Skip to main content
All Posts By

Piet van Loo

Bezinningen 40-dagentijd (22-3-2024)

By beschouwingen

BEZINNING VEERTIGDAGENTIJD 2024, vrijdag  22 MAART

Lezingen: Jeremia 20, 10-13; Evangelie van Johannes 10, 31-42.

Even kort over Jeremia, een van de drie grote profeten van Israël naast Jesaja en Ezechiël. Jeremia begon zijn roeping als profeet al vóór de hervormingsgezinde koning Josias (622 vóór Christus) in Judea, die zijn volk uit de afgoderij en maatschappelijke onverschilligheid wilde halen en terugbrengen naar de ene God. Maar de hervorming onder koning Josias duurde maar kort. De volgende koningen stonden sterk onder invloed van grootmachten rondom als Babylonië en Egypte. Uit vrees voor eigen hachje speelden ze politieke spelletjes. In de Jeremiatekst van vandaag kan men lezen hoe de tegenstanders van Jeremia hem naar het leven staan, maar hoe de profeet ook rotsvast blijft vertrouwen op Gods bijstand.

Zoals uit de tekst uit het Evangelie van Johannes blijkt heeft ook Jezus het moeilijk met zijn tegenstanders, die Hem willen stenigen. De tegenstanders kunnen/willen zich niet verzoenen met de verbinding van God en mens in Jezus. Jezus als Messias, in wie God mens geworden is is voor hen onaanvaardbaar, ofschoon Jezus werken laat zien, die voortkomen uit zijn band met God.: ‘de Vader is in Hem en Hij is in de Vader’. Nog even kunnen Jezus’ tegenstanders zich nog niet aan Hem vergrijpen. Hij weet zich nog aan hen te onttrekken. Dat ze zich echter aan Hem vergrijpen gedenken we in de vieringen van onze ‘Goede Week’. In Hem gedenken we ook allen die slachtoffer zijn van menselijke wandaden.

Als u een Bijbel hebt neem die dan ter hand. Zo niet dan weet u, als u het bovenstaande gelezen hebt, waar de teksten over gaan. Afgoderij van macht, aanzien, geld en de daarmee gepaard gaande onverschilligheid t.a.v. de medemens zijn van alle tijden. Het goede/goede mensen ondergaan vaak forse weerstand tot poging ging tot vernietiging toe. Ook dit verschijnsel is van alle tijden.

Doe weer zoals gebruikelijk tijdens uw moment van bezinning:

-Kies een moment dat u niet gestoord kunt worden en zoek een rustige plek.

-Kom innerlijk tot rust; een regelmatige ademhaling kan daarbij helpen. Lees de (Bijbel)teksten en vraag u af wat ze u te zeggen hebben. Welke tekst of zin spreekt u aan?

-Laat de tekst enige minuten op u inwerken en lees daarna de tekst(en) opnieuw.

-Heeft het herlezen u nog iets extra’s gebracht?

-Neem de tijd om door te laten dringen wat u heeft aangesproken

-Formuleer een gebed met uw eigen woorden

-en ga weer verder met uw dagelijkse bezigheden.

Emeritus pastoor Reijnen. 

Bezinningen 40-dagentijd (19-3-2024)

By beschouwingen

Vastenoverweging 19 maart 2024.

2 Samuël 7, 4 – 5a, 12 – 14a

Maar diezelfde nacht nog werd het woord van Jahwe gericht tot Natan: “Zeg aan mijn dienaar David: Zo spreekt Jahwe: Gij wilt voor Mij een huis bouwen en Mij daarin laten wonen?
Als uw dagen voltooid zijn en gij bij uw vaderen rust, zal Ik de nazaat die gij verwekt hebt hoog verheffen en zijn koninklijke macht in stand houden. Hij zal een huis bouwen ter ere van mijn naam en Ik zal zijn koninklijke troon voor altijd in stand houden. Ik zal hem tot vader zijn en Hij zal mijn zoon zijn.”

