Skip to main content
Category

Preken

Zondag 10-11-2024: 32e ZONDAG DOOR HET JAAR B 2024

By Preken

Lezingen: 1 Koningen 17, 10-16; Hebreeën 9, 24-28; Marcus 12,38-44

De lezingen van vandaag uit de H. Schrift nodigen uit tot nadere toelichting willen we ze wat beter kunnen verstaan. Wie was de profeet Elia uit het 1e Boek Koningen en wat stelde hij voor? Elia, profeet in de 8e eeuw vóór Christus ten tijde van koning Achab van het Noordrijk. Die steunde de afgoderij en daarom leefde de aan één God getrouwe Elia buiten zijn land. Het was een tijd van droogte en hongersnood. Elia, op weg naar Sarefat, ontmoet buiten de stadspoort een hout sprokkelende weduwe en vraagt haar eerst voor hem brood te bakken en dan pas voor zichzelf en haar zoon te zorgen. Op het eerste gezicht een merkwaardig vraag. Denkt de Godsman op de eerste plaats aan zichzelf? Als de vrouw op zijn verzoek ingaat wordt zij echter beloond. De profeet kan haar namens de ene God beloven dat het meel niet op zal raken en de kruik met olie niet leeg. Het aanbidden van vele aardse afgoden  heeft geen zin en bevordert de ondergang. Afgoderij sluit de mens namelijk op in zijn eigen wereld, de wereld van de machten om hem heen, zoals politieke en economische machten. Zij doen afbreuk aan het leven van gewone mensen. De ene God daarentegen is een god van leven. Daarvan te getuigen is waar de profeet Elia voor staat. De weduwe geeft er gehoor aan, zorgt voor de ander, in dit geval voor de profeet Elia en blijft daardoor met haar zoon in leven.  Hedendaagse profeten waarschuwen voor mogelijke afgoden als de steeds maar groter gewenste materiële vooruitgang, het alsmaar meer willen hebben en daardoor de bedreiging van leven op aarde door de opwarming ervan. Hedendaagse profeten gaan ervan uit, dat we zelf deel uitmaken van onze aarde en er verantwoordelijkheid voor dragen dat we zorgvuldig met de aarde moeten omgaan en haar niet moeten uitbuiten. Daar komt nog iets bij: In de tijd van de profeet, maar ook in de tijd van Jezus, werden gewone mensen niet ‘gezien’. Ook nu nog worden gewone mensen vaak niet gezien. Machthebbers maakten en maken vaak uit hoe de gewone mensen te leven hebben, wat ze moeten doen en laten. Zoals we in de Evangelielezing gehoord hebben pikten machthebbers van toen de huizen van de kwetsbare weduwen in als deze zich in de schulden moesten steken. Financiële en maatschappelijke voorzieningen zoals in onze tijd waren er toen niet. Maar ook in onze tijd kloppen ze niet altijd ten behoeve van de mensen die ze echt nodig hebben. Regels kunnen van dien aard zijn dat hulp nodig is om ze kunnen te snappen. We leven in een onvolmaakte wereld hoe technisch vooruitgegaan we ook zijn. Er zijn mensen die de voedselbank nodig hebben. Heb ik het goed gezien op het nieuws dat 900.000 gezinnen te maken hebben met ouders met psychische problemen of met een verslaving? Welke gevolgen voor de kinderen? En hoeveel jonge mensen tussen de 15 en 35 jaar kampen met problemen, zijn depressief, hebben weinig ondernemingslust? Daar staat vanuit ons geloof de boodschap tegenover, dat God met ons is en werkzaam is in mensen, die zich open stellen voor zijn werking; dat er zoals in het verhaal van Elia altijd mensen zijn, die -met opzij zetten van zichzelf- voor anderen zorgen; die vanuit het weinige dat ze hebben nog met anderen delen, zoals in het Evangelieverhaal. Zij houden daarmee in een onvolmaakte wereld het geloof in de goedheid van de mens overeind. Zij zijn de kinderen van God. Wij zijn allemaal ertoe geroepen om kinderen van God te zijn en ons ernaar te gedragen overeenkomstig onze eigen mogelijkheden. Als de lezingen van vandaag ons daar inzicht in hebben gegeven mogen ze ons inspireren dienovereenkomstig te handelen overeenkomstig eigen kunnen. Amen.

Emeritus pastoor Reijnen.

Zondag 27-10-2024: 30e zondag door het jaar B.

By Preken

Beste mensen, “Waarom zouden we bidden als God al weet wat we willen?” Het is een vraag die velen van ons bezig kan houden, en terecht. Als God alles weet; onze verlangens, onze zorgen, onze diepste noden, waarom zouden we Hem dan nog moeten vertellen wat ons bezighoudt? Vandaag worden we hierin meegenomen door het verhaal van Bartimeüs. Dit verhaal toont ons niet alleen iets over bidden, maar ook over onze relatie met God.

In het evangelie zien we Bartimeüs, een blinde bedelaar langs de weg. Hij roept uit naar Jezus: “Heb medelijden met mij!” Hij vraagt niet onmiddellijk om genezing, maar om medelijden, om genade. Waarom doet hij dat? Omdat Bartimeüs beseft dat zijn diepste nood niet alleen lichamelijk is; hij verlangt naar de nabijheid van God, naar vergeving en genade. Door deze smeekbede laat hij zien dat zijn hart naar meer verlangt dan wat zijn ogen kunnen zien.

