet belast met de erfzonde is en zij is daarmee de enige die zich hierdoor van alle mensen onderscheidt. In de beeldhouwkunst wordt Maria dan ook dikwijls uitgebeeld als zou zij de slang als bedrieglijke verleider vertrappen.

 

*zoek een moment waarin u stil kunt zijn, in uzelf te keren en niet afgeleid te worden.

*neem een ontspannen houding aan. Een bewust rustige ademhaling kan hierbij helpen.

*Lees de tekst die u wordt aangereikt, laat de tekst tot u doordringen en vraag u af wat er volgens u in de tekst staat.

*Lees de tekst opnieuw en vraag u af of u nog een aanvulling vindt op wat u aanvankelijk (al) gelezen had.

*Waarom wordt bovenstaande tekst ons in de Advent aangereikt wordt, tijd van voorbereiding op de komst van onze Heer?

*Heb ik iets aan deze tekst voor mijn manier van leven?

*Blijf een minuut of vijf stil, of zo gewenst langer.

*Formuleer met uw eigen woorden een gebed ter afsluiting en geef daarin weer wat in u opgekomen is in uw tijd van bezinning.

En ga verder met uw bezigheden.

 

Arthur Prakken

BEZINNING ADVENT 2023 

By beschouwingen

 

BEZINNING ADVENT DOOR DE WEEK 2023

dinsdag 5 december 2023.

 

 

 

 

Bijbelteksten dinsdag 5 december: Jesaja hst 11, 1-10; Evangelie v. Lucas hst 10 21-24

Dag geachte lezer,

Een van de manieren van voorbereiding op Gods menswording van Jezus, geboren op Kerstmis, is ons te bezinnen. Dat kunnen we geschikt doen aan de hand van de Bijbelteksten, die ons in de vieringen van de dag worden gepresenteerd. Vandaag worden ons boven vermelde teksten voorgesteld. Neem ze erbij als u een Bijbel hebt. Zoek in de inhoud waar de auteur van het boek zich bevindt. Als u geen bijbel hebt vertel ik u waar de verhalen over gaan. In de tijd waarin we leven (b)lijken de oude teksten nog steeds herkenbaar.

Profeten, onder wie Jesaja, laten niet na te dromen over  en te verlangen naar een nieuwe toekomst. Zij ervaren de concrete omstandigheden waarin zij leven, de goede kanten en de onvolkomenheden daarin. Ons menselijk bestaan laat nog veel te wensen over, is verre van volmaakt en ook degenen die ons de weg zouden moeten wijzen schieten, soms zwaar, tekort. Terwijl ‘in den beginne’ God naar zijn Schepping keek en had ‘gezien dat die goed was’. De dromen over en het verlangen naar een wereld overeenkomstig Gods plan blijven de mensheid en vooral de in God gelovige mensen bezig houden. De profeet Jesaja voorziet de komst van een God-getrouwe mens, voorzien van diens Geest, een geest van wijsheid en verstand, een geest van raad en heldenmoed, een geest van liefde en vreze des Heren. Als men Hem de kans geeft wordt de wereld anders, beter, liefdevoller onder elkaar en meer gods-getrouw. (Neem eventueel de tekst uit het boek Jesaja erbij).

De Lucas tekst geeft aan dat in Jezus Christus de dromen/verlangens zijn vervuld en dat Hem door God, de Vader alles in handen is gegeven wat ons ten goede kan leiden; dat mensen zonder pretenties, die in eenvoud leven, daar ontvankelijk voor zijn. Hen wordt geopenbaard waar het in het leven werkelijk om draait. (Neem eventueel de tekst van Lucas erbij).

Een goede en natuurlijke raad bij het nadenken over de teksten:

*Zoek een moment waarop u stil kunt zijn, in uzelf kunt keren en niet afgeleid wordt.
*Neem een ontspannen houding aan. Een bewust rustige ademhaling kan hierbij helpen.
*Lees de tekst(en) die u is (zijn) voorgesteld. Laat deze tot u doordringen en vraag u af wat er volgens u in de tekst(en) staat. (Kunt u dat met eigen woorden weergeven?)
*Lees de tekst(en) nog een keer en vraag u af of u nog een aanvulling vindt op wat al in u is opgekomen? *Waarom wordt de aangegeven tekst ons in de Advent aangereikt, tijd van  voorbereiding op de viering van de geboorte van Jezus?
*Vraag u af of u iets aan de voorstelde tekst(en) hebt? Komen ze overeen met uw eigen dromen/verlangens/verwachtingen?

*Blijf een minuut of vijf (of langer) stil.
*Bid een gebed met eigen woorden ter afsluiting.
En ga verder met uw bezigheden…..

Emeritus pastoor Reijnen.

Zondag 3-12-2023: 1ste zondag van de Advent 2023. Adventsbrief Bisdom Roermond.

By Preken

Broeders en zusters in Christus,

Wat zullen we met Kerstmis eten? Wie nodigen we uit? Of gaan we ergens naartoe om Kerst te vieren? En geven we elkaar cadeautjes? Moeten die dan nog gekocht worden of is dat al gebeurd? Dit soort vragen horen bij de voorbereiding op het Kerstfeest.

Nu horen we deze zondag Jezus zeggen: ‘Wees waakzaam, want gij weet niet wanneer het ogenblik daar is.’ Jezus zegt: Let op! Natuurlijk horen allerlei praktische zaken bij ons dagelijks bestaan, maar er zijn dingen in het leven die veel belangrijker zijn. Zo lezen we in het evangelie van deze eerste Adventszondag ook dat de heer des huizes het beheer van zijn goederen aan zijn dienaars heeft overgedragen. Dat lijkt een praktische mededeling, maar er zit een veel diepere betekenis achter.

