Skip to main content
Category

Preken

zondag 19-10-2025: 29e zondag door het jaar C – Missiezondag en Afscheid Kapelaan Siju.

By Preken

Beste broeders en zusters, Vier jaar geleden, toen ik voor het eerst hier in het Heuvelland aankwam en begon als kapelaan, was ik zó nieuwsgierig. Hoe zou het leven hier zijn? Hoe zijn de mensen? Hoe zal ik mijn plaats vinden in deze gemeenschap? En eerlijk gezegd, ik denk dat jullie ook nieuwsgierig waren. Misschien dachten jullie: “Wie is die nieuwe kapelaan uit India? Wat brengt hij mee? Hoe zal hij tussen ons wonen en werken?”

Nu, na vier jaar samen met elkaar opgetrokken te hebben, kan ik met heel mijn hart zeggen: dit waren enkele van de mooiste jaren van mijn leven. Vooral de tijd hier in Eys, Nijswiller en Wahlwiller heeft een bijzondere plaats in mijn hart gekregen. Jullie hebben mij niet alleen verwelkomd, maar ook opgenomen als één van jullie. Daar ben ik jullie allemaal heel dankbaar voor. Maar hopelijk ben ik niet alleen als persoon opgenomen, maar heeft mijn boodschap van Gods Liefde u allen geraakt en mag deze geluk brengen in uw leven.

Vaak hoorde ik mensen zeggen: “Wat bijzonder dat jij hier bent. Vroeger gingen onze priesters vanuit hier naar verre landen om missionaris te zijn, en nu is het andersom geworden!”
Ja, dat is waar. De wereld is veranderd, en de richting van de missie is soms omgekeerd. En toch blijft de roeping dezelfde: om de liefde van God te delen, overal waar we zijn.

 

Vandaag, op Missiezondag, denken we met dankbaarheid aan alle missionarissen van vroeger en van nu: mannen en vrouwen die hun thuis verlieten om het Evangelie te brengen, vaak onder moeilijke omstandigheden. Hun leven was niet gemakkelijk – onbekende talen, vreemde culturen, ziekten, armoede… En toch gingen ze, vol vertrouwen in God.

Soms voel ik mij klein als ik aan hen denk. Want in deze moderne wereld zijn mijn uitdagingen maar klein in vergelijking met de offers van de missionarissen toendertijd. Ik heb een goed huis, goed eten, een telefoon, internet… en toch noem ik het ‘missie’. Maar die missionarissen van vroeger hadden niets van dat alles (of van al deze voorzieningen) – alleen hun geloof, hun liefde voor God en hun toewijding. Vandaag willen wij hen met heel ons hart danken, en voor hen bidden.

Toch is missie niet alleen iets van vroeger, of van verre landen. Missie gebeurt ook hier, in onze eigen parochies, in onze dorpen, in onze gezinnen. Ieder van ons is geroepen om een missionaris te zijn – niet met grote woorden, maar met kleine daden van liefde.

Ik herinner me een vrouw die ooit tegen me zei: “Wat jammer dat je alles hebt achtergelaten om naar hier te komen.”
En ik zei lachend tegen haar: “Eigenlijk is het ook een beetje uw schuld dat ik hier ben.”
Ze keek me verbaasd aan en vroeg: “Hoezo dan?”
Ik vroeg haar: “Hoeveel kinderen heeft u?”
“Vier,” zei ze.
“En heeft u ooit een van die vier aangemoedigd om priester te worden?”
Ze lachte: “Nee, dat niet.”
Toen zei ik: “Zie je, als een van hen priester was geworden, dan had ik misschien niet hoeven komen!”

We hebben er samen om gelachen, maar er zit wel een waarheid in. De Kerk is één groot lichaam, een wereldwijde gemeenschap. We hebben elkaar nodig – jullie hier, wij daar.
Net als in een groot bedrijf (of: een grote organisatie) heeft ieder zijn taak: sommigen gaan op missie, anderen steunen, bidden of geven. En zo wordt Gods liefde zichtbaar in de wereld.

Daarom is Missiezondag niet zomaar een collecte of een thema. Het is een herinnering dat wij allemaal medeverantwoordelijk zijn voor de zending van de Kerk, de opdracht om Gods Liefde uit te dragen in onze gemeenschap. Misschien kunnen wij niet allemaal naar Afrika of Azië reizen, maar we kunnen wél missionaris zijn in onze eigen omgeving – in onze straat, in onze familie, in onze gemeenschap. Door met elkaar mee te leven, liefde de delen aandacht te hebben voor de eenzamen, door vergeving te schenken, door hoop te brengen waar moedeloosheid is.

Als ik terugkijk op mijn tien jaar hier in Nederland, en vooral op deze vier jaren in het Heuvelland, dan zie ik zoveel momenten van Gods aanwezigheid: in de vieringen, bij doopsels, huwelijken, begrafenissen; in de gesprekken aan de deur en tijdens bezoeken of in de winkel; in de glimlach van een vrijwilliger, in de zorg van mensen voor elkaar.

Het zijn allemaal tekenen van een geloof dat leeft. Daarom voel ik vandaag vooral dankbaarheid. Dankbaarheid aan God, die mij hierheen heeft geleid. Dankbaarheid aan jullie, die mij hebben geholpen om me thuis te voelen. En dankbaarheid aan alle mensen die op hun eigen manier missionaris zijn – door hun tijd, hun gebed, hun liefde en inzet.

Ik ga verder, maar een deel van mijn hart blijft hier. Ik neem jullie mee in mijn gedachten en gebed, zoals ik hoop dat jullie ook voor mij blijven bidden. En samen blijven wij bidden voor alle missionarissen, overal ter wereld: dat zij kracht en vreugde mogen vinden in hun werk, dat zij nooit ontmoedigd raken, en dat Gods liefde overal mag doordringen. Amen.

Kapelaan Siju.

Zondag 12 oktober 2025: 28e zondag door het jaar C 2025.

By Preken

Dit vooraf aan de overweging van zondag 12 oktober 2025.

BIJBELAVOND GULPEN dinsdag 9 oktober 2025 19.30

 In het kort de achtergrond van de lezingen

  1. Ons ‘Oude Testament’

 Ons Oude Testament, grotendeels de Joodse Bijbel, kent drie onderdelen: de Wet van Mozes, de Profeten en de Geschriften. Het laatste deel omvat liederen (psalmen), Wijsheidsboeken en geschiedenis. De geschiedenisboeken beginnen bij het 5e boek van de Wet van Mozes (Deuteronomium) en bevatten verder de boeken Samuel en Koningen.