Dan gebeurt er iets bijzonders: Jezus, die alles over hem weet, stelt Bartimeüs een vraag die ons kan verrassen. Hij vraagt: “Wat wilt u dat ik voor u doe?” Jezus, die onze harten en noden kent, nodigt Bartimeüs uit om uit te spreken wat hij verlangt. Dit lijkt misschien onnodig, maar juist in dat spreken, in die openbaring, opent Bartimeüs zijn hart voor God. Hij erkent zijn diepste behoefte en brengt die met vertrouwen voor Jezus. Dit is precies wat gebed ons wil leren.

Gebed is niet bedoeld om God iets te vertellen wat Hij al weet. Het is een uitnodiging om onszelf in Zijn aanwezigheid open te stellen en te erkennen wat ons echt beweegt. Door te bidden erkennen we onze afhankelijkheid van God, brengen we ons hart bij Hem en scheppen we ruimte om Zijn liefde en genade te ontvangen. Bidden is dus niet een manier om God te informeren; het is een manier om onszelf te veranderen, om ons bewust te worden van Zijn aanwezigheid en ons voor te bereiden op Zijn gave.

Wanneer Jezus Bartimeüs geneest, gebeurt er iets diepers dan alleen het herstel van zijn gezichtsvermogen. Het evangelie zegt dat Bartimeüs Jezus “volgde langs de weg.” Hij wordt meer dan iemand die genezen is; hij wordt een volgeling, een leerling. Dit laat ons zien dat gebed niet alleen een noodoproep is, maar een levenshouding. Het is een dagelijks “ja” voor het volgen van Jezus, een weg van verbondenheid en toewijding aan God.

Gebed kan beginnen met een roep om hulp, maar het mag ons leiden naar iets diepers – naar een relatie van vertrouwen, naar een leven waarin we steeds dichter bij God komen. Zoals Bartimeüs eerst om genade vroeg, zo roept ook ons gebed ons op om eerst naar God te zoeken en ons leven in Zijn handen te leggen.

Beste mensen, In ons eigen leven kunnen we misschien hetzelfde ervaren als Bartimeüs. Wanneer we ons in gebed tot God keren, vinden we soms meer dan wat we vroegen. We krijgen niet altijd wat we verwachten, maar wat we nodig hebben – genade, kracht, richting. Jezus leert ons dat het doel van gebed is om in vertrouwen en liefde te groeien, om ons hart te openen voor Zijn aanwezigheid en ons leven in harmonie te brengen met Zijn wil.

Laten we, zoals Bartimeüs, bidden met een hart dat op zoek is naar meer dan alleen oplossingen voor problemen. Laten we bidden om Gods genade en ons leven elke dag opnieuw toevertrouwen aan Hem. Bidden is niet een momentopname, maar een levensweg, een dagelijkse keuze om Jezus te volgen. En als we zo bidden, mogen we ervaren dat God ons niet alleen antwoorden geeft, maar een overvloedig leven schenkt in Zijn liefde. Amen.

Kapelaan Siju.

Zondag 20-10-2024: 29e zondag door het jaar B ( Missiezondag)

By Preken

Broeders en zusters in Christus, Vandaag vieren we Missiezondag, een dag waarop we als kerk onze blik naar buiten richten en denken aan onze verantwoordelijkheid voor elkaar, zowel dichtbij als ver weg. Het thema van deze zondag, “Zorg voor elkaar,” sluit prachtig aan bij de boodschap van het evangelie. Jezus roept ons steeds weer op om dienstbaar te zijn aan elkaar, om oog te hebben voor de noden van de ander en ons hart te openen voor de wereld om ons heen.

In het evangelie van vandaag horen we hoe Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, Jezus vragen om een ereplaats in Zijn heerlijkheid. Ze vragen iets dat zo menselijk is: erkenning, eer en macht. Ze willen in het centrum van Jezus’ glorie staan. Maar Jezus antwoordt op een manier die hen en ons uitdaagt om anders te denken over wat het betekent om groot te zijn. Hij zegt: “Wie onder jullie de belangrijkste wil zijn, moet de dienaar van allen zijn. De Mensenzoon is immers niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.”

Jezus draait het menselijk denken om. Grootheid ligt niet in macht en eer, maar in nederigheid en dienstbaarheid. Dit is het hart van het Christelijk geloof en de kern van wat het betekent om missionair te zijn: zorgen voor elkaar. Onze zorg is niet beperkt tot de mensen die we dagelijks zien of die dichtbij ons staan. Onze zorg, zoals Jezus ons leert, moet grenzeloos zijn. Het is een universele liefde voor iedereen, vooral voor de kwetsbaren, de armen, de vergeten mensen van deze wereld.

Missiezondag herinnert ons aan deze wereldwijde roeping. In sommige delen van de wereld is de kerk een lichtpunt in omstandigheden van extreme armoede, onderdrukking en gebrek aan middelen. Missionarissen, religieuzen en leken zetten zich in, vaak onder moeilijke omstandigheden, om zorg te dragen voor mensen die in de marge van de samenleving leven. Ze brengen niet alleen het Woord van God, maar ook concrete hulp: aandacht en betrokken bewogenheid voor de noden van de mensen, waarin zij hulp en zorg nodig hebben zoals;  onderwijs, gezondheidszorg en sociale ondersteuning.