God heeft het beheer van Zijn schepping aan ons toevertrouwd tot het moment waarop Hij terugkomt op aarde. Wij hebben allemaal onze eigen taak gekregen om zo goed mogelijk met die schepping om te gaan. Dat is een zware verantwoordelijkheid. Denk maar aan het klimaatvraagstuk, de komst van migranten of de steeds groter wordende groep Nederlanders die op of onder de armoedegrens leeft. Dan heb ik het nog niet over dat vreselijke geweld in alle oorlogsgebieden! Of wat dacht u van de waarschuwingen die klinken bij de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Ons hoofd duizelt ervan!

Als je de actualiteit volgt, zou je haast gaan denken dat het onmogelijk is om goed met de schepping om te gaan. Veel mensen haken af, omdat ze zich niet gehoord en gezien weten en zich geen raad weten met deze ontwikkelingen. Daarom zoeken we naar lichtpuntjes. In deze donkere dagen voor Kerstmis heel letterlijk. Kijk de komende weken maar eens om u heen: overal is feestverlichting te zien. Die lampjes vertolken een diep verlangen in elke mens naar licht.

We kunnen niet alle problemen oplossen die op ons afkomen. Ook ons geloof heeft niet altijd antwoord op deze vragen. Godsdienst is ook niet bedoeld om alle vragen op te lossen. Godsdienst is allereerst een dienst aan God. Dat bedoelt Jezus als Hij spreekt over ‘waakzaam zijn’. Dat heeft alles te maken met onze zorg voor de schepping van God in het hier en nu. Het gaat over de mensen om ons heen, over onze ouders, onze kinderen, onze buren. Over de natuur en de dieren. De hele schepping hebben we als een geschenk ontvangen en is aan onze zorg toevertrouwd.

De Heilige Augustinus zei: ‘God waakt over ons door onze verantwoordelijkheid voor elkaar.’ Waakzaam zijn, is die verantwoordelijkheid serieus nemen. We hoeven niet alles te doen of te kunnen. Maar wát we doen, kan een licht in de duisternis zijn. Zeker als we het samen doen.

Die verantwoordelijkheid werd ook gevraagd van die ene persoon die ons in de Adventstijd bijzonder na aan het hart ligt: Maria. Zij draagt het Kind dat zich het ‘Licht der wereld’ noemt: Jezus. Sinds de 4e eeuw wordt Maria vereerd onder de titel: ‘Draagster van het licht’. We mogen haar zo noemen, omdat haar Kind de Zoon van God is. Hij werd mens, Gods mens. Door zijn menswording leerde Hij ook aan ons wat het betekent om mens te worden.

Met liefde leerde Hij ons dat zorg voor de schepping ook betekent opkomen voor recht en gerechtigheid, voor de waardigheid van iedere mens: vrouw, man, kind, jong en oud, zwart en wit. Of ze nu in een ver land wonen, dichtbij in onze straat of in het asielzoekerscentrum. Jezus leert ons hoe wij samen kunnen groeien in mens-wording en verantwoordelijkheid; hoe wij zorg kunnen dragen voor elkaar.

Advent, zusters en broeders, is de tijd waarin we toegroeien naar Kerstmis. Het is een tijd om waakzaam te zijn en te luisteren naar wat de Heer ons te zeggen heeft: over hoe wij in Zijn spoor mens worden. Om te doen wat Hij gedaan heeft en meer nog: Hem te wórden. Is het niet geweldig om een God te hebben die Zijn handen nooit van ons aftrekt, ondanks ons menselijk tekort? Het is het begin van de vreugde van het komende Kerstfeest: God wordt mens en loopt met ons mee.

De Adventstijd is rijk aan symboliek en ingetogenheid. Graag nodig ik iedereen uit om zich deze weken, als een moeder die een kindje verwacht, te laten leiden door Maria de draagster van het Licht. Zij wijst ons de weg naar haar Zoon en naar elkaar, omdat we allemaal haar kinderen zijn. Durven we ons klein te maken zoals het Kind in de kribbe? Daar is geen bedreiging. Alleen de uitnodigende lach van een lieve baby. Hij is God-met-ons, het ware Licht in ons leven.

Gaat u rustig door met uw voorbereidingen voor Kerstmis. Maar maak daarbij wel gebruik van dit ene ingrediënt: God is liefde. Ook voor jou. Ook voor u. Wie je ook bent. Als we ons afvragen wat we met Kerstmis eten, is het goed om ons te realiseren dat Jezus Christus ons eigenlijke Kerstvoedsel is.

Van ganser harte wens ik u, en allen die u dierbaar zijn en met wie u zich verbonden weet, een Zalig Kerstfeest toe en nu al een door God rijk gezegend 2024.

