Dierbare broeders en zusters in Christus,
Er bestaat een oud en ontroerend verhaal over Jezus na zijn Hemelvaart. Toen Hij terugkeerde naar de hemel, werd Hij verwelkomd door de engelen. Ze vroegen nieuwsgierig naar zijn werk op aarde. Jezus vertelde hen over zijn geboorte, zijn leven onder de mensen, zijn prediking, zijn lijden, dood en verrijzenis – en hoe Hij de verlossing van de wereld tot stand had gebracht.
Toen stelde de engel Gabriël een indringende vraag: “En nu U terug bent, wie zet uw werk voort?” Jezus antwoordde: “Ik heb op aarde een groep mensen verzameld die in Mij geloofden en van Mij hielden. Zij zullen mijn werk voortzetten.” De engel Gabriël fronste zijn wenkbrauwen en zei: “U bedoelt Petrus, die U driemaal verloochende? En de anderen, die U in de steek lieten bij het kruis? Wat als ze falen? Heeft U een plan B?” En Jezus antwoordde eenvoudig: “Ik heb geen ander plan. Het moet slagen.”
Dát, broeders en zusters, is de kern van deze zevende zondag van Pasen: Jezus rekent op ons. Hij vertrouwt ons zijn zending toe. Hij heeft geen plan B – wij zijn zijn plan A.
In de eerste lezing uit de Handelingen van de Apostelen hoorden we hoe Jezus zijn leerlingen opdraagt om in Jeruzalem te blijven wachten op de komst van de Heilige Geest. Niet om stil te zitten, maar om zich voor te bereiden, om innerlijk te groeien, om gesterkt te worden voor de taak die hen wacht: zijn getuigen zijn tot aan de uiteinden van de aarde.
Dat wachten op Pinksteren is geen leeg wachten, geen passieve tijd. De leerlingen zijn samen, in gebed, in verbondenheid. Ze bereiden zich actief voor. En voor precies datzelfde worden ook wij uitgenodigd te doen in deze dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren: bidden, verdiepen, groeien.
De evangelielezing van vandaag laat ons Jezus zien in zijn hogepriesterlijk gebed. Het is een intiem moment vlak voor zijn lijden, waarin Hij niet voor zichzelf bidt, maar voor zijn leerlingen: “Heilige Vader, bewaar hen in uw Naam… opdat zij één mogen zijn zoals Wij.” Hij bidt om eenheid, om kracht, om bescherming. Niet om hen weg te nemen uit de wereld, maar om hen te bewaren in de wereld, als licht en zout. Zij staan symbool voor verandering, verbetering en een positieve uitstraling.
Hoe actueel is dat gebed in onze tijd! Ook wij leven in een verdeelde, onrustige wereld. Ook wij worden niet weggeroepen uit deze wereld, maar juist gezonden ín de wereld – gezonden om het verschil te maken, door hoe wij leven, hoe wij geloven, hoe wij liefhebben. Zonder liefde zouden wij wegkwijnen, daarom zijn wij allemaal geroepen om Gods Liefde uit te stralen, uit te dragen en voor te leven.
En dat vraagt moed. Want net als de eerste leerlingen zijn ook wij niet perfect. We twijfelen, we maken fouten, we vluchten soms weg van ons geloof. En toch zegt Jezus tegen ieder van ons: “Ik reken op jou. Jij bent mijn plan.”
Hoe doen wij dat in de praktijk?
Door getuigen te zijn, niet alleen met woorden, maar vooral met ons leven. Er is een wezenlijk verschil tussen prediken en verkondigen. Prediken doe je met woorden; verkondigen doe je met je daden. Ons geloof moet zichtbaar zijn in hoe we omgaan met anderen, hoe we keuzes maken, hoe we omgaan met rechtvaardigheid, met vergeving, met hoop.
We worden ook geroepen om leerlingen van Jezus te blijven – steeds groeiend in geloof. Door gebed, de sacramenten, en vooral door liefdevolle dienstbaarheid. Zo worden we levende instrumenten van zijn boodschap.
De Hemelvaart van Jezus is geen afscheid, maar een doorgang. Het is niet het einde, maar het begin van onze zending. Vandaag bevinden we ons liturgisch op een kruispunt: tussen Hemelvaart en Pinksteren, tussen belofte en vervulling. We worden uitgenodigd om net als de leerlingen ons hart te openen, samen te bidden, ons te laten vullen met de Geest van God.
Want Jezus heeft geen plan B. Hij rekent ons op. Amen.
Kapelaan Siju