Maar missiezondag gaat niet alleen over verre landen. “Zorg voor elkaar” begint ook hier, in onze eigen gemeenschappen. Het vraagt van ons om open ogen te hebben voor de nood van de ander. Misschien is er iemand in onze buurt die eenzaam is, iemand die worstelt met armoede, iemand die het emotioneel moeilijk heeft. Onze missie begint met aandacht: aandacht voor de ander, aandacht voor de nood in onze directe omgeving.

Paus Franciscus spreekt vaak over een “cultuur van ontmoeting”. Hij roept ons op om niet langs elkaar heen te leven, maar om actief te zoeken naar verbinding met de mensen om ons heen. De zorg voor elkaar is niet alleen een kwestie van geld of materiële steun, maar ook van tijd, aandacht en medeleven. Zoals Jezus zelf ons heeft voorgeleefd: Hij keek altijd naar de ander met mededogen en liefde.

Op deze Missiezondag worden we uitgenodigd om te geven, niet alleen financieel, maar ook in onze houding en ons gebed. De collecte van vandaag gaat naar missionaire projecten wereldwijd, maar laten we dit moment ook gebruiken om na te denken over hoe wij in ons dagelijks leven missionair kunnen zijn. Hoe kunnen wij zorg dragen voor onze naaste? Hoe kunnen we dienstbaar zijn in ons eigen gezin, op ons werk, in onze parochie?

Laten we bidden dat we de moed en de liefde mogen hebben om te beantwoorden aan deze roeping van dienstbaarheid. Laten we bidden voor alle missionarissen en vrijwilligers wereldwijd die hun leven wijden aan de zorg voor de ander. En laten we, in navolging van Jezus, kleine en grote daden van liefde en zorg verrichten, zodat ook wij in ons leven getuigen kunnen zijn van Gods liefde voor de wereld. Amen.

Kapelaan Siju.

 

Zondag 13 oktober 2024: 28e ZONDAG DOOR HET JAAR B 2024

By Preken

Lezingen: Wijsheid 7, 7-11; Hebreeën 4, 12-13; Marcus 10, 17-30.

Het hebben van eigendom, het bezitten van geld en goed is voor ons vanzelfsprekend. Hoe vanzelfsprekend en belangrijk dat is wordt zichtbaar als het ons of medemensen wordt afgenomen, ontnomen of als we er afstand van moeten doen. Dat kan gebeuren door een natuurramp, zoals deze week door de orkaan, die over Florida trok; maar dat kan ook gebeuren door menselijk toedoen: door gevolgen van oorlogen, dagelijks zichtbaar op de TV. Slachtoffers raken alles kwijt raken en hebben alleen nog de kleding die ze op dat moment dragen. Vreselijk toch. Bezit is een grondrecht van de mens, individueel en gezamenlijk. We moeten het samen delen. Ook voor ons als gelovigen is dat zo. God heeft ons de aarde in  bezit gegeven opdat we haar goed zouden beheren, ieder van ons zijn/haar deel. In het menselijk geweten ligt dan ook verankerd, dat men iemands bezit moet respecterent, omdat het bij hem/haar hoort. Het is vaak de basis waarvan en waarmee hij/zij leeft. Een van onze Bijbelse  ‘Tien Geboden’ luidt: ‘Ge zult niet stelen’, ‘niet begeren wat een ander toebehoort’. Oorlog is voor de slachtoffers funest. Maar ook diefstal, beroving, aftroggeltrucs, aanslagen op iemands bezit zijn in strijd met het grondrecht van de mens op bezit. ‘Bezit’ valt echter niet alleen materieel te verstaan. Ook aantasting van iemands goede naam, zo gemakkelijk tegenwoordig -ook via internet- valt onder aantasting van iemands ‘bezit’. Het heeft vaak grote  gevolgen voor iemands levensgeluk.