 

Roermond, december 2023

René Maessen,
diocesaan administrator

 

Zondag 26-11-2023: CHRISTUS KONING VAN HET HEELAL A 2023     

By Preken

Lezingen: Ezechiël 34, 11-12.15-17; 1 Korintiërs 15, 20-26.28; Matteüs 25, 31-46
De verkiezingen, j.l. woensdag, met een verrassende uitslag zijn voorbij, de besprekingen voor de vorming van een nieuwe regering zijn begonnen; een verkenner, die zijn werk maandag begint, is aangewezen. We wachten af wie de koers van ons land gaat bepalen.  Toevallig vieren wij, christenen, Christus Koning van het heelal, een uitgestrektheid groter dan ons kleine land. De viering is niet zo heel oud; in 2025 wordt zij honderd jaar. Zij is ontstaan in een tijd dat de positie van geloof en kerk een andere was dan nu. Deelname aan het kerkelijk leven was massaal. Nú klinkt ‘Christus, koning van het heelal wellicht  wat pretentieus. Maar inhoud en karakter van Jezus Christus’ koningschap bepalen de spirituele koers van menigeen. ‘Mijn rijk is niet van deze wereld’ zegt Hij tegen Pilatus. Het gaat bij Hem niet om macht en rijkdom. De status van Jezus’ koningschap is dat van zijn hele leven opeisende dienstbaarheid aan mensen; tot en met afwijzing door de heersers van die tijd en een pijnlijke dood. ‘Dienst aan mensen’ dat is het unieke van zijn koningschap. Zijn advies aan degenen die in Hem geloven luidt dan ook: ‘wie van jullie de voornaamste wil zijn moet dienaar wezen’ (Marcus 10, 36; Matteüs 23,11).

Wat houdt dat in? Het betekent het dat zijn manier van mens-zijn een voorbeeld is voor iedereen? Dat wordt duidelijk  aan hoe hij oordeelt over hoe mensen, ieder mens naar zijn/haar maat en mogelijkheden geleefd hebben; ongeacht welk geloof en levensovertuiging men ook is toegedaan. Matteüs geeft dat vandaag weer in zijn Evangelieverhaal van vandaag. Jezus beperkt zich dus niet tot degenen tot zijn aanhangers, die belijden dat ze het met Hem eens zijn. Hij kijkt naar hoe iederéén geleefd heeft, hoe iederéén is omgegaan met leven en medemensen. Daaraan wordt bepaald of iemand het er in zijn leven goed of slecht vanaf  heeft gebracht. Die goed geleefd hebben, d.w.z. ten dienste hebben gestaan van elkaar, zullen leven voor altijd. Die nalatig zijn geweest, de behoeften van hun medemensen niet hebben onderkend, die puur voor zichzelf en hun eigen belangen hebben geleefd, voor hen loopt het verkeerd af.

Opvallend bij Matteüs, zelf een Israëliet, is dat Jezus geen voorkeurspositie toekent aan zijn landgenoten, die zich beschouwen als Gods uitverkoren volk. Voor Jezus, de Christus (Gezalfde van God) is waarachtige godsdienst en vroomheid verbonden met aandacht voor de medemens. Als door de vrome Farizeeër de vraag wordt gesteld ‘wie is mijn naaste?’ luidt Jezus’ antwoord: wie zich gedraagt als naaste’.((hst.10, 25-37). De ketterse Samaritaan die zich ontfermt over de overvallen en berooide man, gedraagt zich als zijn naaste. De priester en de leviet, tempeldienaren, van wie men ontferming zou verwachten lopen met een boog om de arme man heen. Hun zogenaamde vroomheid is nep.
De lezing uit het Evangelie van Matteüs sluit aan bij die van de profeet Ezechiël van vandaag, die ons vertelt over hoe God zich verhoudt tot de mens.  God is als een herder die omziet naar zijn schapen, zorgt voor geschikte weideplekken; op zoek gaat naar schapen die verloren lopen en hen veiligheid en geborgenheid verschaft (Johannes hst 10).; die het zieke dier uit de kudde verzorgt en het gewonde dier verbindt. Jezus, Gods mens-geworden Zoon gedraagt zich dienovereenkomstig. Hij is als een echte herder en geen huurling zonder hart voor de kudde. Hij kent zijn schapen en zijn schapen kennen Hem. Hij zorgt ervoor dat ieder tot zijn/haar recht komt. Zijn doel alle mensen te omvatten en als één kudde binnen te brengen in het Rijk van God.

Wel beschouwd bevatten beide lezingen van vandaag de uitnodiging om voor elkaar als naasten zo goed als God te zijn. In onze wereld zien we daar voorbeelden van:  hoe mensen zich over elkaar ontfermen in elkaars nood, ongeacht godsdienst of  levensovertuiging. We zien dat gebeuren op plekken waar oorlog, geweld en armoede  heersen. Maar ook onder ons waar mensen voedsel verzamelen voor de voedselbank en waar talloze professionals en vrijwilligers werken in zorg voor elkaar. Het tegendeel zien we echter ook. Mensen kunnen elkaar naar het leven staan, elkaar geen plek gunnen. Ons geloof in God is een uitnodiging, een opdracht, om daar niet aan mee te doen maar integendeel elkaars naaste te zijn.. Politieke partijen en regeringen zouden er over heel de wereld goed aan doen te werken aan structuren, die het voor álle mensen mogelijk te maken in vrede en gerechtigheid te leven, met elkaar delend wat de aarde oplevert. Tot nu een mede door ons in te vullen verlangen. Amen

Emeritus pastoor Reijnen

.

Overwegingen zaterdag 18 en zondag 19 november 2023

By Preken

Zaterdagavond 18-11-2023: 19.00 uur Eys
Lezingen: Spreuken 31, 10-13.19-20.30-31; 1 Tessalonicenzen 5, 1-6; Matteüs 25, 14-30.