 Matteüs 1, 16, 18 – 21, 24a
Jakob nu was de vader van Jozef, de man van Maria, en uit haar werd geboren Jezus die Christus genoemd wordt.
De geboorte van Jezus Christus vond plaats op deze wijze. Toen zijn moeder Maria verloofd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger van de heilige Geest. Omdat Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, dacht hij er over in stilte van haar te scheiden. Terwijl hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer die tot hem sprak: “Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; het kind in haar schoot is van de heilige Geest. Zij zal een zoon ter wereld brengen die gij Jezus moet noemen, want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden.” Ontwaakt uit de slaap deed Jozef zoals de engel van de Heer hem bevolen had en nam zijn vrouw tot zich.

Deze teksten lijken mijns inziens op het eerste gezicht een merkwaardige samenhang te hebben. De tweede tekst is zelfs een perikoop die eerder betrekking heeft op Kerstmis dan op het aanstaande Paasfeest. Toch zit er bij een nadere overweging een verband tussen beide teksten. In het tweede boek Samuël lezen we dat God tot David spreekt en zegt dat diens nazaat voor immer Gods zoon zal zijn en dat Hij de koninklijke troon voor de zoon altijd zal beschermen.

In het tekstfragment van Matteüs gaat het over de engel die tot Jozef – wiens naamfeest we op 19 maart vieren – spreekt en voorzegt dat zijn verloofde, Maria, een Redder ter wereld zal brengen.

De combinatie van beide teksten wordt zo iets duidelijker: de relatie tussen God en Zijn Zoon wordt onder woorden en scherp onder de aandacht gebracht. Laten we in dit licht niet vergeten dat het over tien dagen Goede Vrijdag is. Op die dag gedenken wij de zogenaamde kenosis, een Grieks woord dat wijst op de “ontlediging” (kenos betekent ‘leeg’ in het Grieks) van Christus: Hij, de Godsgelijke, gaf zichzelf volkomen prijs en werd een dienaar. Een volkomen overgave aan Gods wil (hierin horen wij het ‘mij geschiede naar Uw woord’ en het ‘Fiat voluntas tua . . .’). Wij weten dat deze overgave resulteert in de overwinning van het leven op Paasmorgen.

De twee teksten willen, zo meen ik, het volgende onderstrepen: Wat er ook gebeurt, de relatie tussen God en Zijn Zoon is voor de eeuwigheid. Jezus bouwt het huis voor God en God zal de troon voor Zijn Zoon altijd in stand houden. Zo is de twee-eenheid gesmeed. Na Pasen wachten we op Pinksteren zodat de Drie-eenheid vorm krijgt.

 

Arthur Prakken

*zoek een moment waarin u stil kunt zijn, in uzelf te keren en niet afgeleid te worden.
*neem een ontspannen houding aan. Een bewust rustige ademhaling kan hierbij helpen.
*Lees de tekst die u wordt aangereikt, laat de tekst tot u doordringen en vraag u af wat er volgens u in de       tekst staat.
*Lees de tekst opnieuw en vraag u af of u nog een aanvulling vindt op wat u aanvankelijk (al) gelezen had.
* Vraag u af wat de betekenis van wat u overwogen hebt concreet kan betekenen voor uw eigen leven.
*Blijf een minuut of vijf stil, of zo gewenst langer.
*Formuleer met uw eigen woorden een gebed ter afsluiting en geef daarin weer wat in u opgekomen is in uw tijd van bezinning.

En ga verder met uw bezigheden.

Arthur Prakken. 

Bezinning 40-dagentijd. (15-3-2024)

By beschouwingen

Bezinning OP DE Veertigdagentijd vrijdag 15 MAART 2024

Vandaag lezen en herlezen we de teksten uit Wijsheid 2, de verzen 1a.12-22 en Johannes 7, de verzen 1-2.10.25-30. Zorg daarbij voor een rustig moment en laat deze teksten tot u doordringen. Uit deze teksten is een kleine selectie gemaakt. Het centrale thema in beide gekozen tekstdelen is het bespotten, belagen, vervolgen en zelfs het willen doden van de Rechtvaardige (lees Jezus), die aanspoort tot een godsvruchtige levensstijl.  Probeer dan antwoorden te vinden op onderstaande vragen.