Welnu, de Schriftlezingen van vandaag sporen ons aan nog wat verder te kijken dan ‘bezit’ en ons de vraag te stellen: maakt bezit ons uiteindelijk gelukkig of zijn er belangrijker waarden? Waarden, die ons helpen uit te groeien tot mensen zoals bedoeld door God, ‘naar Zijn beeld en gelijkenis’ geschapen; vrije kinderen van God, niet gevangen door streven naar macht, invloed en bezit? Koning Salomo, opvolger van zijn vader David, bidt om wijsheid. Hij is jong en heeft bij het besturen van land en volk met vele problemen te maken, die inzicht en doorzicht vereisen. Hij moet een juist oordeel kunnen vellen en de hem toevertrouwde mensen tot saamhorigheid brengen, tot solidariteit en liefdevol handelen, vooral t.a.v. de minder bedeelden. Wijsheid verkiest hij verre boven bezit en macht. Hij bidt om wijsheid. Dat kunnen wij ook t.a.v. de omstandigheden waarin ieder van ons leeft.
In het Evangelie van Marcus vraagt een man aan Jezus wat zijn bestaan werkelijk zin en waarde geeft: ‘Goede meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven’? Jezus verwijst naar God: ‘niemand is goed dan God alleen’. Daarmee zegt Jezus: Gods liefdevolle goedheid moet de maat zijn van ons handelen t.a.v. schepping en t.a.v. elkaar. Het is goed als we niet slaaf worden van wat we hebben en kunnen. Het is voor de man in kwestie die veel bezit, te veel gevraagd. Zijn bezit relativeren in vergelijking met diepere waarden zoals koning Salomo doet, die wijsheid belangrijker vindt, kan de man niet. Zijn bezit is baas over hem. Dat brengt onvrijheid met zich mee, gebrek aan ruimte voor diepere waarden zoals wijsheid, overgave in geloof in Gods liefde, vertrouwen/hoop en liefdevolle toewijding aan elkaar. Mensen in armoedesituaties die elkaar helpen waar ze kunnen zijn vaak innerlijk vrijer en gelukkiger dan bezitters van veel geld en goed. Jezus ging daar in zijn beschouwing nader op in, zoals u hebt gehoord in bewoordingen van die tijd. God en Jezus Christus zijn helemaal niet tegen bezit, ze horen bij de Schepping die ons is toevertrouwd. Het gaat hen erom hoe we met bezit, macht, positie omgaan. Zijn we er slaven van of zijn we vrije mensen, die de vrije Godmens Jezus Christus navolgen in geloof, hoop en liefde? Wij mogen zelf kiezen. Amen

Emeritus pastoor Reijnen.

Zondag 6 oktober 2024: 27ste zondag door het jaar B.

By Preken

Broeders en zusters in Christus, De wereld waarin we leven wordt vaak gekenmerkt door een drang naar controle en overheersing, of het nu in politiek, werk of zelfs in ons gezin is. Deze neiging kan relaties verzwakken en verdelen, terwijl we door het evangelie van vandaag worden opgeroepen tot een ander pad: niet het pad van heersen, maar het pad van liefde.

In het scheppingsverhaal, waar God de vrouw schept uit de zijde van de man, ligt een prachtige symboliek. Het laat zien dat man en vrouw naast elkaar staan als gelijken, niet boven of onder elkaar. Niet als het beeld zoals het vroeger werd uitgelegd om de vrouw hiermee onderdanig te maken aan de man, maar…dit beeld is een krachtige herinnering dat de verhoudingen tussen mensen nooit gebaseerd mogen zijn op overheersing of controle, maar op liefde en dienstbaarheid.

Dit zien we ook terug in de woorden en daden van Jezus. Hij kwam niet om te heersen, maar om te dienen. Zijn hele leven is een getuigenis van zelfopofferende liefde, een liefde die niet streeft naar controle, maar naar het welzijn van de ander. Dit is het ideaal waartoe wij geroepen zijn, in ons gezin, op het werk, in onze kerkgemeenschap, en overal waar we relaties aangaan.

In het evangelie van vandaag zien we hoe Jezus terugverwijst naar de oorspronkelijke bedoeling van de schepping, waarin man en vrouw één worden in liefde. De wet over echtscheiding, zoals de farizeeën die voorstelden, was bedoeld om macht te handhaven, maar Jezus wijst hen erop dat de kern van menselijke relaties liefde moet zijn.

Deze liefde, die geduld, vergeving en nederigheid vraagt, gaat veel dieper dan regels en wetten. Het huwelijk is slechts één voorbeeld van deze roeping tot liefde, maar het principe geldt voor al onze relaties.

Jezus sluit het evangelie af met een krachtige uitspraak: “Wie het Koninkrijk van God niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnengaan.” Hierin ligt een belangrijke les voor ons allen. Een kind leeft vanuit eenvoud, nederigheid en vertrouwen. Kinderen streven niet naar macht of controle, zij geven en ontvangen pure liefde in alle openheid en oprechtheid. Jezus nodigt ons uit om dezelfde houding van eenvoud en liefde te omarmen.

Wanneer we streven naar macht of dominantie, verliezen we het vermogen om werkelijk lief te hebben. We verstrikken ons in trots en zelfgerichtheid, waardoor onze relaties oppervlakkig en gefragmenteerd worden. Liefde kan alleen bloeien in een omgeving van nederigheid, waar we bereid zijn om te geven zonder iets terug te verwachten, en om te ontvangen met open handen en een open hart.

Broeders en zusters, de mens is niet geroepen om te heersen, maar om lief te hebben. Dit is de waarheid die God ons vandaag wil laten zien. Alleen door liefde kunnen we werkelijk mens zijn, naar Gods beeld en gelijkenis. Laten we, geïnspireerd door het voorbeeld van Christus, steeds weer kiezen voor de weg van liefde. Moge God ons de genade schenken om onze trots en verlangen naar macht los te laten, en in plaats daarvan de eenvoud en nederigheid van een kind te omarmen. In die eenvoud zullen we ontdekken dat ware kracht niet ligt in controle, maar in de bereidheid om lief te hebben.

Ik wens u een gezegende week, en alle genade op uw gebeden. Amen.

Kapelaan Siju. 

