Broeders en zusters in Christus, Vandaag begint de Goede Week. Palmzondag is een bijzondere dag: enerzijds vieren we Jezus’ plechtige intocht in Jeruzalem, anderzijds horen we reeds het Passieverhaal. Het is een zondag vol contrasten van “Hosanna!” tot “Kruisig Hem!” En midden in al die uitersten klinkt één grote, dringende vraag: Wie is Hij?
Het volk in Jeruzalem stelde die vraag toen Jezus op een ezel de stad binnenkwam: “Wie is dat?” En ook wij stellen die vraag vandaag opnieuw. Het is een vraag die als een rode draad door de lezingen van de afgelopen week liep, vooral in het Johannesevangelie: “Wie is deze man? Wie is Jezus?”
Als we terugblikken op de doordeweekse lezingen, zien we hoe Jezus door Judea en Galilea trok. Hij genas zieken, onderwees de mensen, en sprak steeds duidelijker over zijn unieke relatie met de Vader. In Johannes Evangelie horen we Hem zeggen: “Voorwaar, Ik zeg u: vóór Abraham werd, ben Ik.” Doordat Hij rechtstreeks uit God geboren was, was Hij ook gelijk aan God, echter een uitspraak die zijn tegenstanders niet konden verdragen. Ze raapten stenen op om Hem te doden.
Toch bleef Hij doorgaan. Niet met geweld of dwang, maar met geduld, liefde en waarheid. Hij probeerde duidelijk te maken: “Ik ben niet zomaar een profeet, niet slechts een leraar of genezer. Ik ben de Zoon van God.”
Maar ze wilden het niet geloven. Integendeel, de weerstand groeide. Hun harten verhardden. De vraag “Wie is Hij?” maakte plaats voor het oordeel: “Hij moet verdwijnen.”
En dan komen we bij vandaag. Jezus trekt Jeruzalem binnen, niet als een krijgsheer, niet op een strijdros, maar op een ezel. Zo vervult Hij de profetie van Zacharia: “Zie, uw koning komt tot u, rechtvaardig en zegevierend, nederig en rijdend op een ezel.”
Hij toont zich als Koning, maar een koning van een ander soort. Geen machthebber met zwaard en troon, maar een nederige dienaar, de Messias die gekomen is om te lijden en zichzelf te geven. Zijn koningschap zal zich openbaren, niet in pracht en praal, maar aan het kruis.
En opnieuw klinkt die vraag: Wie is Hij?
Voor velen was Hij een profeet. Voor de Farizeeën een bedreiging. Voor zijn leerlingen was Hij de Messias, maar ook zij zouden nog schrikken van wat dat werkelijk betekende.
En vandaag klinkt diezelfde vraag tot ieder van ons: Wie is Jezus voor mij?
Is Hij slechts een inspirerende figuur, een moreel voorbeeld, een wijze man uit het verleden? Of is Hij voor mij ook de werkelijk de Zoon van God, mijn Redder, mijn Koning, mijn Heer?
Durven wij Hem erkennen als Heer van ons leven, ook wanneer dat moeilijk wordt? Durven wij Hem te volgen in zijn zachtmoedigheid, zijn bereidheid tot dienen, zijn radicale overgave aan de wil van de Vader?
Want wie Jezus werkelijk is, wordt pas ten volle zichtbaar in zijn kruis én in zijn verrijzenis. Zijn macht ligt in Zijn Liefde. Zijn overwinning in Zijn zelfgave. En die Liefde is ook vandaag nog werkzaam, in de eucharistie, in de gemeenschap van de Kerk, in elk hart dat Hem erkent.
Broeders en zusters, Laat deze Goede Week een weg van verdieping zijn. Spring niet te snel naar het Paas-Alleluja. Eerst mogen we de weg van het doorleven van het kruis gaan, met open ogen, met een open hart, met de vraag: Wie is Hij? En wie is Hij voor mij?
En misschien kunnen wij, met heel ons hart, antwoorden zoals Petrus het later zou doen:
“Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.” Amen.
Kapelaan Siju.