De Boeken 1 en 2 Koningen De boeken 1 en 2 Koningen gaan over de geschiedenissen van het Noordrijk (Israël) en het Zuidrijk (Juda). De auteur schrijft in 2 Koningen over de periode na de ondergang van beide Rijken en de reden van die ondergang. Het is geschiedenis vanuit een geloofsperspectief, d.w.z. de geschiedenis heeft te maken met de relaties van mensen en (de ene) God.

We lezen het verhaal van Naäman, de Syriër, die leed aan een huidaandoening. Hij wendt zich, daartoe aangespoord door zijn Israëlisch dienstmeisje, tot de profeet Elisa. Aanvankelijk vindt hij onnozel wat het van de profeet moet doen, maar gaat er toch toe over: hij neemt een bad in de Jordaan. Hij geneest en komt tot erkenning van de God van Israël. Een geschiedenis dus die uitloopt op geloof.                                                             We gaan na het lezen van de tekst met elkaar erover in gesprek.

  1. Ons ‘Nieuwe Testament’ omvat de 4 Evangelies, de Handelingen van de Apostelen, diverse Brieven van apostelen, en het Boek van de Openbaring.

-De 2e brief aan Timotheus plaatsen we in het geheel van de zogenoemde ‘Pastorale Brieven’, 1 en 2 Timotheüs en Titus. Die bevatten nl. allerlei aanbevelingen voor het besturen van een christengemeente. De brieven zouden geschreven zijn door de apostel Paulus aan twee van zijn leerlingen, Timotheüs (in Efese) en Titus (op Kreta). Het is gezien de situatiebeschrijving en stijl aannemelijk dat ‘iemand uit de school van Paulus’ de brieven heeft geschreven in naam van Paulus. Dat was in die tijd niet ongebruikelijk. De brieven deelden daarmee in het gezag van Paulus. Waar gaan de brieven over? De christengemeenten weken in hun gedragingen af van hun omgeving en hadden het daar niet altijd gemakkelijk mee. Mensen met afwijkende meningen van die van Paulus maakten het de gemeenten lastig die Paulus volgden. De brieven sporen dan de lezers ook aan tot standvastigheid en trouw. Christenen leven met een paradox: heil/leven komen over ons door de kruisdood van Jezus Christus: Als wij met Hem gestorven zijn zullen we met Hem leven. We lezen de tekstgedeelte aangegeven en gaan daar met elkaar over in gesprek.

-De tekst uit het Evangelie van Lucas is genomen uit het reisverhaal van Lucas waarin, v.a. hst. 12, Jezus met zijn leerlingen op weg is naar Jeruzalem waar Hem de gebeurtenissen wachten, die Hem doen lijden, doen sterven aan een kruis en tot  verrijzenis brengen. Onderweg brengt Jezus verschillende thema’s uit zijn leer ter sprake.
Aan Lucas toegeschreven worden een van de Evangelies en ‘de Handelingen van de apostelen’. Lucas behoorde tot de 2e/3e generatie christenen en was zelf geen ooggetuige van het leven van Jezus. Hij kende waarschijnlijk het evangelie van Marcus en een verhalenbron (Quelle) waaruit hij zijn eigen verhalen heeft gehaald. Hij heeft zorgvuldig onderzoek gedaan. Lucas heeft een Grieks-Romeinse achtergrond, maar is ook goed bekend met de zogenaamde ‘Septuaginta’, de Griekse vertaling (door 70 vertalers) van de Joodse Bijbel in het Egyptische Alexandrië. Het is waarschijnlijk dat Lucas zijn werken schreef voor christenen met  een  niet-joodse achtergrond. Hij is ervan overtuigd, dat Jezus de Messias, Christus is, gezalfde van God. Hij richt zich in zijn werken als gelovige op de geschiedenis van Jezus. Voor hem is Jezus ook profeet, leraar met gezag, redder, Mensenzoon, Zoon van God en Heer.

We lezen het tekstgedeelte van vandaag uit het Evangelie en gaan daarover met elkaar in gesprek.

OVERWEGING

28e ZONDAG DOOR HET KERKELIJK JAAR C 2025.

Lezingen: 2 Koningen 5, 14-17; 2 Timotheus 2, 8-13; Lucas 17, 11-19.

Beste mensen. Voor verreweg de meesten van ons is heel veel in het leven vanzelfsprekend: bijvoorbeeld dat we een dak boven ons hoofd hebben, te eten en te drinken, werk, vrije tijd, die we naar believen invullen, mensen met wie we leven. Om ons heen zijn er allerlei voorzieningen waar we gebruik van kunnen maken. Omdat het vanzelfsprekend is staan we er ook meestal niet bij stil. Als mensen elkaar vragen hoe het gaat, krijgt men vaak te horen: ‘alles zo zijn gangetje, zoals het moet gaan’. We voelen ons pas kwetsbaar op het moment dat die vanzelfsprekendheid wordt aangetast. Bijvoorbeeld bij ziekte of als onze integriteit op een of andere manier  wordt aangetast; als dierbaren ons ontvallen en we alleen komen te staan, als een faillissement het bedrijf treft waar we werken. De vraag kan zijn of we voldoende stilstaan bij wat ons in het leven allemaal kan overkomen. We hebben ons leven niet zelf in handen.
De teksten uit de H. Schrift van vandaag geven enerzijds aan de aantasting van leven door ziekte, anderzijds de dankbaarheid bij de ervaring in Gods hand te zijn. Naäman, hooggeplaatste man, legeroverste van de koning van Aram in Damascus, het huidige Syrië. Hij is ernstig ziek en heeft een huidaandoening. Niets helpt. Door zijn in de oorlog uit Israël geroofd dienstmeisje, zoals dat in oorlogen met kinderen gaat, wordt hij gewezen op de profeet Elisa in haar eigen land. Naäman verwacht een bijzondere en dure therapie, maar kans ze betalen en heeft er het nodige goud voor mee waarmee hij wil betalen. Het is naar aanwijzing van de assistent van profeet Elisa een eenvoudige therapie. Hij  hoeft zich maar een zevental keren (zeven een heilig getal) te baden in de Jordaan. Aanvankelijk voelt de voorname man zich vernederd en verontwaardigd. Desondanks doet op hij op aanraden van zijn dienaren toch wat van hem gevraagd wordt. Hij wordt genezen, is uitermate dankbaar en komt tot geloof in de ene ware God, beseffend dat Deze de drager van het leven is.