Uit het Boek der Wijsheid:
Toelichting: De ‘goddelozen’ zijn hier aan het woord. Zij willen vrij en ongebonden leven, het maximum eruit halen. Zij spuwen – ook letterlijk – op de man die zichzelf  blijkbaar ziet als ‘een zoon van God’, dat wil zeggen als door God aangenomen en door Hem bemind.

“In valse waan zeggen de goddelozen tot elkaar:
(12) “Laten wij de rechtvaardige belagen, want hij is van geen nut,…
(13) hij beroemt er zich op dat God zijn vader is.
(19) Laten wij met brutaliteit en kwelling hem aanpakken, om te zien of hij werkelijk zachtmoedig is en om zijn geduld te toetsen
.
(20) Laten wij hem tot een schandelijke dood veroordelen,….”

Uit het Evangelie van Johannes:
Toelichting: Johannes gebruikt “uur” voor een belangrijk moment in het leven van Jezus. B.v.: het uur om naar de Vader terug te keren (Dood), de verheerlijking van Jezus Christus. (Verrijzenis) )

“(1) In die tijd trok Jezus rond in Galilea, want Hij wilde dat niet in Judea doen, omdat de Joden er op uit waren Hem te doden.
(25)  Enkele Jeruzalemmers zeiden: “Is dit niet de man, die ze zoeken te doden?
(28) Terwijl Jezus in de tempel leerde, riep Hij met luide stem: “Gij kent Mij en gij weet waar Ik vandaan ben, toch ben Ik niet uit Mijzelf gekomen, maar Die Mij gezonden heeft is waarachtig, Hem kent gij niet.
(30) Ze wilden zich van Hem meester maken, maar niemand sloeg de hand aan Hem, want zijn uur was nog niet gekomen.”

Vragen:
Waarom wilden de goddelozen de rechtvaardige veroordelen en waarom wilden de Joden Jezus doden?
Willen wij op de dag van vandaag óók vrij en ongebonden het maximum uit ons leven halen?
Of zouden wij niet allemaal liever “kinderen van God” genoemd willen worden, ook al worden wij daarom bespot of zelfs vervolgd?

 Gebed
God, Uw wijsheid is voor velen een dwaasheid. Die wijsheid leidt ons op een smalle weg via het kruis naar U toe. Geef dat wij niet ophouden Uw wijsheid te zoeken. Sterk ons door uw visioen van een wereld waar iedereen recht wordt gedaan en iedereen die geraakt wordt door onrust, oorlog en geweld

Michaël Jongkamp

Bezinningen 40-dagentijd (12-3-2024)

By beschouwingen

Dit is de lezing van dinsdag 12 maart

Johannes 5 1-3a 5-16

JEZUS Ging naar een Joods feest in Jeruzalem.  In Jeruzalem is bij de schaapspoort een bad met vijf zuilen gangen, dat is in het hebreeuws  Betzata  Daar lagen een groot aantal zieken, blinden, kreupelen en misvormden. Er was ook een iemand bij die al 38 jaar ziek was. Jezus zag hem liggen, Hij wist hoe lang hij al ziek was en zei tegen hem: “ Wilt u gezond worden?” De zieke antwoordde “Heer als het water gaat bewegen is er niemand die mij er in te helpen, ik probeer het wel, maar altijd is er een ander die voor mij gaat.

Jezus zei “ sta op, neem uw mat op en loop. Meteen werd de man gezond. Hij pakte zijn slaapmat op en liep. Nu was het die dag sabbat. De joden zeiden tegen de man die genezen was “het is sabbat, het is niet toegestaan een slaapmat te dragen” De man zei tegen hen “ De gene die mij genezen heeft zei tegen mij “ pak uw mat op en loop.” Wie zei dat tegen u? vroegen ze. Maar de man die genezen was kon niet zeggen wie het was, want Jezus was al verdwenen omdat daar zoveel mensen waren.

Later kwam Jezus hem tegen in de tempel, en zei tegen hem “ U bent nu gezond zondig daarom niet meer anders zal u iets ergers overkomen. De man ging aan de joden vertellen dat het Jezus was die hem gezond gemaakt had.