Niemand van ons zal het zijn ontgaan, dat we a.s. woensdag de mogelijkheid hebben om te stemmen voor een nieuwe 2e Kamer. 25 Partijen hebben de afgelopen weken geworven om onze stemmen. Alle partijleiders hebben ons voorgehouden dat hun voorstellen de beste zijn voor het welzijn van ons volk. Wat opvalt is dat er veel zogenoemde ‘zwevende kiezers’ zijn, die tot in het stemhokje niet weten op welke partij ze zullen stemmen. Ze aarzelen wellicht omdat ze bij meerdere partijen wel goede voorstellen zien. Ook gaat een flink percentage van mogelijke stemmers helemaal niet stemmen, onder wie een veel scholieren van m.n. het voorbereidend en  middelbaar beroepsonderwijs. De reden? Een gebrek aan vertrouwen in de politiek, al een aantal jaren een bekend verschijnsel. Gebrek aan vertrouwen …overigens een verschijnsel dat breder gaat dan alleen de politiek. Waar gaat het dan om?: Gebrek aan (zelf)vertrouwen in de mogelijkheden van het hedendaagse leven met al de eisen, die het stelt, de stress die het oplevert en of men daar wel tegen bestand is. Wat in onze wereld en eigen omgeving gebeurt vraagt  veel van mensen. We moeten omgaan met diverse crises, een antwoord vinden dat onze welvaart, vrijheid en daarbij passende manier van leven niet of niet al te zeer aantast. Slaagt de politiek en de toekomstige regering erin ons daarbij te leiden? Slagen wij erin om onze verantwoordelijkheid op te nemen of slaat de verlamming en apathie toe om de schouders te zetten onder de opgaven waarvoor ons concrete leven ons stelt? Herstel van het vertrouwen’ maakt momenteel onderdeel uit van het publieke debat. Vertrouwen is breder dan vertrouwen in de politiek; (zelf)vertrouwen is van levensbelang wil je je thuis kunnen voelen in het leven en de opgaven die het ons stelt, inclusief het omgaan met onze beperkingen en onze eindigheid.

De lezingen uit de h. Schrift van vandaag geven ons aanwijzingen. Twee mensen uit het Evangelieverhaal van Matteüs voorzien van mogelijkheden overeenkomstig hun eigen maat, hebben vertrouwen in het leven, gaan aan de slag, doen wat met hun talenten en zetten ze in; de derde is bang, overbezorgd, bang dat wat aan hem komt, heeft geen vertrouwen. Hij doet niets met het talent, dat hem is toevertrouwd en stopt het in de grond. Hij sluit zich op in zichzelf. Met hem loopt het verkeerd af.  We kennen de oorzaken niet van zijn gebrek aan (zelf)vertrouwen.

Daartegenover staat de ‘sterke vrouw’ uit de eerste lezing uit het Boek van de Spreuken. Het boek bevat een verzameling spreuken van binnen en buiten het joodse volk en heeft zijn afsluiting gekregen in de 2e eeuw vóór Christus. Het is opmerkelijk hoe de aandacht gevestigd wordt op een vrouw in de dominante mannencultuur van die tijd. Ze wordt een sterke vrouw genoemd, omdat ze de in die tijd bij een vrouw passende opgave op een voortreffelijke manier vervult: de niet aflatende en organisatorisch knappe zorg voor haar gezin, haar man, kinderen en personeel; maar ook de betrekkelijk van waar mensen aan kunnen vastzitten en de overkoepelende waarde van haar band met God, grondslag van haar vertrouwen in het leven. Ze is niet bang, stopt de haar toevertrouwde talenten niet in de grond, maar werkt ermee ten dienste van die haar omringen.

Wat kan dat voor ons betekenen? Over een paar dagen zijn bij ons verkiezingen voor een nieuwe volksvertegenwoordiging, basis voor een nieuwe regering. Maar volksvertegenwoordiging en regering hebben ook volk en dat zijn wij. Aan ieder van ons zijn talenten toevertrouwd, aan ieder naar eigen maat. De ons door God toevertrouwde talenten kunnen ingezet worden ten goede, zoals in het Evangelieverhaal; ten kwade, zoals we momenteel op veel plaatsen in de wereld van oorlog, geweld en armoede gewaar worden; of we kunnen ze angstig en zonder zelfvertrouwen in het leven in de grond stoppen. Vraag is dus aan ieder van ons de schouders onder ons leven te zetten, zoals de sterke vrouw heeft gedaan en daarbij vast te houden aan onze band met God, gever van leven.

Emeritus pastoor Reijnen. 

*********************************************

Zondag 19-11-2023: 09.45 uur St Ceciliafeest.

Beste mensen,

Toen ik jaren geleden op de middelbare school zat, was de parabel van de talenten bijna een vaste waarde bij het begin van elk schooljaar. Ik heb de indruk dat de parabel nu wat minder populair geworden is. Want naar het schijnt heeft dat te maken met het einde van de parabel dat voor veel mensen, die vieringen voorbereiden, te hard is. Nochtans is dat einde niet veranderd. Misschien moeten we de parabel ook niet over analyseren. In deze parabel zit dus geen goedkeuring van slavernij. Deze parabel geeft ook geen volledig Godsbeeld van waaruit Jezus zijn relatie met God beleefde. Wat bedoelt Jezus dan aan ons uit te leggen?

Met de parabel wil Jezus ons iets vertellen over het Rijk Gods. Het Rijk Gods is de wereld waarin mensen op een volwaardige manier met elkaar omgaan, er voor elkaar ‘zijn’. Het woord ‘talent’ verwijst in Jezus’ tijd naar maten en gewichten. Het is ook de grootste geldeenheid die men toen kende. De drie dienaars zijn dus een soort penningmeesters die het geld van hun baas beheren tijdens zijn afwezigheid. In de parabel verwijst het woord ‘talent’ naar ‘het kapitaal’ dat God jou heeft toevertrouwd, en dat is: ‘Je eigen leven’! Je eigen heelheid, met al je mogelijkheden en capaciteiten die je in je hebt.