In het Evangelie gaat Jezus met zijn leerlingen de tocht vanuit Galilea door de landstreek Samaria naar Judea en Jeruzalem om er te lijden, sterven en in verrijzenis tot leven te komen. Onderweg ontmoet Hij 10 melaatsen. Hij laat hen de wettelijke voorschriften vervullen, die in dit soort omstandigheden gelden: zich te laten inspecteren door de priesters van die tijd. De 10 doen wat Jezus zegt en worden onderweg genezen. Vanzelfsprekend zijn ze allemaal heel blij, maar slechts één van hen, komt terug om God in Jezus te danken. En degene die terugkomt is nog een van het joodse geloof afwijkende en dus ketterse Samaritaan. Hij beseft dat hij zijn gezondheid van leven niet in eigen handen heeft maar dat zijn gezondheid hem terug gegeven is. Hij is dankbaar en erkent in zijn genezing Gods aanwezigheid; en dat voor iemand, die door de zogenaamd ware gelovigen wordt beschouwd als een afvallige, een ketter. De negen anderen, die vieren feest, want ze horen er weer bij en vergeten. Dat geeft te denken, zeker ook aan mezelf over de manier van leven in onze huidige tijd: is er ruimte voor dankbaarheid in de vanzelfsprekendheid van ons bestaan? Is er besef, dat het leven ons gegeven is, dat ziekte en gezondheid ons kunnen overkomen als voorwaarden die horen bij ons aardse bestaan? Dat in vreugde en verdriet daarbij onze zorg en hulp passen voor elkaar, zoals het dienstmeisje van Naäman verwijst naar de profeet; zoals Jezus zich ontfermt over de 10 melaatsen. Beseffen we dat wij ten diepste gedragen worden door  een zich ontfermende God aan wie we ons kunnen toevertrouwen. Beseffen we dat wij ook van de gelovigen buiten onze kring kunnen leren wat dankbaarheid en liefde is. Beste mensen, moge dankbaarheid een grondtrek zijn van ons leven als gelovigen.. Amen.

Emeritus pastoor Reijnen.   

Zondag 21-9-2025: 25e ZONDAG DOOR HET JAAR C 2025.

By Preken

25e ZONDAG DOOR HET JAAR C 2025. Lezingen: Amos 8, 1-4; 1 Timotheüs 2, 1-8; Lucas 16, 1-13 (of 10-13).

Wij leven, beste mensen met zijn allen op deze aardbodem. Zijn we langzamerhand niet met zo’n acht miljard??? Op onze aardbodem moeten we allen leven Daartoe leveren we heel wat werk, maar ook heel wat strijd, zoals we dat in onze tijd ervaren. Wij, gewone mensen, weten niet of nauwelijks wat zich achter de schermen allemaal afspeelt. Manipulatie, bedrog, curruptie spelen een rol. We kunnen het gevoel hebben weinig greep op de gebeurtenissen te hebben, individueel maar ook maatschappelijk. Het veroorzaakt bij menigeen de nodige onrust, angst en onzekerheid. De vraag is welke onze positie is als christenen in een wereld waarin het in ons leven verschillende kanten uit kan gaan. Vinden we in ons geloof steun, bemoediging, troost. Helpen ons daarbij de verhalen uit onze H. Schrift.

Vandaag in het Evangelie: Onrust is er bij de corrupte boekhouder in het evangelie. Hem dreigt ontslag wegens malversaties met de financiën van zijn baas. Hij overlegt bij zichzelf hoe hij zich in de netelige situatie kan redden en maakt zich vrienden met de verlaging van de schuld van degenen, die bij zijn baas in het krijt staan. Jezus prijst niet de corruptie van de man, maar zijn nadenken, zijn overleg. Centraal in de Evangelietekst van vandaag lijkt mij de opmerking van Jezus te staan, dat ‘de kinderen van deze wereld onderling met meer overleg handelen dan de kinderen van het licht’ (vers 8).

De eerste vraag is of wij ons, zoals we hier als gedoopte christenen bijeen komen, ‘kinderen van het licht voelen’? Werpen de verhalen licht op ons bestaan in de periode dat wij leven, in onze vreugde en bij ons verdriet. Want daartoe zijn ons de evangelieverhalen aangereikt. Dat lijkt niet zo eenvoudig. De apostel Johannes schrijft aan het begin van zijn Evangelieverhaal, dat we lezen op 1e Kerstdag: ‘het Licht scheen in de duisternis, maar de duisternis heeft het niet aangenomen’. En duisternis is er genoeg in onze huidige wereld. Maar Johannes schrijft erbij: degenen, die het Licht wél hebben aangenomen gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden. Ze zijn uit God geboren. Tweede vraag: hoe zouden we ons geloof kunnen versterken, dat we mogen leven in Gods licht, zodat we er troost, bemoediging, steun aan ondervinden? Paus Franciscus heeft aan het 2e Vaticaans Concilie (1962-1965) het idee ontleend, dat we ‘als christenen samen pelgrimerend onderweg zijn naar onze bestemming’. Hij heeft daar een wereldsamenkomst van bisschoppen en gelovigen (Synode) aan gewijd, afgesloten vorig jaar oktober. In het door hem goedgekeurde verslag, uitgegeven als slotdocument wordt de nadruk gelegd op gemeenschap, participatie, de kan voor iedereen om mee te doen, en zending, laten zien wat christenzijn betekent. Het Evangelie van Jezus is en blijft de leidraad. Het zal ons met elkaar verbinden in ons spreken met elkaar over wat geloven voor ieder van ons kan betekenen. We zullen vormen moeten vinden om met elkaar in gesprek te raken, ons verbonden te voelen met en verantwoordelijk voor elkaar. Zijn we in onze moderne tijd niet teveel los zand geworden, ieder voor zich en met gebrek aan besef hoezeer we geleefd worden? Komen we aan onszelf toe, aan de waardevolle mens, die ieder van ons kan zijn? Bepalen geld en positie niet te zeer hoe wij ons menen te moeten ontwikkelen om in deze maatschappij mee te kunnen doen? Wordt gelijkwaardigheid niet te zeer financieel verstaan in even grote salarissen, voor mannen en vrouwen bij gelijke arbeid. Niet onbelangrijk, maar raakt daardoor de persoonswaarde van ieder geschapen wezen niet  op de achtergrond? We mogen ons als christengelovigen kinderen weten van een liefhebbende God, ieder van ons met een eigen waarde, een eigen opdracht, eigen verantwoordelijkheid. Maar evengoed heeft ieder van ons, en zeker de arme en behoefte, andermans hulp en bijstand, andermans vriendschap en liefde nodig. In de lezingen uit de Bijbel, maar ook door paus Franciscus, wordt ons gevraagd met elkaar in gesprek te gaan, niet ieder te leven voor zichzelf, maar samen op weg door het leven. Amen.