Het was dat Jezus zulke dingen deed op sabbat dat de joden Hem wilden vervolgen.

Aanbeveling:
Kies een moment waarin u niet afgeleid wordt.
Lees de aangeboden tekst nog een keer en vraag u af wat heb ik gelezen
Laat wat u gelezen hebt even bezinken  en vraag u af, kan ik het met eigentijdse woorden weergeven?
Lees de tekst nog een keer. Blijf even stil en vraag u af of er nog wat toe te voegen valt aan wat u zojuist  hebt gelezen.
Vraag u af wat de betekenis van wat u overwogen hebt concreet kan betekenen voor uw eigen leven?
Probeer dat weer te geven in een gebed tot God /Jezus Christus met uw eigen woorden.

 Wat heb ik gelezen:
In plaats van blijdschap over de genezing van de man, ontstaat er een discussie over het overtreden van de regels van de sabbat. Daarom willen de joden Jezus vervolgen.
Dan lees ik dat de man zegt ik heb niemand.”  Een paar woorden waar een enorme teleurstelling en eenzaamheid uit spreekt.
Ook in deze tijd, is het soms dat geen mens om je heen op je let of bereid is om te helpen.
Denk aan de oorlog b.v in Oekraine en andere oorlogslanden. Maar ook hier in eigen land stad of dorp zijn vele mensen eenzaam Een luisterend oor, of aangeboden hulp kan veel goeds doenEenzaamheid is een van de grootste problemen van deze tijd.

 Gebedje:
Ik bid voor alle mensen in oorlogsgebieden die hun familie en vrienden zien vertrekken naar veiliger gebieden. Zij moeten lijdzaam toe zien dat zij al hun vrienden en familie misschien niet meer terug zien. Dan kan de eenzaamheid snel toeslaan. Laten we bidden dat voor al die eenzame mensen altijd iemand is om voor hen te zorgen en te bidden. Amen.

kapelaan Siju.

Bezinningen 40-dagentijd (vrijdag 8 maart 2024)

By beschouwingen

Vrijdag 08 maart: Hosea 14, 2-10; Marcus 12, 28b-34

“De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” En daarna komt dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’ 

Medegelovigen, de heilige bisschop Augustinus heeft ooit een boekje geschreven dat heet ‘Speculum’, wat ‘Spiegel’ betekent. Zoals wij goed in de spiegel kijken of alles goed en netjes zit, zo zou het ook goed zijn om geregeld naar ons innerlijk te kijken en om erop te letten of wij na verloop van tijd een beetje veranderd zijn, betere mensen zijn geworden.

In het evangelie van vandaag staat de liefde voor God voorop en boven alles. Deze woorden zijn geen simpele instructies, maar een oproep tot een transformerende liefde die ons hele wezen doordringt en onze relaties met God en onze medemens vormgeeft. Liefhebben met heel ons hart, ziel, verstand en kracht betekent dat onze liefde voor God allesomvattend moet zijn. Het is een liefde die ons verheft boven onze eigen belangen en ons verbindt met de diepte van Gods genade. Het is belangrijk op te merken dat Jezus niet alleen spreekt over het gebod om onze naaste lief te hebben, maar ook om onszelf lief te hebben. Dit is geen egoïsme, maar een erkenning van onze eigen waarde als geliefde kinderen van God. Als we onszelf niet kunnen liefhebben, zullen we moeite hebben om anderen lief te hebben zoals Jezus ons heeft opgedragen. Bovendien is ieder van ons geroepen. Jezelf beminnen betekent je roeping beminnen, haar koesteren, dankbaar omdat God je persoonlijk heeft gekozen om een bepaalde weg in je leven te gaan.

Als we deze dubbele geboden in ons leven naleven, liefde voor God en liefde voor onze naaste als onszelf zullen we merken dat ons geloof levendiger wordt, onze relaties rijker worden en onze wereld een betere plek wordt om te wonen. Laten we daarom vastberaden zijn om deze liefde in praktijk te brengen, wetende dat het de kern vormt van ons christelijk getuigenis en ons leven vervult met Gods vrede en zegen.