Zondag 29 september 2024: Gezinsmis: Oogstdankviering “ Dankbaarheid”

By Preken

Lieve mensen , beste kinderen, Vandaag vieren we samen de oogstdankviering, een dag waarop we stilstaan bij alles wat de aarde ons geeft. Kijk eens naar wat hier voor het altaar staat: een appel, een aardappel, en een tros druiven, melk, brood.

Beste kinderen, laat me jullie een vraag stellen: wat hebben deze vruchten nodig om te groeien? Aarde, water en zonlicht — dat zijn geschenken die de natuur ons zomaar geeft. We hoeven niet te betalen voor de regen die valt of de warmte van de zon die schijnt. En toch is dat niet genoeg. Wie zorgt ervoor dat deze vruchten uiteindelijk op onze tafel terechtkomen? Het zijn de boeren, de landbouwers en fruittelers, de mensen die met zorg en aandacht de gewassen planten, verzorgen en oogsten. Dankzij hun harde werk kunnen wij genieten van deze goede gaven.

Vandaag mogen we stilstaan bij deze prachtige samenwerking tussen wat ons gegeven wordt en wat wij doen. God geeft ons de aarde, de regen, de zon, de dieren. Maar ook wij, mensen, hebben een belangrijke taak. Wij moeten zorgen voor de aarde, zodat die vruchten kan voortbrengen. Zonder de inzet van mensen zou die appel of aardappel hier niet liggen. We mogen daarom dankbaar zijn voor de mensen die werken met de aarde en de dieren, en die ons helpen om van de overvloed van de natuur te genieten.

Maar terwijl we vandaag dankbaar zijn, moeten we ook eerlijk zijn over hoe wij met de aarde omgaan. Jezus zag de natuur als een weerspiegeling van Gods goedheid en zorg. Hij gebruikte vaak beelden uit de natuur om ons iets te leren over het Koninkrijk van God. Denk maar aan het mosterdzaadje dat groeit, of de wijnstok die goede vruchten draagt. Jezus zag de natuur als een geschenk om van te leven, maar ook om te respecteren en te beschermen.

Helaas moeten we constateren dat we in onze tijd de natuur niet altijd goed behandelen. De aarde is kwetsbaar, en vaak maken we haar kapot. Door vervuiling, ontbossing en klimaatverandering brengen we schade toe aan Gods schepping. Dat is iets waar we niet zomaar aan voorbij kunnen gaan. We zien de gevolgen om ons heen: hittegolven, droogte, overstromingen. De oogsten zijn niet meer zo voorspelbaar als vroeger. Dit zijn allemaal tekenen dat we op een andere manier met de aarde moeten omgaan.

Vandaag, op deze oogstdankviering, mogen we daarom niet alleen dankbaar zijn voor alles wat we ontvangen, maar ook nadenken over wat wij kunnen doen om de schepping te beschermen. Wat kunnen wij doen om beter met de natuur om te gaan? Hoe kunnen wij bijdragen aan het behoud van de aarde, zodat ook onze kinderen en kleinkinderen kunnen genieten van de vruchten van de aarde?

Beste mensen, Jezus geeft ons het voorbeeld. Hij zag de natuur als een kostbare spiegel van Gods liefde. Laten wij die liefde beantwoorden door met zorg en aandacht om te gaan met de schepping. Laten we ervoor zorgen dat de aarde niet uitgeput raakt, maar dat zij blijft bloeien en vruchten voortbrengt voor de generaties die na ons komen.

Laten we vandaag niet alleen danken voor de overvloed die de aarde ons geeft, maar ook bidden dat wij beter leren zorgen voor de schepping. Amen.

Kapelaan Siju.

Zondag 22-9-2024: 25e ZONDAG DOOR HET JAAR B 2024. 

By Preken

Lezingen: Wijsheid 2,12.17-20; Jacobus 3, 16-4,3; Marcus 9, 30-37.

Onze taal kent woorden voor situaties, die aan elkaar tegengesteld zijn; bijvoorbeeld: oorlog en vrede; geluk en ongeluk; activiteit en passiviteit; slagen en falen; vroeg en laat, dag en nacht, goed en kwaad, macht en onmacht, begin en einde, leven en dood, geloof en ongeloof. Ze kenmerken het verloop van het leven. Het een is er nooit zonder de mogelijkheid van het andere: degene, die wij kennen als goed kan van gedrag veranderen; de kwade mens kan zich bekeren. Dat is opvallend waar toch ieder mens ten diepste verlangt naar leven, naar geluk, naar veiligheid, naar geborgenheid; naar er te mogen zijn en ‘gezien’ en gerespecteerd te worden. Voor menigeen echter ziet het leven er heel anders uit. Denk aan soldaten aan het front in oorlogsgebieden; aan hun familieleden thuis in zorg en angst. 80 Jaar geleden werd Zuid-Limburg bevrijd. Dat is op diverse plaatsen gevierd; ook met extra aandacht voor militaire begraafplaatsen in Margraten en Kapel (Henri Chapelle). Wij leven; zij zijn gesneuveld. Er kleeft gebrokenheid aan ons bestaan. En dat werkt uit in mensen. Ieder heeft de ervaring van goed en kwaad, van een ‘Ik-eerst’-bestaan of een leven dat ook bekommerd is om het heil van de ander. Ieder van ons leeft in omstandigheden, die het goede of het kwade kunnen bevorderen. We leiden geen paradijselijk bestaan. Rampen kunnen ons treffen, mensen kunnen elkaar goed doen en elkaar naar het leven staan.