Emeritus pastoor Reijnen

Zondag 7-9-2025: 23e zondag door het jaar C

By Preken

Medeparochianen, Sinds mijn nieuwe benoeming ervaar ik dat iedere dag een uitdaging met zich meebrengt. Een nieuwe parochie, nieuwe mensen, nieuwe gewoontes, een verhuizing het zijn allemaal zaken die mijn leven veranderen en mij uitnodigen om me aan te passen. Maar boven al deze praktische uitdagingen staat er nog een grotere: het maken van preken op zondagen zoals deze. Want de lezingen die wij in deze weken horen, zijn niet eenvoudig of geruststellend.

De ene zondag horen wij Jezus zeggen: “Vuur ben ik op aarde komen brengen.” Een andere keer waarschuwt Hij: “Weinigen zullen gered worden.” En vandaag opnieuw worden wij geconfronteerd met harde woorden: “Wie niet alles haat om Mij te volgen, kan mijn leerling niet zijn.”

Juist vandaag, op onze Vrijwilligersdag, klinkt deze boodschap. Terwijl wij dankbaar stilstaan bij het werk van zoveel vrijwilligers die met hart en ziel hun tijd, energie en talenten inzetten voor onze parochie en voor elkaar, worden wij uitgedaagd door Jezus’ radicale oproep. U begrijpt hoe moeilijk het is om hierover te preken. Toch geloof ik dat deze woorden ons juist vandaag veel te zeggen hebben.

Wij leven in een wereld waarin wij zoveel vasthouden: ons bezit, onze relaties, onze plannen, onze dromen. Vaak denken wij dat zonder deze dingen ons leven geen zin heeft. We bouwen ons bestaan rond werk, familie, vrienden, status en comfort. Op zich is daar niets verkeerd aan, want het zijn allemaal gaven van God. Maar het gevaar is dat wij die gaven verwarren met de Gever zelf. De lezingen van vandaag nodigen ons uit om dieper te kijken, om ons hart te onderzoeken en Jezus werkelijk op de eerste plaats te zetten.

Jezus zegt heel duidelijk: “Wie niet afstand kan doen van alles wat hij bezit, kan mijn leerling niet zijn.” Dat klinkt hard, bijna onmenselijk. Wie kan dat eigenlijk? Wie kan zeggen dat hij of zij werkelijk alles kan loslaten?

Daarom vraagt dit Evangelie om diepe overweging. Jezus wil ons niet leren om onze ouders, kinderen, vrienden of ons eigen leven letterlijk te haten. Hij gebruikt een krachtig beeld om onze aandacht te trekken. In de taal en cultuur van zijn tijd was “haten” een manier om te zeggen: het ene op de tweede plaats zetten ten opzichte van het andere. Zijn boodschap is dus: niets en niemand mag belangrijker zijn dan onze toewijding aan Hem. Het woord “haten” betekent hier eigenlijk: ont-hechten. Het betekent bereid zijn om alles op de tweede plaats te zetten, zodra het ons belemmert om Hem te volgen.

Het is een moeilijke oproep. Wie Hem wil volgen, kan dat niet half doen. Het is geen hobby, geen bijkomstige bezigheid, geen levensstijl die we er zomaar bij nemen. Jezus vraagt volledige toewijding. Hij zegt: “Wie zijn kruis niet draagt en Mij volgt, kan mijn leerling niet zijn.” Navolging is altijd verbonden met het kruis. Het christelijk leven is niet de gemakkelijkste weg, maar het is wel de weg die leidt naar het ware, volle leven.

Waarom vraagt Jezus dat van ons? Omdat Hij zelf zo heeft geleefd. Zijn gehoorzaamheid aan de Vader was totaal. Zijn liefde voor ons was zonder voorbehoud. Hij hield niets achter. Zijn trouw leidde Hem zelfs naar de dood aan het kruis. Hij gaf zichzelf helemaal. En juist daarin ligt onze redding, ons leven, onze hoop. De radicaliteit van Gods liefde is dat Hij niets voor zichzelf hield. En daarom is het logisch dat Hij van ons vraagt om ook alles te geven.

Laten wij onszelf vandaag dus de vraag stellen: wat houdt mij nog tegen om Jezus werkelijk te volgen? Misschien is het mijn gehechtheid aan geld, misschien mijn behoefte aan zekerheid, misschien mijn trots, mijn gewoontes, mijn angsten. Iedereen van ons draagt zo’n last mee. Het Evangelie van vandaag nodigt ons uit om eerlijk te kijken naar wat ons bindt en te vragen: kan ik dit loslaten om dichter bij Christus te komen?

Dit loslaten betekent niet dat wij zonder liefde leven. Integendeel: wie alles loslaat omwille van Christus, ontvangt alles honderdvoudig terug. Wie zijn leven verliest omwille van Hem, vindt het echte leven.

Laten wij daarom in deze Eucharistie bidden om de moed om onszelf te ont-hechten, om ons kruis op te nemen, en om Jezus na te volgen in alle eenvoud en trouw. Moge Hij ons de kracht geven om steeds meer te leven vanuit zijn liefde, zodat ons leven zelf een getuigenis wordt van de radicaliteit van Gods liefde voor de wereld.

Ik wens u een gezegende week, en alle genade op uw gebeden. Amen.

Kapelaan Siju.

Zondag 24-8-2025: 21e zondag door het C 2025

By Preken

Broeders en zusters in Christus, Vandaag leven we in een wereld die steeds meer digitaal verbonden is. We hebben iPhones, e-mails en het internet binnen handbereik. Bekende mensen, beroemdheden zeggen miljoenen volgers en vrienden te hebben. Het lijkt alsof vriendschap en verbondenheid vandaag de dag heel eenvoudig is. Met één druk op de knop kun je iemand volgen op Instagram, een vriendschapsverzoek accepteren op Facebook. Je hoeft die persoon niet eens ooit in het echt ontmoet te hebben.

Maar in de tijd van Jezus was vriend worden van iemand niet zo eenvoudig. Het betekende betrokkenheid, nabijheid, tijd geven, samen leven, er daadwerkelijk voor elkaar zijn zoals we elkaar nodig hebben. Het evangelie van vandaag maakt duidelijk dat het volgen van Jezus nog altijd geen kwestie is van één klik op een knopje, maar van een levenshouding. Het is geen statussymbool, maar een dagelijkse keuze.