De woorden “je moet je naaste liefhebben als jezelf” zijn zó snel uitgesproken, binnen drie seconden, maar wij hebben een leven lang nodig om te leren ècht lief te hebben. Proberen wij: niet oordelen, van harte vergeven, goed zijn voor iedereen, óók voor hen die het kwade doen. Een prachtige opdracht, maar ook een grote. Gelukkig ontvangen wij hier Gods liefde, kracht, troost en wijsheid om het ook daadwerkelijk te kunnen volbrengen.

Moge de Heer ons helpen om deze geboden van liefde in ons leven te verankeren, opdat we ware leerlingen van Christus kunnen zijn.

AANBEVELINGEN:

*Kies een moment waarin u niet afgeleid wordt

*Lees de aangeboden tekst en vraag u af: wat heb ik gelezen?

*Blijf even stil en vraag u af of er nog wat toe te voegen valt aan wat u zojuist hebt gelezen?

*Vraag u af wat de betekenis van wat u overwogen hebt concreet kan betekenen voor uw eigen leven?

*Probeer dat weer te geven in een gebed tot God/Jezus Christus met uw eigen woorden.

*Blijf nog even stil en ga verder met uw bezigheden.

Laten we bidden

Vader, leer ons U lief te hebben
vanuit de diepte van ons hart,
met heel onze ziel, met heel ons verstand
en met al onze kracht.
Laat onze liefde voor U de bron zijn
van al onze daden en beslissingen.
Help ons om onze naasten lief te hebben
zoals we zelf ook onze diepste kern beminnen.
Moge onze liefde voor de naaste
uw grenzeloze liefde weerspiegelen.
In Jezus Christus, onze Heer.
Amen.

Kapelaan Siju.

Bezinning 40-dagentijd (vrijdag 1-3-2024)

By beschouwingen

We lezen:        Genesis 37, 3-4, 12-13a, 17b-28 en Mattheüs 21, 33-43, 45-46

We lezen op vrijdag in deze tweede week van de Veertigdagentijd uit het Boek Genesis en uit het Evangelie van Matteüs.
Als u een bijbel hebt, neem die er dan bij. Voor degenen, die geen bijbel hebben, hieronder de tekst van de lezing uit het evangelie van Mattheüs.
“Luister naar een andere gelijkenis. Er was eens een landheer die een wijngaard aanlegde en hem omheinde. Hij groef er een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Toen verpachtte hij hem aan wijnbouwers en ging op reis. Tegen de tijd van de druivenoogst stuurde hij zijn knechten naar de wijnbouwers om zijn vruchten in ontvangst te nemen. Maar de wijnbouwers grepen de knechten, ze mishandelden er een, doodden een ander en stenigden een derde. Daarna stuurde de landheer andere knechten, een grotere groep dan eerst, maar met hen deden ze hetzelfde. Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. Toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze onder elkaar: ‘Dat is de erfgenaam! Kom op, laten we hem doden en zijn erfenis opstrijken,’ en ze grepen hem vast, gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem. Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt, wat moet hij dan met die wijnbouwers doen?” Ze antwoordden: ‘De onmensen! Laat hij ze op een mensonwaardige manier ombrengen en de wijngaard verpachten aan andere wijnbouwers, die de vruchten wel aan hem afdragen wanneer het daar de tijd voor is.’ Daarop zei Jezus tot hen: ‘Hebt u dit nooit in de Schriften gelezen: “De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden. Dankzij de Heer is dit gebeurd, wonderbaarlijk is het om te zien.” Daarom zeg ik u: het koninkrijk van God zal u worden ontnomen, en gegeven worden aan een volk dat het wel vrucht laat dragen.

Toen de hogepriesters en de Farizeeën zijn gelijkenissen hoorden, begrepen ze dat hij over hen sprak. Ze wilden hem graag gevangennemen, maar ze waren bang voor de reactie van de volksmassa, daar men hem voor een profeet hield.”