Vandaag gaat het in de lezingen uit onze H. Schrift om mensen en hun gedrag. Het Boek Wijsheid heeft mensen voor ogen, die gekozen hebben om er te zijn voor zichzelf, zonder God; die het godsgeloof maar onzin vinden en zich ergeren aan degenen, die van hun geloof ‘werk maken’; niet alleen daar werk van maken via eredienst, bezinning en gebed, maar ook door vanuit dat geloof zich verantwoordelijk te voelen voor anderen, minder bedeelde, armen en behoeftigen. Het Boek Wijsheid onderkent de situatie van anti-gelovigen, die zelfs tot bedreiging kan leiden en tot geweld. De vervolgtekst uit het Boek Wijsheid, vandaag,  jammer genoeg, níet gelezen, geeft aan hoe de goddeloze zich vergist en de rechtvaardige door God bestemd is om (voorgoed) te leven. In verband met de keuze van de eerste Bijbeltekst volgt de keuze voor de tekst uit het Evangelie van Marcus. Jezus is ons niet-paradijselijk bestaan in Godsnaam met ons  komen delen. Hij staat daarin voor gerechtigheid, mededogen, ruimte van leven en liefde. Hij vraagt waar zijn leerlingen voor staan. Die zijn tamelijk op zichzelf gericht’: ieder wil de voornaamste zijn en de daarbij behorende vooraanstaande positie innemen. Daar komt Jezus tegen op. Zelf is Hij dienaar van mensen, ook al ondergaat Hij tegenstand van op eigen positie bedachte overheid en van maatschappelijke en godsdienstige groeperingen. Zijn verhouding tot God, zijn hemelse Vader, is echter garantie van behoud en van leven voorgoed. Van zijn volgelingen verwacht Jezus, dat ze evenals Hij zelf dienstbaar zijn aan mensen. Dat kan op vele manieren: door je vast werk of het werk als vrijwilliger, door liefdevolle aandacht en hulpverlening. Het heeft te maken met hoe je wil leven. Daarbij mag je eventueel een goede positie aangeboden krijgen, maar het moet daar niet om gaan. Dienstbaar willen zijn is waar het om gaat. Daar heeft onze samenleving momenteel grote behoefte aan; daar heeft ieder dorp momenteel grote behoefte aan, zeker waar de betrokkenheid op elkaar afneemt, de druk op het leven van  verenigingen toeneemt. En, waar het de toekomst van geloof en kerk betreft, zal het gaan om de kwaliteit van de dienstbaarheid van de kerk aan onze wereld, aan de mensen om ons heen. Het moet ons gaan om het heil van mensen, dat ondersteund wordt door onze liefde. Daar hebben we de hulp bij nodig van Gods Geest. Moge die ons bijstaan. Amen

Emeritus pastoor Reijnen

Zondag 19 augustus 2024: Hoogfeest van Maria Tenhemelopneming

By Preken

Beste mensen, Misschien heeft u wel eens gehoord van de Taj Mahal in India, een wereldberoemd monument van liefde. Keizer Shah Jahan liet dit schitterende gebouw van wit marmer, versierd met edelstenen en ingewikkelde patronen, bouwen als teken van zijn eeuwige liefde voor zijn vrouw Mumtaz Mahal. Dit monument is een bewijs van menselijke toewijding en creativiteit.

Maar vandaag herdenken we een andere, nog grotere uitdrukking van liefde. God koos niet voor een monument van steen om Zijn liefde voor Maria te tonen, maar verhief haar met lichaam en ziel naar de hemel. Hij maakte haar tot een levende tempel van de Heilige Geest, een teken van zijn onbegrijpelijke en onmetelijke liefde. Dit is de ware betekenis van de Tenhemelopneming: het verheffen van Maria tot in de heerlijkheid van God.

Dit geloofsmysterie werd op 1 november 1950 plechtig vastgelegd door paus Pius XII in de apostolische constitutie Munificentissimus Deus (Dat betekent: “Allervrijgevigste God” Het is Gods allerhoogste waardering voor de ‘Edelmoedigheid’ van Maria). Het dogma van de Tenhemelopneming benadrukt de unieke band tussen Maria en haar Zoon, Jezus Christus. Het bevestigt de grote dingen die God in haar leven heeft gedaan, zoals Maria zelf zingt in het Magnificat: “De Almachtige heeft grote dingen voor mij gedaan, heilig is zijn Naam.”

Wanneer we nadenken over Maria’s Tenhemelopneming, worden we uitgenodigd om ons af te vragen of we, net als Maria, de zegeningen in ons leven erkennen. Zijn we dankbaar voor wat God ons geeft? Vertrouwen we, zoals Maria, op God en leggen we ons leven in Zijn handen met nederigheid en bereidheid?