Jezus gebruikt in het evangelie twee beelden om ons duidelijk te maken wat het betekent om Hem werkelijk te volgen: de nauwe poort en de gesloten deur. Hij zegt ons dat wie door de nauwe poort wil binnengaan, moeite zal moeten doen. En Hij waarschuwt dat er een moment komt waarop de deur gesloten zal zijn.

Dat klinkt confronterend. Want we voelen allemaal: het is zoveel gemakkelijker om christen te zijn op papier dan om het te zijn in ons dagelijkse leven. We kunnen zeggen: “Heer, we hebben u toch gekend? We kwamen toch elke zondag naar de kerk? We hebben toch uw woord gehoord?” Maar Jezus antwoordt: “Ik ken u niet.” Niet omdat Hij ons wil buitensluiten, maar omdat Hij verlangt naar een echte relatie, niet naar een oppervlakkige (gevoelloze, zakelijke) klik .

Jezus zegt: “Neem je kruis op en volg mij.” Dat kruis zijn niet altijd grote dramatische dingen. Vaak zijn het de kleine dagelijkse keuzes: geduld beoefenen als we moe zijn, luisteren naar iemand die niemand hoort, een woord van hoop spreken, iemand vergeven die ons pijn deed. Het gaat om al die momenten waarop wij onszelf een beetje vergeten omwille van de ander.

Dat is de nauwe poort: niet de weg van gemakzucht, maar van liefde. Niet de brede weg van “ik eerst”, maar de smalle weg van dienstbaarheid. En ja, die weg vraagt iets van ons. Het vraagt dat wij onszelf niet centraal stellen, maar God en de naaste. Het is zoals met sporten: wie wil groeien, moet trainen. De eerste keren kost het moeite, maar je merkt dat je sterker wordt naarmate je traint. Zo is het ook met geloof: wie de weg van Jezus gaat, ontdekt gaandeweg dat die weg niet alleen veeleisend is, maar ook vreugdevol en bevrijdend.

En dan die tweede beeldspraak: de gesloten deur. Jezus waarschuwt ons: er komt een dag dat het te laat is om nog te kiezen. Niet om ons angst aan te jagen, maar om ons wakker te schudden. Het leven is kostbaar en eindig. We hebben nu de tijd om de keuze voor God concreet te maken. Straks, wanneer het leven voorbij is, kan dat niet meer.

Het betekent dat we ons geloof niet alleen beleven op feestdagen, maar elke dag (op elk moment in ons leven). Niet alleen in mooie woorden, maar in daden van liefde. Het betekent dat we Jezus volgen in de gewone dingen: in ons gezin, op het werk, in hoe we omgaan met vreemden en kwetsbaren.

Beste mensen, De nauwe poort, de gesloten deur… dat zijn geen bedreigingen, maar uitnodigingen. Uitnodigingen om niet te settelen voor oppervlakkigheid, maar te kiezen voor diepgang. Om te leven vanuit liefde, trouw en gerechtigheid. En weet dit: wie die weg gaat, zal merken dat hij niet alleen gaat. Christus zelf gaat met ons mee. Hij geeft ons kracht, Hij geeft ons vreugde, Hij opent deuren die wij nooit hadden kunnen openen.

Laten we ons niet tevredenstellen met een geloof dat op afstand blijft, maar laten we kiezen voor een geloof dat handen en voeten krijgt. Zo zullen wij, door de nauwe poort, binnengaan in het leven dat werkelijk leven is. Amen.

Kapelaan Siju.

Zondag 17 augustus 2025: Hoogfeest van Maria Tenhemelopneming

By Preken

Dierbare broeders en zusters, Iedereen van ons weet hoe belangrijk een moeder is. Een moeder geeft leven, zorgt, luistert, troost. Wanneer het leven moeilijk is, is het vaak de moeder bij wie we terecht kunnen. Zelfs als we volwassen zijn, blijft die band bijzonder sterk. Een moeder laat je nooit helemaal los; zij draagt je in haar hart.

Vandaag zegt de Kerk tegen ons: vergeet niet, je hebt nóg een moeder – niet alleen op aarde, maar ook in de hemel. Maria is niet zomaar een historische figuur uit de Bijbel. Zij leeft! Zij is opgenomen bij God, met lichaam en ziel, in zijn heerlijkheid. En zij blijft onze moeder.

Wat vieren we vandaag precies? Het Hoogfeest van Maria Tenhemelopneming. Het dogma zegt: Aan het einde van haar aardse leven heeft God Maria met lichaam en ziel opgenomen in de hemel. Waarom? Omdat Maria de eerste gelovige was. Zij is de vrouw die vol vertrouwen “ja” zei toen de engel haar Gods plan verkondigde. Zij werd de moeder van Jezus en was innig verbonden met het mysterie van onze verlossing. Haar lichaam was de plek waar Gods Zoon mens werd – dat lichaam kon niet in het graf achterblijven. God liet niet toe dat het verderf dat lichaam zou aantasten.

Maar broeders en zusters, dit feest gaat niet alleen over Maria. Het gaat ook over ons. Want wat met Maria is gebeurd, is de bestemming van ieder van ons die in Christus gelooft. Zoals zij nu leeft in de heerlijkheid van God, zo zijn ook wij geroepen tot dat leven. Maria is ons voorgegaan. Zij is een teken van hoop en vertrouwen voor ons allemaal.

Waarom is dat zo belangrijk? Omdat wij mensen soms geneigd zijn te denken dat de dood het laatste woord heeft. We zien het lijden, we zien het kwaad, we zien onze eigen kwetsbaarheid. Hoe vaak zeggen we niet: Is dit alles? Wat heeft het voor zin? Maar vandaag zegt God tegen ons: Nee, dit is niet alles. Er is meer. Er is een eeuwigheid bij Mij. Het lichaam, dat hier op aarde zoveel pijn en moeite kent, is geroepen tot heerlijkheid. Maria laat ons zien: de dood heeft niet het laatste woord. Het laatste woord is leven – leven bij God.

En juist daarom zegt de Kerk vandaag: Wij hebben een moeder in de hemel. Een moeder die ons kent, die onze zorgen begrijpt, die weet hoe het is om mens te zijn. Maria was niet iemand die boven de grond zweefde; zij leefde ons gewone leven: zorgen voor een gezin, armoede kennen, verdriet meemaken. Zij stond onder het kruis en voelde de pijn van het lijden en het verlies. Juist daarom kunnen wij ons tot haar wenden. Want zij begrijpt ons.