Deze parabel vertelt dus dat aan ieder van ons iets is toevertrouwd, ieder naar zijn bekwaamheid. Dat kan van alles zijn: Verantwoordelijkheden op het werk, in de kerk, in gezin en gemeenschap; kundigheden op allerlei gebied…. De Heer vraagt ons dat we tijdens zijn afwezigheid aan het werk gaan met datgene wat ons is toevertrouwd. Hij vraagt dat niet alleen aan kansrijke maar ook aan mensen die naamloos, kwetsbaar en weerloos door het leven gaan.

Daaruit blijkt dat Hij een groot geloof heeft in mensen. Bij zijn terugkeer wordt je door Hem niet beoordeeld op je knappe uiterlijk of vlotte populaire manieren. Hij kijkt naar wat je inzet is geweest. En dan kan blijken dat iemand die onder minder gunstige omstandigheden is geboren en opgevoed, meer gewoekerd heeft met zijn talenten dan iemand die van het begin af aan alles met zich mee had. Dat deze eenvoudige, sobere persoon, een grotere liefdevolle dienstbaarheid voor zijn medemensen heeft getoond dan iemand die in weelderige omstandigheden is geboren en opgevoed.

Bij een bepaalde interpretatie kan het verhaal van Mattheus ook wel angst aanjagen. De dienaar die maar één talent had wordt buitengesloten. Hij noemt zijn heer een hard mens, die oogst alwaar hij niet gezaaid heeft en binnenhaalt waar hij niet heeft uitgestrooid. Die laatste twee dingen beaamt de heer, maar niet dat hij een hard mens is. Want wat hij aan ieder mens vraagt is, dat je werkt met wat je gegeven is en woekert, benut wat je hebt. Dus alles behalve een houding van “Stil maar wacht maar…” en al helemaal niet van angstig wachten op het oordeel, terwijl jezelf nergens iets voor over hebt gehad.

In de eerste Lezing uit het boek der spreuken, prijst Hij ons de houding van de sterke vrouw aan. Ze wordt niet opgevoerd als schoonheidsmodel of geprezen om alles wat ze kan, maar om haar bezielde inzet. Ik zie die sterke vrouw in tal van mensen die, door alles heen, met al hun mogelijkheden aan de slag gáán, waarmee ze aan een wereld werken waarin mensen waardig mogen leven.

Beste medegelovigen, De lezingen van vandaag zijn daarom zo bemoedigend, omdat ze ons vertrouwen geven in onze eigen mogelijkheden. Ze roepen alle angstige mensen op uit hun schuilhoek te komen en te geloven in hun eigen talenten. Kom op mens, je valt niet samen met je lot, je pech, je verdriet, je fout, die ongunstige test. Er is meer, Je kunt boven je situatie uitgroeien. Kijk naar jezelf zoals God naar je kijkt: dit ben jij, en met dat ene talent kun je veel goed doen. Laten we onze angst overboord gooien en ons op het leven richten. Of anders gezegd: Laten we onze talenten goed gebruiken. Want: “Wie waagt, die wint”.  Amen.

Kapelaan Siju. 

2023   32   A   Wijsheid laat zich vinden door wie haar zoekt.

By Preken

In Jezus’ dagen was het gebruikelijk dat de bruidegom aan de ouders van zijn bruid een bruidsschat betaalde. Als regel was dat een kwestie van onderhandelen. Zo kon het soms lang duren voor de bruiloft kon beginnen. Het kon nacht worden en dan is licht onmisbaar. De lampen waarvan de parabel spreekt waren meestal fakkels. Die moest je regelmatig in olie dopen om ze van brandstof te voorzien. Olie staat in Jezus’ parabel voor ontvankelijkheid, niet voor een moment, maar als levenshouding. De fakkel of lamp kun je beschouwen als een beeld voor je verlangen en verwachtingen. De olie is dan datgene waarmee je dat verlangen voedt en duurzaam maakt, zoals bijv. je spiritualiteit. Je kunt die niet uitlenen, omdat ze iets heel persoonlijks is. Zorgen dat onze olievoorraad op peil blijft, heeft alles te maken met de manier waarop wij leven en onze  verantwoordelijkheid beleven. Die kunnen we niet uitbesteden. Hoe onze toekomst er uit zal zien, moeten we afwachten. Tegelijk zijn wij er ook voor een stuk zelf verantwoordelijk voor. In het Evangelie worden wij opgeroepen waakzaam en alert te zijn en dat moeten we zelf doen. Daarom is de olie uit de parabel niet over te dragen, al zouden de wijze meisjes daartoe misschien wel bereid zijn geweest. Zo zijn er onder ons mensen die verantwoordelijkheid dragen voor een partner en een gezin. Ook in het beroep dat we uitoefenen dragen we verantwoordelijkheid. We zijn verantwoordelijk voor de studie die we volgen, de inkopen die we doen; voor de vrienden die we kiezen en de contacten die we onderhouden. We kiezen voor de krant die we lezen en de TV programma’s die we kijken. We zijn met ons stemrecht ook verantwoordelijk voor de politieke keuze die we maken. Zo zijn we medeverantwoordelijk voor het milieu en de leefbaarheid van onze wereld. De keuzes die wij maken en de kansen die wij laten liggen kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor ons zelf en voor anderen. We denken misschien wel eens: ‘Och, op mijn stem komt het toch niet aan. Daar kan ik toch niets aan doen.’ Hebt U er wel eens aan gedacht, welke gevolgen het kan hebben als velen zo reageren? De problemen waarmee wij worstelen zijn talrijk en de manier waarop we daarmee omgaan is van groot belang voor de toekomst van onze wereld. Wat denkt U bv. van de wapenleveranties aan Oekraïne of elders? Wie is er op de lange termijn ooit beter geworden van oorlog, geweld en onderdrukking? Als wij telkens nieuwe spullen kopen, terwijl de huidige nog goed bruikbaar zijn, denken we dan wel eens aan de grondstoffen die op kunnen raken en wat dat betekenen kan voor kinderen en kleinkinderen? Sommige klimaatveranderingen bedreigen het leefmilieu van mens, plant en dier. Ook worden we geconfronteerd met grote groepen mensen die in hun eigen land geen toekomst zien en daarom zich hier in West Europa melden? En al de mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Eindeloos is de lijst van zorgen waarmee velen te kampen hebben. Natuurlijk: als het je goed gaat en je hebt het naar je zin, dan wil je dat graag zo houden. Daardoor kan echter de neiging ontstaan je niet  te druk te maken over de toekomst en over het feit dat onze olie  – om het beeld van de parabel te gebruiken – wel eens op zou kunnen raken.  Immers het leven is toch maakbaar en wat we niet hebben, kunnen we kopen of laten maken, zo zijn we misschien geneigd te denken. Maar de signalen dat dit niet zo is zijn legio. Als we daar geen oog voor hebben zijn we als de domme meisjes uit de parabel, die hun kruiken niet in de gaten houden. Het koninkrijk waar Jezus van droomt groeit in stilte en we weten niet wanneer het zijn voltooiing  bereikt en de bruiloft kan beginnen. We kennen dag noch uur. Vandaar dat Jezus ons oproept om waakzaam en alert te leven. Hoe zal Hij ons aantreffen, als Hij, de Bruidegom zelf zich meldt? In slaap gesukkeld, zelfgenoegzaam, onverschillig of klaar om Hem te volgen?  Alert zijn betekent ook de handen uit de mouwen steken en bidden, proberen inspirerend en vruchtbaar te zijn door wat we zeggen en doen. Laten wij bidden de wijsheid van de H. Geest die ons helpt waakzaam en verstandig te leven en niet in slaap te sukkelen. AMEN.