Wat kunnen wij van Maria leren? Allereerst leren we van haar vertrouwen in God. Maria wist ook niet altijd hoe Gods plan precies zou verlopen, maar ze vertrouwde erop dat Hij haar zou leiden. Ook wij worden uitgenodigd om ons vertrouwen in God te stellen, vooral in tijden van onzekerheid en lijden. Net zoals Maria worden we uitgenodigd om “ja” te zeggen tegen Gods wil in ons leven, God is de Bron van Liefde en daarom mogen wij erop vertrouwen dat Hij in ieder geval het beste met ons voor heeft, zelfs als we niet alle antwoorden hebben. Wij kunnen vaak niet begrijpen wat er allemaal gebeurd, maar Hij wil ons in ieder geval in Liefde inspireren.

Daarnaast herinnert Maria ons aan de waarde van een leven van dienstbaarheid en liefde. Haar leven was gericht op anderen: op haar Zoon Jezus, op haar echtgenoot Jozef, en op de mensen om haar heen. Wij worden ook geroepen om ons leven te richten op dienstbaarheid aan anderen, in navolging van het voorbeeld dat Maria ons gaf.

Beste mensen, De verheffing van Maria is niet alleen een eerbetoon aan haar, maar ook een teken van vertrouwen en hoop voor ons allen. Net zoals Maria is opgenomen in de hemel, worden ook wij geroepen om deel te hebben aan Gods glorie. Dit feest herinnert ons eraan dat ons leven op aarde niet het einde is, maar dat er een grotere bestemming op ons wacht: een bestemming van eeuwig leven bij onze hemelse Vader.

Laten we vandaag, op dit Hoogfeest van Maria Tenhemelopneming, vragen om haar voorspraak. Dat zij ons mag begeleiden op onze levensweg om onze aardse taken aan te kunnen. Moge zij ons helpen om net zoals zij, ons vertrouwen in God te stellen en om te leven in dienstbaarheid en liefde. En moge de hoop en uitdrukking, die uitstraalt van haar tenhemelopneming, ons bemoedigen in ons eigen geloofsleven, in de zekerheid dat ook wij geroepen zijn tot een eeuwig leven bij God.

Maria, Koningin van de hemel, bid voor ons, zodat we mogen delen in de glorie die God voor ons bereid heeft. Amen.

Kapelaan Siju. 

zondag 4-8-2024: 8e zondag door het jaar B.

By Preken

Beste mensen, vandaag, terwijl velen van ons in de vakantietijd genieten van rust en nieuwe ervaringen, willen de lezingen ons uitnodigen om na te denken over een essentieel en universeel thema: ‘Eten’. Vakanties bieden ons vaak de gelegenheid om gerechten uit verschillende landen te proeven. Soms vinden we ze heerlijk, andere keren klagen we over de onbekende smaken of bereidingen. Eten speelt niet alleen in deze tijd, maar heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in ons leven. Het is een bron van dagelijkse zorg en vreugde, en in de Heilige Schrift wordt ‘eten’ vaak gebruikt als een symbool van Gods zorg en als een test van trouw en afhankelijkheid.

Vanaf het begin der tijden, in het boek Genesis, zien we dat eten een diepere spirituele betekenis heeft. God plantte twee bijzondere bomen in de Hof van Eden: ‘De boom des levens en de boom van de kennis van goed en kwaad’. De boom des levens vertegenwoordigt de volheid van Gods voorzienigheid en het leven dat Hij geeft. Aan de andere kant symboliseert de boom van de kennis van goed en kwaad de menselijke autonomie en het verlangen om los van God te beslissen wat goed en kwaad is. Door van deze laatste boom te eten, kozen Adam en Eva voor onafhankelijkheid van Gods leiding, wat leidde tot de val van de mensheid.

In de eerste lezing van vandaag worden we teruggevoerd naar de tijd van de Israëlieten in de woestijn, nadat zij waren bevrijd uit de slavernij in Egypte. Tijdens hun reis naar ‘het Beloofde Land’ was er een gebrek aan voedsel en water, en de mensen begonnen te klagen. Ondanks hun geklaag gaf God hen water uit een rots en manna uit de hemel, wat hen in hun nood voorzag. Dit manna was een tastbare uitdrukking van Gods zorg en een voorbode van toekomstige redding.

In het Evangelie van vandaag horen we Jezus zeggen: “Ik ben het brood des levens. Wie tot Mij komt, zal geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit dorst hebben.” Deze woorden wijzen op de diepere betekenis van het manna. Jezus presenteert zichzelf als het ware brood uit de hemel, het brood dat eeuwig leven geeft. Hij is de vervulling van de belofte van God om voor Zijn volk te zorgen.

Door te zeggen dat Hij het brood des levens is, nodigt Jezus ons uit om onze afhankelijkheid van Hem te erkennen. Net zoals de Israëlieten dagelijks afhankelijk waren van het manna om te overleven, zo worden wij uitgenodigd om dagelijks ons leven te richten op Jezus en te putten uit de geestelijke voeding die Hij ons biedt. Het gaat hier dus niet alleen om fysiek voedsel, maar om de diepe spirituele vervulling die alleen Hij kan geven.