Hoe mooi is dat beeld uit de Openbaring van Johannes, dat we vandaag hoorden: “Een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren.” Dat is Maria – verheerlijkt in de hemel, maar nog steeds moeder, die waakt over ons als  haar kinderen. Zij kijkt op ons neer, niet om ons te veroordelen, maar om ons te helpen, om ons te leiden naar haar Zoon.

Broeders en zusters, wat betekent dit concreet voor ons leven? Allereerst: we mogen hoopvol zijn. Want onze bestemming is niet het graf, maar de hemel. Ons geloof is geen theorie; het is een belofte van eeuwig leven. Ten tweede: we mogen ons toevertrouwen aan Maria. Zij is niet ver weg, zij is dicht bij ons. In moeilijke momenten kunnen wij bidden: Maria, moeder, help ons. Maria, bid voor ons. En ten derde: we worden uitgenodigd om net als Maria “ja” te zeggen tegen God. Haar tenhemelopneming is niet alleen een voorrecht, maar ook een uitnodiging: durf jij je aan God toe te vertrouwen, ook als je zijn plan niet begrijpt?

Vandaag, op dit grote feest, mogen we dankbaar zijn. Dankbaar dat wij niet alleen op aarde moeders hebben, maar ook in de hemel een moeder die ons nooit vergeet. Laten we ons hart openen voor haar zorg en haar voorspraak, en laten we ons door haar naar Christus leiden. Amen.

Kapelaan Siju

Zondag 10 augustus: 19e zondag door het jaar 2025 C

By Preken

De gedaanteverandering van de Heer

Beste mensen, In de vakantietijd maken velen van ons een reis. Maar de vreugde die je voelt wanneer je vertrekt, is vaak niet dezelfde als die bij de terugreis. Dat heb ik zelf vaker meegemaakt. Ook afgelopen week nog, na vier weken vakantie met mijn familie in India. De heenreis was vol verwachting en blijdschap: Ik kon niet wachten om iedereen weer te zien. Maar de terugreis… ja, dat voelde toch anders. Ik dacht: Moet ik echt terug naar Nederland? Wat was het fijn met de familie. Moet ik al dat warme samenzijn nu missen?

En toch wist ik: Ja, ik moet terug. Dat hoort bij het leven. Misschien herkent u dat ook uit uw eigen leven …… het afscheid nemen van een werkplek waar u zich thuis voelde, verhuizen vanwege studie of werk, of het einde van een bijzondere periode. Er zit altijd iets dubbels in: dankbaarheid voor wat je hebt meegemaakt, en tegelijk het besef dat je weer verder moet.

Precies datzelfde gevoel maken de leerlingen van Jezus vandaag mee in het Evangelie.

Jezus neemt Petrus, Jakobus en Johannes mee een hoge berg op. In de Bijbel is de berg vaak de plaats van ontmoeting met God — Denk aan Mozes op de Sinaï of Elia op de Horeb. Daar, op die hoge plaats, gebeurt iets wonderlijks: Jezus verandert voor hun ogen van gedaante. Zijn gezicht straalt als de zon, zijn kleren worden stralend wit. En dan verschijnen Mozes en Elia, in gesprek met Hem.

Petrus weet niet goed wat hij moet zeggen, maar één ding weet hij wel: Hier wil ik blijven! Hij roept: “Heer, het is goed dat wij hier zijn. Laten we drie tenten bouwen!” Met andere woorden: Laten we dit vasthouden, laten we deze plek nooit meer verlaten. Maar dat is niet wat Jezus van hen vraagt. Er klinkt een stem uit de wolk: “Dit is mijn Zoon, de geliefde. Luister naar Hem.” En na dat indrukwekkende moment leidt Jezus hen weer naar beneden — terug naar de gewone wereld.

Net als de leerlingen worden wij vroeg of laat weer teruggeroepen naar het dal: naar ons werk, onze zorgen, onze dagelijkse plichten. En daar ligt juist onze roeping. De berg is een plaats van openbaring, maar het dal is de plaats van onze missie. Het is alsof God zegt: Geniet van dit moment, laat het je hart vullen, maar bewaar het niet voor jezelf. Neem het mee en deel het met anderen.

Zo ervoer ik het ook bij mijn terugreis uit India. Het warme samenzijn met familie gaf mij nieuwe energie en vreugde. Maar die moest ik meenemen naar Nederland, om diezelfde liefde en aandacht hier te tonen. Zo is het ook met ons geloof: Het is niet bedoeld om alleen op de bergtop te beleven, maar juist om in het gewone leven zichtbaar te maken.

De tenten die Petrus wilde bouwen, zijn een beeld van de verleiding om in onze eigen veilige, mooie plek te blijven. Soms willen we ons geloof beleven in beslotenheid, zonder de moeilijke wereld om ons heen. Maar Jezus zegt: kom mee naar beneden. Daar, in het dal, wachten mensen die onze liefde, ons geduld, onze aandacht en onze vergeving nodig hebben.

De stem uit de wolk zegt: “Luister naar Hem.” Dat is misschien wel de kern van deze dag. Luisteren naar Jezus betekent doen wat Hij zegt: dienen, aandacht geven, vergeven, barmhartig zijn, recht doen aan de kleinen en kwetsbaren, dienstbaar zijn. Het betekent dat we ons laten vormen door het licht dat we op de berg hebben gezien, zodat we dat licht kunnen brengen in de schaduw van het dagelijks leven.

En misschien moeten we ons realiseren dat de berg en het dal bij elkaar horen. Zonder het dal zouden we de berg niet waarderen. Zonder de berg zouden we geen kracht hebben om door het dal te gaan. De leerlingen moesten eerst de glorie van Jezus zien, om Hem later te kunnen volgen op de moeilijke weg naar Jeruzalem en het kruis.

Beste mensen, misschien hebben wij deze zomer ook onze eigen “bergervaring” gehad: een moment van rust, vreugde, ontmoeting, of nieuwe inspiratie. Vandaag nodigt de Heer ons uit om die ervaring niet alleen te bewaren als een mooie herinnering, maar om er iets mee te doen.

Vraag uzelf af: Met welk licht kom ik van mijn berg af? Wat kan ik meenemen naar mijn gezin, mijn werk, mijn gemeenschap? Hoe kan ik vandaag (de ander niet uit het oog verliezen), iemand bemoedigen, vergeven of helpen, vanuit wat God mij heeft laten zien?

Zo wordt de Gedaanteverandering niet alleen een verhaal uit het verleden, maar iets dat vandaag in ons leven gebeurt. Laten we ons vullen met het Licht van Zijn aanwezigheid, en dat Licht meenemen naar de wereld beneden, waar het ‘t hardste nodig is. Amen.