Emeritus pastor Franssen. 

Beschouwingen emeritus pastoor Reijnen.

By beschouwingen

VAN ‘KERK’ VERVREEMD?

Zondagmorgen 5 november was ik in de gelegenheid de H. Mis te volgen op de TV. Tot mijn grote verrassing werd die uitgezonden uit de Kerk van de Friezen in Rome met als hoofdvoorganger Antoine Bodard. Allerlei herinneringen kwamen bij me op. Zelf mocht ik immers meerdere malen voorganger in deze vlak bij het Vaticaan gelegen kerk. We maakten gebruik van die kerk tijdens onze door de parochie Eys georganiseerde bedevaarten naar Rome o.l.v. de voortreffelijke gids, Arthur Prakken. Het waren, naar ik me herinner, vieringen waarin emoties een rol speelden, de emotie horend bij het gevoel van saamhorigheid versterkt door de viering in de Friezenkerk; de emotie van de ‘aandacht in Rome voor het thuisfront’, vooral als ieder die wilde bij de Voorbede zijn of haar intentie kon aanreiken. Verdriet maakt zich dan van me meester als ik denk aan de sterk gekrompen belangstelling voor de vieringen in onze dorpskerken. Ik voel aan dat ik niemand een verwijt kan maken van de ‘Kerk’ vervreemd te zijn geraakt. ‘Het zit er gewoon momenteel niet meer om naar de kerk te gaan’. Een oud Latijns spreekwoord zegt dat je ’van niemand kunt verwachten wat niet in hem/haar zit’. Er zijn redenen die daaraan hebben bijgedragen. Onder anderen ‘de misbruikzaken’ maken daar deel van uit. Maar daar kun je niet bij blijven stilstaan, vooral niet als je de moeite ziet die de kerkelijke leiding doet door in nederigheid het schandaal te erkennen en zo goed mogelijk bij te dragen aan het herstel van de schade, die de slachtoffers hebben geleden. Bovendien mogen al degenen, die terecht geneigd zijn stenen te werpen maar de daders, zich afvragen welke bijdrage zij als gedoopten leveren aan het tot stand komen van een nieuwe vorm van kerkzijn als antwoord op de vragen en crises van onze huidige samenleving. Kerk-zijn en geloven speelt zich af in de samenleving van nu. Je kunt niet blijven staan en morren over wat is gebeurd. Verreweg de meesten van ons zullen toch erkennen, dat er in onze huidige wereld heel wat kwaad aan het gebeuren is dat leven en goed van mensen vernietigt. Als gelovige mensen reikt het Evangelie ons de liefde aan als centraal gebod, dat God erkent en leven en welzijn betekent voor onze naasten. Onze kerkgebouwen zijn bedoeld als oorden van bezinning op onze menselijke realiteit en om inspiratie op te doen het kwaad de rug toe te keren en te vervangen naar liefde, goedheid, mededogen en vergeving. We luisteren in onze kerken naar het Woord dat ons heelt, en dat Weg, Waarheid en Leven voor ons is. Bovendien delen we in onze kerkgebouwen Brood en Leven met elkaar.  Sta op, kom in de weekenden naar onze parochiekerken, ook al ben je van de Kerk vervreemd. Onze wereld, waar wij deel van uitmaken, heeft er dringend behoefte aan geheeld te worden en aan duurzame vrede.

*****************************************

PAROCHIEBLADEN/WEBSITES NOVEMBER 2023  cluster MORGENSTER.