Deze geestelijke waarheid vindt zijn hoogtepunt in de Eucharistie, waar we het lichaam en bloed van Christus ontvangen. Dit sacrament herinnert ons eraan dat Jezus ons leven en kracht geeft. Zoals het brood en de wijn ons fysiek voeden, zo voedt Jezus ons spiritueel door Zijn aanwezigheid in de Eucharistie. Elke keer dat we de Eucharistie vieren, herinneren we ons Gods voortdurende zorg en liefde voor ons, en onze roeping om in afhankelijkheid van Hem te leven.

Broeders en zusters, de lezingen van vandaag roepen ons op om onze relatie met eten te heroverwegen. Het gaat niet alleen om fysieke voeding, maar om de diepere spirituele betekenis ervan. Laten we ons bewust zijn van de dagelijkse zorg van God voor ons, zoals geïllustreerd in de verhalen van Genesis en de woestijnervaring van de Israëlieten. En laten we in Jezus, het brood des levens, onze ware vervulling vinden. Moge deze Eucharistie ons opnieuw verbinden met de levende Christus, die ons voedt en sterkt op onze levensreis. Amen.

Kapelaan Siju

zondag 28-7-2024: 17e ZONDAG DOOR HET JAAR B 2024.      

By Preken

Lezingen: 2 Koningen 4, 42-44; Efeziërs 4, 1-6; Johannes 6, 1-15.

Als we het nieuws een beetje volgen lijkt het erop dat er nogal wat zorgen zijn over ons voedsel en de productie ervan. Er lijken nogal wat gezondheidsbedreigende stoffen in ons voedsel te kunnen zitten. Pfas, dat de werking van ons immuunsysteem lijkt te bemoeilijken, zit in zeeschuim op het strand; eveneens op vele plaatsen de grond waarop hobbykippen scharrelen. Insecticiden en meststoffen in gras en land- en tuinbouwgewassen blijken -als we ze binnenkrijgen- nadelig voor onze gezondheid. We hebben het dan over voedsel dat ons in overvloed ter beschikking staat. Een heel ander probleem is de voedselvoorziening in gebieden van oorlog en geweld. En weer een ander probleem is de spreiding van het voedsel over de wereld, vooral naar gebieden met armoede en hongersnood. Zelfs in ons welvarende land zijn er 800.000 mensen/gezinnen, die zich moeten beperken tot het allernoodzakelijkste bij het boodschappen doen. Er zijn -door goede mensen- voedselbanken opgericht, die aan de nood van velen tegemoet komen. Zij zijn een vorm van delen van onze overvloed. Maar structureel is dit te weinig om armoede op te heffen. Ons land heeft klaarblijkelijk nog teveel van het goede want  ettelijke miljoenen kilo’s van ons voedsel verdwijnen in de vuilnisbak.

Er zou volgens deskundigen voedsel genoeg zijn om heel de wereldbevolking te voeden.  Over het delen van voedsel aan mensen die  honger hebben gaan de  Bijbelverhalen van dit weekeinde. Wat blijkt? Als we voedsel, en daarmee leven, delen houden we nog over. Wellicht dat we bij het beluisteren van de verhalen onder de indruk zijn van Gods kracht die in profeten -en met name in Jezus Christus- op een wonderlijke wijze werkt. Zij doen bijzondere dingen. Bij veel te weinig voorraad aan voedsel, zowel bij de profeet Elisa als bij Jezus, geven ze desondanks de opdracht ze de vele aanwezigen plaats te laten nemen en met elkaar te laten delen van het weinige dat er ogenschijnlijk is. Niet alleen wat Elisa en Jezus dóen is belangrijk, maar ook wat ze daarbij zéggen. Daarin zit voor ons de betekenis van deze verhalen: ‘Deel wat de aarde biedt met elkaar en je houdt nog over’. Het is een vraag om zorgvuldig om te gaan met wat we hebben en niet te denken, dat datgene wat de aarde biedt alleen voor ons eigen gebruik en genoegen er is. Op de achtergrond speelt de Bijbelse gedachte mee, dat wat de aarde oplevert eigendom is van al Gods schepselen. Het vraagt zowel om zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid van ieder van ons in de omgang met hetgeen wij als ons bezit beschouwen. Het vraagt ook om solidariteit met degenen die minder hebben, want in Gods bedoeling zijn zij ‘mede-bezitters’. Ze hebben ze vaak de mogelijkheden om te verwerven, zoals wij ons bezit verworven hebben. Dat geldt wereldwijd de rijke landen t.a.v. de arme landen. Dat geldt ook individueel voor (ons) allen die bezitten. Natuurlijk mogen we genieten en dankbaar zijn, maar de vraag is of ons genieten van ons bezit in balans is met de waarde van de solidariteit. Het delen van bezit en leven met elkaar maakt ons op humanitair vlak tot echt rijke mensen. In onze Misviering delen we in de tekenen van  Brood en Wijn, voedsel, drank en leven met elkaar. Er gebeurt veel goeds in onze samenleving bv. door de voedselbanken; veel goeds t.a.v. ondersteuning van mensen(kinderen) in armere landen  in onze dorpen door Maria  Gorettistichting/ kledingactie/missiecommité, goede doelen. Solidariteit en delen van bezit en leven is fundamenteel voor een menselijke samenleving. Als christenen kunnen we -aangespoord door het Evangelie- niet achterblijven. Gods Geest helpe ons daarbij. Amen

Emeritus pastoor Reijnen.