Kapelaan Siju

Zondag 20-7-2025: 16e Zondag door het jaar C 2025 

By Preken

Genesis 18, 1-10a; Kolossenzen 1, 24-28; Lucas 10, 38-42.

Er zijn vele manieren waarop wij ons tot elkaar verhouden. Op het werk liggen de verhoudingen anders dan wanneer we in de trein zitten en onze kaartjes worden gecontroleerd. Weer anders gaat het eraan toe bij het boodschappen doen of bij een bezoek aan huis- of tandarts. Het zijn geen echte ontmoetingen. Op het werk zijn we collega’s, de man in de trein gedraagt zich als conducteur, in de winkel betalen wij bij de cassière, onze huisarts zien we vooral als deskundige op het gebied van de gezondheid. Bij een echte ontmoeting, zoals tussen vader, moeder en kinderen in gezinsverband, en tussen vrienden/vriendinnen gaat het vooral om interesse in elkaar, in de persoon die men is, om de betekenis die men voor elkaar heeft bij het delen van het leven. In de ontmoeting laat men elkaar weten, dat men ‘er mag zijn’. Vriendschap en gastvrijheid doen aanvoelen, dat men elkaar respecteert, elkaar genegen is, het leven met elkaar deelt.
Welnu, om een ontmoeting gaat het ook in het geval van Abraham en de drie mannen, reizigers die voor zijn tent staan. Reizen was in die tijd riskant. (Denken we maar een het verhaal van de barmhartige Samaritaan, de vorige week, die zich ontfermde over de overvallen en berooide reiziger). Voorzieningen voor onderweg, verzekeringen waren er toen nog niet. Als er reizigers voorbijkwamen werden die met grote gastvrijheid, vorm van vriendschap in die tijd, ontvangen. Men zag de weldaden aan reizigers gedaan als aan God gedaan. De manier waarop Abraham de voorbijkomende reizigers ontving laat dat dat zien: wie Abraham is en wat hij heeft deelt hij met de reizigers. De reizigers laten het bejaard echtpaar Abraham en Sara een belofte achter.
Om ontmoeting gaat het ook bij het bezoek van Jezus aan de met Hem bevriende Marta en Maria in het evangelie van Lucas. Er lijken ons in hen twee menstypen te worden voorgesteld Marta is het type van ‘de werkzame vrouw’, die Jezus in haar woning ontvangt en zorgt voor het huishouden; de andere is ‘de bedachtzame, luisterende vrouw’, die nieuwsgierig is naar wat de intussen bekende Jezus te vertellen heeft. Zij luistert. Zij heeft ‘het beste deel gekozen’, zegt de tekst. Bezige mensen kunnen door het verhaal teleurgesteld zijn. Doet Marta dan verkeerd? Dat wordt niet gezegd. Lucas geeft aan, dat er momenten zijn van prioriteit. Het bezoek van Jezus is zulk een moment. Het beluisteren van de Goede Tijding (Evangelie) heeft op het moment van Jezus’  bezoek voorrang. De zorg voor het materiële mag even naar de achtergrond.  Maar, de ‘werkzame’ en zorgzame Marta mogen we vanuit dit verhaal niet negatief beoordelen. Zij is zorgzaam, zij ontvangt Jezus in haar huis. In het Evangelie van Johannes, is zij het die Jezus tegemoet gaat als haar broer Lazarus gestorven is. Zij drukt haar geloof in Jezus uit door te zeggen: ‘Heer, als U hier was geweest zou mijn broer niet gestorven zijn’. Marta de gelovige vrouw, die bij haar zorgzaamheid op haar manier gelovig is.
Wat leren we uit dit verhaal? Dat er momenten van prioriteit in het leven zijn, naast zorg voor het materiële ook zorg voor ons eigen innerlijk, geestelijk heil. Geen geringe klus bij alles wat we dag in dag uit te doen hebben, bij alles wat onze aandacht vraagt en bij alles wat ons gevangen kan houden. Echt ‘luisteren brengt ontmoeting tot stand’ met medemensen, met Jezus Christus, met God naar wiens beeld wij geschapen zijn. Prioriteit wil in dit geval zeggen: tijd vinden om te luisteren en in het luisteren de ander/Ander te ontmoeten.  Mogen wij mensen zijn, die onze dagelijkse zaken behartigen, en zaken met blijvende, zelfs eeuwigheidswaarde niet vergeten. Amen

Emeritus pastoor Reijnen

Zondag 13-7-2025: 15e zondag door het jaar C 2025 

By Preken

Lezingen: Deuteronomium 30, 10-14; Kolossenzen 1, 15-20; Lucas 10, 25-37.

Naar aanleiding van wat ons dagelijks aan nieuws wordt voorgeschoteld kunnen we ons de vraag stellen: wat drijft de mensen, die ons door de TV worden voorgesteld? Wat willen ze? Waarom doen ze wat ze doen? Maar diezelfde vragen kunnen we ook onszelf stellen; Waarom doen we wat en doen zoals  we doen? Worden we geleid door de reclame, die aan de TV- en Radioprogramma’s vooraf gaat? Worden we geleid door een plichtgevoel t.a.v. partner, gezin, werk? Worden we geraakt door de omstandigheden waarin we komen te verkeren? Worden we geleid door waar we zin in hebben? Zijn er momenten dat we het gevoel hebben geen keus te hebben en kunnen we niet anders dan te laten gebeuren wat gebeurt: “ ’t is neet angesj…..?” Is ons gedrag misschien een mengsel van zo juist genoemde drijfveren? We willen toch goede mensen zijn.

Het Evangelie van vandaag heeft een interessant verhaal met een belangrijke aanwijzing voor ieder die ervan hoort en dus ook voor ons. Het betreft waardevol menselijk te handelen bij uitstek. De barmhartige Samaritaan functioneert als voorbeeldfiguur. Voor Joden met hun tempel in Jeruzalem waren Samaritanen ketters, afvalligen, die zich van hen afgescheiden hadden. Ze bouwden hun eigen plek van eredienst op de Gerizim, een berg in Samaria.  Waar gaat het verhaal over? Een Schriftgeleerde, kenner van de Wet van Mozes  stelt Jezus de vraag naar ‘hoe goed te leven’? Jezus houdt zijn joodse toehoorders voor, dat uitgerekend een ketter zich over een berooide en gewonde reiziger ontfermt. Die man laat zich raken door de concrete omstandigheden waarin hij komt te verkeren. Zelf op reis, stopt hij en helpt en hoe: hij verbindt de gewonde, tilt hem op zijn rijdier, brengt hem naar een herberg, vraagt goed voor hem te zorgen en belooft bij terugkomst de gemaakte onkosten te vergoeden. Waarschijnlijk had de man de middelen, maar hij gebruikt ze dan toch voor een medemens in nood. De priester en de leviet, nota bene bedienaars van de tempel in Jeruzalem, kijken weg van de man en lopen met een grote boog om de gewonde reiziger heen.