*Vooraf: Zoek een moment waarin u stil kunt zijn en u niet laat afleiden; en probeer een ontspannen houding aan te nemen.
*Lees de tekst langzaam en vraag u af wat er in de tekst staat.
*Lees de tekst opnieuw en vraag u af of wat u eerst las in de tekst nog en aanvulling krijgt?
Wie zijn de wijnbouwers in deze parabel? Zijn wij niet de pachters van Gods wijngaard?
*Vindt u dat de tekst ons, mensen van nu, nog wat te zeggen heeft? Kunt u dat benoemen?
*Geldt dat ook voor uzelf?

Blijf enige minuten stil.
*Formuleer met eigen woorden een gebed ter afsluiting en zeg daarin wat in u opgekomen is.

En, ga verder met uw bezigheden.

Theo Dhalmans.   

BEZINNING 40-DAGENTIJD 2024 (27-2-2024)

By beschouwingen

Vastenoverweging 27 februari – 2e week.

 Vandaag lezen en herlezen we uit het boek Jesaja hoofdstuk 1, de verzen 10 en 16 t/m 20 en uit het evangelie van Mattheüs hoofdstuk 23, de verzen 1 t/m 12. Zorg daarbij voor een rustig moment en laat deze teksten tot u doordringen. Uit deze teksten is een kleine selectie gemaakt. Het centrale thema in beide gekozen tekstdelen is het naleven van de wet van God en het aansporen tot een godsvruchtige levensstijl.  Probeer dan antwoorden te vinden op de vragen hieronder.

Inleiding op Jesaja 1, 10. 16-20

 Jesaja profeteerde een lange periode, van ± 750-690 v. Chr. Hij begon zijn bediening onder Koning Uzzia van Juda, zette die voort onder de koningen Achaz en Hizkia. Waarschijnlijk stierf Jesaja de marteldood onder koning Manasse. Hij was toen ongeveer 90 jaar. De steden Sodom en Gomorra waarvan de ondergang in Genesis 19 wordt beschreven, werden het beeld van verdorvenheid en onderdrukking. Wat betreft het wassen waren de Joden vertrouwd met rituele wassingen. De profeet zet een stap verder: was niet alleen de buitenkant, maar ook wat binnen in je leeft. De rode kleuren zijn een mogelijke verwijzing naar misdaden die met bloed te maken hebben. Het zwaard is hier het beeld voor oorlog.

Jesaja 1, 10. 16-17
10 Hoor het woord van de HEERE, leiders van Sodom! Neem de wet van onze God ter ore, volk van Gomorra!
16 Was u, reinig u! Doe uw slechte daden van voor Mijn ogen weg! Houd op met kwaad doen, 17 leer goed te doen, zoek het recht! Help de verdrukte, doe de wees recht, bepleit de rechtszaak van de weduwe!

Inleiding op Mattheus 23, 1-12

 Mozes nam een prominente plaats in binnen het geloofsverhaal van de Israëlieten, als leraar van de Wet. Degenen die hem opvolgden in die rol, de schriftgeleerden en de farizeeën, leken het perspectief te hebben verloren. Hun uiterlijke gedrag was in strijd met de geest van de wet. De felheid waarmee Jezus de farizeeërs terechtwijst is vaak verrassend. Hij die gastvrij en barmhartig is voor zondaars lijkt dat niet te kunnen opbrengen voor de religieuze leiders en hun hypocriete dubbele moraal.

 Matteüs 23, 2-3

2 “Op de leerstoel van Mozes hebben de schriftgeleerden en de Farizeeën plaats genomen.  3 Doet en onderhoudt daarom alles wat zij u zeggen, maar handelt niet naar hun werken; want zelf handelen ze niet naar hun woorden”.

Vragen:
Wat is religie voor mij? Draagkracht of een last? Een kwestie van liefde of van wet? Kan ik mezelf herkennen in de farizeeër – de farizeeër in mij? Is juist deze vastentijd niet  de tijd om ook onze binnenkant te reinigen?

Gebed

We leven in een wereld waarin eer en prestige heel belangrijk kunnen zijn. Heer, uw weg is er een van nederigheid en waarheid. U brengt de machtigen ten val en verheft de nederigen (Lucas 1:52). Help ons om ons hart meer op dat van U te laten lijken, zodat armoede, eenvoud en waarheid centraal staan in ons leven en in onze relaties.