Lang geleden, ik was kapelaan in Wittem (1961-1963), kwam het dorp Kommern, bij Euskirchen, niet ver aan de andere kant van de grens, op bedevaart naar Wittem. De pastoor vroeg of een pater in Wittem hem een week of drie zou kunnen vervangen, zodat hij eens op vakantie kon gaan. Mij werd gevraagd om op de vraag in te gaan en op de brommer ging ik er heen. Ik herinner me dat ik op zondag moest preken over een tekst uit het Evangelie van Lucas (hst. 19, 41 vv.) waarin Jezus huilde over de stad toen Hij Jeruzalem voor zich zag liggen en zei: ‘Had ook jij op deze dag ook maar geweten wat vrede kan brengen’. Die tekst over het verdriet van Jezus schoot mij dezer dagen weer eens te binnen naar aanleiding van de vreselijke gebeurtenissen in de oorlog tussen Israël en Hamas, Rusland en Oekraïne en elders in de wereld. Wat momenteel aan het gebeuren is, is zo volstrekt in strijd met, bijvoorbeeld, een visioen in het boek van Jesaja, een van de vier grote profeten van Israël (hst 2):

‘Dit zijn de woorden van Jesaja, de zoon van Amos; het visioen dat hij zag over Juda en Jeruzalem. Eens komt de dag, dat de berg met de tempel van de Heer rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen. Machtige naties zullen zeggen: Laten we optrekken naar de berg van de Heer, naar de tempel van Jacobs God. Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen en wij zullen zijn paden bewandelen’. En even verder: Hij zal rechtspreken tussen de volken, over machtig naties een oordeel vellen. Zij zullen hun zwaarden (tanks, raketten, kanonnen, bommen) omsmeden tot ploegijzers (landbouwwerktuigen) en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal meet het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal nog de wapens leren hanteren. Nakomelingen van Jacob (ook ‘Israël’ genoemd). Laten we leven in het licht van de Heer’.

In bovenstaand visioen is de eigenlijke roeping van Israël onder woorden gebracht; maar op de keper beschouwd de roeping van ons allemaal in het klein en in groot, de roeping tot vrede door politieke bemoeienissen tot vrede achter de voordeur en met al degenen die we -op het eerste gezicht- niet mogen, maar toch bij ons horen.

Overwegingen 4 en 5 november parochie H. Agatha. 31e zondag door het jaar A

By Preken

Zaterdag 4 november  (pastoor Reijnen).

31e ZONDAG DOOR HET JAAR A 2023

Lezingen: Maleachi 1, 4b-2,2b.8-10; 1 Thessalonicenzen 2, 7b.9-13; Matteüs 23, 1-12.
Niet altijd weten we, beste mensen, wat te denken van de gebeurtenissen, die zich momenteel in onze wereld afspelen. Niet altijd hebben we voldoende zicht op de achtergronden van de hetgeen  we meemaken. Ze zijn vaak veel ingewikkelder dan wordt voorgesteld. Wel voelen we aan dat er beginselen zijn die gelden als voorwaarde voor een menswaardig bestaan. In het algemeen is men het erover eens, dat iedereen recht heeft op een plek waar men veilig kan leven, wonen en zich kan ontwikkelen. En dat we samen de voorzieningen moeten scheppen, die een veilig bestaan mogelijk maken. Wat dat betreft is het afschuwelijk en huiveringwekkend wat op zoveel plekken op aarde momenteel gebeurt. Wij mensen kunnen zowel elkaars naasten zijn in liefde als elkaars vijanden in haat. We kunnen op een positieve manier elkaars leven ondersteunen, maar we kunnen elkaars leven ook afbreken. En dat terwijl we allemaal maar één leven hebben. Tachtig jaar geleden zaten we zelf midden in de zogenoemde 2e wereldoorlog van 1940-1945. Ook bij ons is vrede niet  vanzelfsprekend. In alle mensen kunnen klaarblijkelijk impulsen leven, die het leven dienen óf afbreken in het klein en in het groot. Gelukkig leven we momenteel zelf niet in een context van oorlog, die mens en goed vernietigen. En, we worden als gelovige mensen in ons streven naar vrede geholpen door de aanwijzingen Jezus, de gezalfde van God (=Christus). Immers, Hij is Iemand van wie we geleerd hebben leven en welzijn van mensen te bevorderen; in Godsnaam is Hij daartoe mens geworden. Hij zette zich ervoor in tot zijn dood aan een kruis toe, alsof Hij een misdadiger was.
Al een aantal weken kregen we in de lezingen uit  het Evangelie voorgelegd wat past bij het Koninkrijk van God. Het ging over het elkaar durven aanspreken bij fout gedrag; over het altijd vergeven aan elkaar zonder grens; het ging over Gods goedheid ook voor de werkers van het laatste uur; het ging over de aanvaarding van het Evangelie en het je ernaar gedragen; vooral het je gedragen naar het voornaamste gebod, dat van de liefde tot God en medemens.