Wat houdt dit verhaal in? Jezus klaagt hierin de (uiterlijke) vroomheid in zijn omgeving  in die tijd aan: die staat n.l. los van effectieve naastenliefde. Waarachtig geloof en naastenliefde hangen voor Jezus onlosmakelijk samen. De echte gelovige is de Samaritaan, niet degenen die formeel dienaars zijn van de zogenaamde ware godsdienst in de tempel van Jeruzalem. Het verhaal is algemeen menselijk en bedoeld voor iedereen. Daarmee opent het de mogelijkheid voor iedereen om waarachtig godsdienstig te zijn. Iedereen kan zich laten raken door noodsituaties die hij/zij tegenkomt. Daarop ingaan brengt ons bij God.
Het verhaal doet ons de vraag stellen hoe onze eigen godsdienstig leven eruit ziet? De Samaritaan lijkt niet onbemiddeld te zijn. Hij doet wat in zijn vermogen ligt. Ons wordt daarmee gesuggereerd dat ook wij zullen doen wat in óns vermogen ligt, ook al kost het ons aandacht, tijd, moeite, materiële hulp naar vermogen. Maar wat in ieders vermogen ligt is niet voor iedereen hetzelfde. De eerste lezing uit het laatste van de vijf boeken van Mozes, samenvatting ervan en oproep tot trouw aan het Verbond met God, meent dat Gods aanwijzingen ‘niet te zwaar zijn, niet buiten ons bereik liggen, niet uit de hemel gehaald hoeven te worden maar in ons hart verankerd zijn en met onze mond kunnen worden beleden. ‘Gij kunt ze dus volbrengen’ zegt de tekst. Bidden we dat we de kracht van Gods Geest mogen ervaren, opdat we waarachtig godsdienstige mensen mogen zijn. Amen

Emeritus Pastoor Reijnen

Zondag 6-7-2025: 14e ZONDAG DOOR HET JAAR C 2025

By Preken

Lezingen: Jesaja 66, 10-14c; Galaten 6, 14-18; Lucas 10, 1-12.17-20 of 10, 1-9).
Na de hittegolf van afgelopen week zijn de temperaturen momenteel aanzienlijk omlaag gegaan en is het hittegevaar geweken. Dat is positief, ook voor het OLS zondag in ‘Heytse’ . De schoolvakanties zijn begonnen en dat vinden verreweg de meeste kinderen positief. Allerlei verenigingen schorten nu hun repetities en uitvoeringen op. Even wat vrij zijn van het normale ritme. Dat is positief. Zo zoeken we in deze tijd naar de dingen en gebeurtenissen die ons enigermate blij, tevreden en gelukkig kunnen maken, want van meeste overige ‘nieuws’ worden we niet vrolijk.
Positieve berichten klinken ook door in de Bijbelverhalen van vandaag: In het verhaal van de profeet Jesaja zijn ballingen terug mogen keren naar Jeruzalem. En wat is fijner dan dat je weer naar huis mag, naar de plaats van je voorouders; weliswaar zijn stad en tempel verwoest, maar teruggekeerd zijn de ballingen vol goede moed om die te herstellen. Bovendien vonden ze er ook hun heilige Schrift terug. Blijdschap dus en dankbaarheid;  God is als een moeder voor zijn volk.
In de lezing uit het Evangelie van Lucas trekken 72 leerlingen van Jezus er twee aan twee erop uit om de mensen het Goede Nieuws van Jezus te brengen. Hun eerste wens als ze ergens aanlandden zou  moeten zijn ‘vrede’ zijn: ‘vrede aan dit huis’. ‘Vrede zij u’, de wens van Jezus met Pasen aan het adres van zijn leerlingen. ‘Vrede zij u’ de eerste wens  van de nieuwe paus Leo XIV aan de wereld. Wat kun je, ook in deze tijd elkaar beter wensen dan ‘vrede’, momenteel de   samenvatting van alle goeds? Positief dus. Maar er komt wel iets bij wat minder gunstig klinkt: Jezus zegt tegen degenen die Hij twee aan twee erop uitstuurt: zie, ik zend u als lammeren tussen de wolven. Ongetwijfeld staan ervaringen uit die tijd, m.n. van Jezus zelf, maar ook van schrijver Lucas uit de eerste eeuw op de achtergrond. Het zaad van het evangelie valt niet altijd goed, maar valt ook op rotsige bodem, tussen distels en ander verstikkend onkruid. Zo is de realiteit van het mensenleven: positieve eigenschappen of deugden als goedheid en liefde, wijsheid en rechtvaardigheid, mededogen, vergevingsgezindheid en eerlijkheid groeien niet vanzelf op, maar vragen moeite en verzorging en de wil om die op te brengen. Tegelijk dat het Evangelie ons de nodige inspiratie en ondersteuning van leven geeft, wordt ons derhalve ook de inspanning gevraagd  om liefde en goedheid en daarmee het Rijk van God in onze wereld waar te maken. Wellicht spreekt ons geweten ons aan, beste mensen, als we ons bewust zijn van ons menselijk tekort, -en gelukkig als dat gebeurt-. Maar we kunnen gaan twijfelen of er wel een geweten bestaat als we zien wat mensen elkaar allemaal aandoen. Of zijn er een aantal zo afgestompt dat ze hun geweten hebben ingeruild voor gewetenloze behandeling van medemensen?  Hoe al die haat, hoe al die slachtoffers, al die verwoestingen, de cyberaanvallen en het nepnieuws te verantwoorden? Met de lezingen uit de H. Schift voor ogen voor ons de opgave positief te blijven. God heeft mensen uit liefde naar zijn beeld en gelijkenis geschapen. Hij is ons tegemoet gekomen door in zijn Zoon mens te worden zoals wij en ons liefde voor te leven. Koesteren we in onszelf vredeswil, goedheid en liefde. De tekst uit het Evangelie van Lucas van vandaag eindigt positief, als het erop aankomt, als het op waarachtig leven aankomt, als we opkomen voor de waarden van het Evangelie. Dan zal -naar Jezus’ woord- ‘niets ons kunnen schaden’. Laten we Hem daar maar regelmarig aan herinneren. Amen.

Emeritus pastoor Reijnen.