Michel Jongkamp

BEZINNINGEN 40-DAGENTIJD (23-2-2024)

By beschouwingen

Vastenoverweging 23 februari 2024 

Ezechiël 18, 21-28

Als een boosdoener zich bekeert van de zonden die hij gedaan heeft, al mijn geboden onderhoudt en handelt naar recht en wet, dan zal hij in leven blijven; hij zal niet sterven. De zonden die hij gedaan heeft worden hem niet aangerekend; om zijn goede daden zal hij in leven blijven. Zou ik soms behagen scheppen in de dood van de zondaar, luidt de godsspraak van Jahwe de Heer, en niet veel liever zien dat hij zijn leven betert en in leven blijft? Maar als een rechtvaardige van de weg der rechtvaardigheid afwijkt en kwaad gaat doen en dezelfde gruwelen bedrijft als de boosdoener, zal hij dan in leven blijven? Al zijn vroegere goede daden tellen dan niet meer mee; omdat hij afgevallen is en gezondigd heeft, zal hij sterven. Hier brengt ge tegen in: ‘De weg van de Heer is niet recht!’ Luister toch, volk van Israël: Zou mijn weg niet recht zijn? Zijn het veeleer uw wegen die niet recht zijn? Als een rechtvaardige afwijkt van de weg der gerechtigheid en kwaad gaat doen, zal hij om die reden sterven; om het kwaad dat hij gedaan heeft zal hij sterven. En als de boosdoener zich bekeert van de zonden die hij gedaan heeft en naar wet en recht handelt, dan blijft hij in leven.

Matteüs 5, 20-26

Ik zeg u: Als uw gerechtigheid die van de Schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft, zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der hemelen. Gij hebt gehoord, dat tot onze voorouders is gezegd: Gij zult niet doden. Wie doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht. Maar ik zeg u: al wie vertoornd is op zijn broeder, zal strafbaar zijn voor het gerecht. En wie tot zijn broeder zegt: dwaas, zal strafbaar zijn met vuur van de hel. Als gij uw gave komt brengen naar het altaar en daar schiet u te binnen dat uw broeder iets tegen u heeft, laat dan uw gave voor het altaar achter, ga u eerst met uw broeder verzoenen en kom dan terug om uw gave aan te bieden. Haast u het eens te worden met uw tegenpartij, zolang ge nog met hem onderweg zijt; anders zou uw tegenpartij u wel eens aan de rechter kunnen overleveren, en de rechter u aan de gerechtsdienaar, en zoudt gij in de gevangenis worden geworpen.

De tekst van de oudtestamentische schrijver Ezechiël roept op tot bekering van het kwade naar het goede. God zal de persoon die een dergelijke bekering bewerkstelligt bij zichzelf belonen. Wie afdwaalt van de weg der gerechtigheid – de persoon die een rechtschapen houding en dienovereenkomstig gedrag achter zich laat – ontbeert de goddelijke genade. Aan het begin van de veertigdagentijd worden wij langs de weg van deze tekst opgeroepen om ons te bekeren: een draai te maken van het slechte naar het goede. Ons wacht dan een beloning. Daarnaast lezen we de waarschuwing om niet de weg van het goede te verlaten!

In de tekst van de evangelist Matteüs lezen wij iets soortgelijks: wij worden opgeroepen om met een zuiver geweten en reine geest te handelen in de richting van onze naasten. Wie zijn naasten niet recht in de ogen kan kijken, zal eerst verzoening moeten plegen. Zonder deze smetteloze houding is de gang naar het altaar ongewenst. In dit fragment valt de nadruk meer op de naastenliefde, de caritas.

De veertigdagentijd is nu een dikke week oud en we zien in beide teksten een duidelijke oproep tot een gewetensonderzoek. Iedereen dient in de spiegel te kijken en zich de vraag te stellen of hij zich zonder bezwaard gemoed kan oriënteren op het Paasfeest. Een goed en zuiver geweten en omzien naar de naasten zijn sleutelbegrippen.

*zoek een moment waarin u stil kunt zijn, in uzelf te keren en niet afgeleid te worden.