Na de verschillende verhalen over wat past bij het Rijk van God, richt Jezus zich tot volk en leerlingen om aan te geven ‘de ruimte’ waarin mensen die in Hem geloven mogen leven. Jezus plaatst dat  tegenover de met talloze voorschriften dicht getimmerde ruimte van de godsdienst in Jezus’ tijd. Liefde schept ruimte, zet het eigen ik op de tweede plaats, is dienend en nederig, stelt talenten in dienst van elkaar zonder daarmee baas te willen zijn. Dat is niet simpel in onze ‘op het eigen IK gerichte tijd. Er zit overigens veel goeds op de aandacht voor ieder menselijk individu, daar niet van. Denk maar aan gelijke rechten voor iedereen, aandacht voor aantasting van die rechten; denk maar aan het streven naar ‘bestaanszekerheid’ voor iedereen, al leidt dat lang niet altijd tot concreet resultaat. Naast die aan dacht voor het individu, beseffen we hoe langer hoe meer dat ‘we samen onze aarde bevolken en er verantwoordelijkheid voor dragen. Dat vraagt om aandacht voor elkaar, ruimte van leven gunnen. Dat vraagt erom dat we dienstbaar zijn aan elkaar en ons niet op functie of baan laten voorstaan. Dat is de achtergrond van Jezus’ opmerking om zich ‘geen rabbi (‘mijn heer’ of ‘meester’) te laten noemen; en ook al is men dat zich daar niet op te laten voorstaan, maar zijn functie en werk te beschouwen als een dienst aan het geheel. Een goede leraar beseft immers dat hij ook leert van zijn eigen leerlingen. Bij het leren, zowel als bij het liefhebben is ‘het wederzijds’ van groot belang, beter gezegd  ‘noodzakelijk’. Zo moet het ook zijn bij godsdienstige leiders in Jezus’ tijd maar ook nu. Net als Jezus zelf zijn ze er om mensen te dienen in trouw aan het Evangelie. De onlangs afgesloten fase van de synode in Rome was een oefening in het gezamenlijk pelgrimerend onderweg zijn van volk en leiding naar onze gemeenschappelijke bestemming, ons hemels Vaderland. De eerste lezing uit de profeet Maleachi (mijn bode) klaagt de leidinggevenden aan, die zich daar niet bewust van zijn; en de Evangelielezing wijst ons erop dat we op de eerste plaats broeders en zusters zijn luisterend naar de ene leraar Jezus Christus, die ons voorhoudt dat wie onder ons de grootste is als een dienaar moet zijn. Houden we ons daaraan en we zullen gelukkig zijn Amen.

***************************************

Zondag 5 november (kapelaan Siju).

Eens kwam een moeder met haar kind naar Gandhi. Zij verzocht hem, het kind het advies te geven om ‘minder’ te snoepen. Gandhi vroeg haar over paar dagen terug te komen. Een paar dagen later kwam de moeder weer. Hij vroeg haar wéér over paar dagen terug te komen. Wederom kwam de moeder na een paar dagen terug. Toen adviseerde hij het kind om ‘niet’ meer te snoepen. Toen stelde de moeder de vraag: “Waarom kunt u hem dit niet meteen op de eerste dag zelf adviseren”? Gandhi zei: “Ik was ook verslaafd aan snoep, het kostte me zoveel dagen om daar vanaf te komen”. Nu ben ik niet verslaafd, dus kan ik hem direct adviseren.

 

Beste medegelovigen, in het evangelie van vandaag geeft Jezus scherpe kritiek op de Schriftgeleerden en Farizeeën over hun schijnheiligheid. Want ze handelen zelf niet volgens hetgeen wat ze aan de gewone mensen willen leren. Jezus zegt: “Doet en onderhoudt alles wat zij u zeggen, maar handel niet naar hun werken, want zelf handelen zij niet naar hun woorden. Ze leiden een dubbelleven”. Dat betekent, dat ze geen harmonieus leven leiden, want hun woorden en daden spreken elkaar tegen.

 

 

Deze kritiek is soms ook aan ons gericht, wanneer wij ons méér richten op ons eigen belang of voordeel dan op dat van onze naaste. Bv. Wij komen naar de Mis, maar besteden er in ons persoonlijke gebed veel tijd aan, dat onze eigen zin in vervulling gaat. Als we veel bedevaarten maken die slechts voor vervulling van eigen voordeel of behoefte bedoeld zijn of een uiterlijke indruk oproepen. Maar dit geloof, of deze vroomheid weerspiegelt dan niet in ons leven, in onze omgaan met onze naasten. Wij zijn niet bereid om te vergeven, of andere mensen voelen zich soms niet welkom in onze groepen.

Dan missen wij het gemeenschappelijke gevoel onder elkaar. Broers en zussen kunnen verschillend zijn, maar wij hebben allemaal onze eigen gaven, maar ook onze eigen fouten. Wat Christelijk is, betekent dat wij van elkaars fouten kunnen leren en gebreken door broederlijke, respectvolle communicatie aan elkaar kunnen toegeven. Bovendien is het belangrijk om de mensen, met wie wij elke dag ons leven delen; bv. in onze parochie, op ons werk, in ons gezin, proberen te respecteren zoals ze zijn.

Als leerlingen van Christus, moeten wij onder elkaar een simpele en broederlijke houding aannemen. Wij mogen anderen in geen geval verpletteren of op hen neerkijken. Jezus wil anders van ons. Hij wil dat wij elkaar liefhebben, zoals Hij ons heeft liefgehad en nog steeds liefheeft.

 

Op het einde van het evangelie hoorden we woorden van Jezus die we niet kunnen negeren. Hij zegt: ‘De belangrijkste onder u zal uw dienaar zijn.’ En Hij zegt ook: ‘Wie zichzelf verheft, zal vernederd, en wie zichzelf vernedert, zal verheven worden. Jezus roept ons op tot Nederigheid. Dit is het tegenovergestelde van trots, eigenliefde, eigenbelang enz. Jezus stelt dienstbaarheid voor als een kwaliteit om Zijn volgeling te zijn. Nederigheid en dienstbaarheid zijn de wegen die Jezus ons nadrukkelijk voor houdt. Het zijn ook de wegen die aansluiten bij het voornaamste gebod dat Jezus ons geeft: “God beminnen en de naasten beminnen gelijk jezelf”.

 

Laten wij proberen vol liefde voor God en elkaar, in alle oprechtheid en in nederigheid te leven. Want wij zijn allemaal broers en zussen en kinderen van een dezelfde Vader in de hemel. Amen.