*neem een ontspannen houding aan. Een bewust rustige ademhaling kan hierbij helpen.

*Lees de tekst die u wordt aangereikt, laat de tekst tot u doordringen en vraag u af wat er volgens u in de tekst staat.

*Lees de tekst opnieuw en vraag u af of u nog een aanvulling vindt op wat u aanvankelijk (al) gelezen had.

* Vraag u af wat de betekenis van wat u overwogen hebt concreet kan betekenen voor uw eigen leven.

*Blijf een minuut of vijf stil, of zo gewenst langer.

*Formuleer met uw eigen woorden een gebed ter afsluiting en geef daarin weer wat in u opgekomen is in uw tijd van bezinning.

En ga verder met uw bezigheden.

Arthur Prakken

BEZINNING 40 DAGENTIJD (dinsdag 20-2-2024)

By beschouwingen

Dinsdag 20 februari

Lezingen: Jesaja 55, 10-11; Matteüs 6, 7-15

“Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven.”

Soms gebeuren er van die minder leuke dingen in het leven. Door de schuld van een ander komen wij te laat bij een belangrijke vergadering. Terwijl wij netjes bij het rode verkeerslicht staan te wachten rijdt iemand een deuk in onze auto. In dergelijke situaties is het misschien nog niet zo heel moeilijk om te vergeven. Het kan allemaal een oorzaak hebben en per slot van rekening zijn er geen gewonden gevallen.

We weten allemaal, dat wij moeten vergeven. Het is een goddelijk gebod. Maar soms lukt het niet om het meteen te doen. In bepaalde gevallen is vergeving een proces, dat veel kleine stappen vereist voordat we die grote sprong van genade en volledige vergeving kunnen maken. Daar heeft Jezus Christus geen problemen mee, want Hij kent onze harten, Hij weet dat we hier en daar klein zijn en tijd nodig hebben om te groeien. Hij verwacht niet het onmogelijke van ons.

Dus welke stappen kunnen wij nemen? De eerste en de belangrijkste stap is altijd die van het gebed. In de stilte van ons hart kunnen wij ons openstellen voor Jezus’ aanwezigheid en Hem vragen om allereerst aan onszelf zijn liefde en genade te geven. Het is een eenvoudig gebed, maar het is alles wat de Heer nodig heeft om onze pijn te genezen. Na verloop van tijd, wanneer wij zijn genezende liefde ervaren, zullen wij de kracht vinden om de ander te vergeven.

We weten allemaal, dat een van de doelen van ons leven is om zo barmhartig te worden als onze hemelse Vader barmhartig is. Maar het is net zo belangrijk om te weten, dat vergeving in die bijzonder pijnlijke situaties een doel is, dat we ooit hopen te bereiken, en geen opdracht, die wij onmiddellijk moeten vervullen. Het belangrijkste is, dat we aan deze reis beginnen, en dat wij ons best doen om op het pad van vergeving te blijven. Waar wij ook zijn op deze reis, vandaag wordt ons een geweldige kans gegeven om nog een stap te zetten. Dat hoeft niet groots te zijn. Al zetten wij maar een kleine stap, God maakt hem wel groter.

AANBEVELINGEN
*Kies een moment waarin u niet afgeleid wordt

*Lees de aangeboden tekst en vraag u af: wat heb ik gelezen?

*Blijf even stil en vraag u af of er nog wat toe te voegen valt aan wat u zojuist hebt gelezen?

*Vraag u af wat de betekenis van wat u overwogen hebt concreet kan betekenen voor uw eigen leven?

*Probeer dat weer te geven in een gebed tot God/Jezus Christus met uw eigen woorden.

Blijf nog even stil en ga verder met uw bezigheden.

Geef, o Heer, dat zoals uw Zoon Jezus Christus bad voor zijn vijanden aan het kruis, zo wij genade mogen hebben om hen te vergeven die ons onrechtvaardig of minachtend gebruiken, zodat wij zelf in staat zijn uw vergeving te ontvangen; door Jezus Christus onze Heer, die leeft en regeert met u en de Heilige Geest, één God, voor eeuwig en altijd. Amen.

Kapelaan Siju