28-3: vrijdag in de derde week van de Veertigdagentijd
Lezingen: Hos. 14, 2-10; Mc. 12, 28b-34
In de Veertigdagentijd worden wij uitgenodigd om ons hart opnieuw op God te richten. De lezingen van vandaag helpen ons daarbij: de profeet Hosea roept het volk op tot bekering, en Jezus vat in het evangelie de kern van het geloof samen in het gebod van de liefde.
Hosea spreekt tot een volk dat zich heeft afgekeerd van God, maar hij schildert een beeld van barmhartigheid en herstel. Hij roept Israël op: “Keer terug tot de Heer, uw God.” De profeet belooft dat God zijn afvallige volk niet zal verwerpen, maar hen met liefde zal omarmen: “Ik zal hen uit vrije wil genezen.” Dit toont Gods oneindige barmhartigheid: zelfs wanneer wij afdwalingen en fouten begaan, blijft Hij ons uitnodigen tot een nieuw begin.
In het evangelie vraagt een schriftgeleerde aan Jezus wat het grootste gebod is. Jezus antwoordt met de kern van het geloof: “Bemin de Heer, uw God, met heel uw hart, heel uw ziel, heel uw verstand en heel uw kracht. En bemin uw naaste zoals uzelf.” Hierin ligt de sleutel tot een leven in Gods nabijheid.
God beminnen betekent niet slechts Hem met woorden of rituelen eren, maar Hem werkelijk de eerste plaats in ons leven geven. Dit kan door gebed, reflectie, maar vooral door daden van liefde. Naastenliefde vloeit hier direct uit voort: ware liefde voor God uit zich in concrete zorg voor anderen.
In deze Veertigdagentijd worden wij uitgenodigd om na te denken over deze vraag: Hoe kan ik met heel mijn hart God liefhebben en dit laten zien in mijn daden? Misschien betekent dit dat we een moment nemen om te bidden, een vriendelijk woord spreken tegen een ander, of iemand helpen die eenzaam is. Bekering is niet alleen een keerpunt in ons denken, maar vooral een stap in de richting van liefde. Want wie God bemint en zijn naaste liefheeft, komt dicht bij het Rijk van God.
Aanbevelingen voor bezinning
– Kies een moment van stilte, vrij van afleiding.
– Lees de aangeboden tekst en vraag uzelf af: Wat raakt mij hierin?
– Blijf even stil en overweeg of er iets is wat God u wil zeggen.
– Draag deze gedachte met u mee gedurende de dag.
GEBED
Liefdevolle God,
U kent ons hart en weet hoe vaak wij bang zijn om weerstand te ondervinden.
Geef ons de moed om U trouw te blijven, zelfs als dit moeilijk is.
Help ons om in alle omstandigheden te vertrouwen op Uw leiding en bescherming.
Amen.
Kapelaan Siju.
*****************************
Dinsdag 25 maart 2025 (Feest van Maria Boodschap)
Vandaag lezen en herlezen we de teksten uit Jesaja 7 de verzen 10 – 14 en uit Lucas 1, de verzen 26-38. Zorg daarbij voor een rustig moment en laat deze teksten tot u doordringen. Uit deze teksten is een kleine selectie gemaakt. Het centrale thema is de geboorte van Immanuel en van Jezus, aangekondigd door de profeet Jesaja en de engel Gabriel, de door God gezonden boodschappers. Geboorten die plaatsvonden in het vertrouwen op God en onder de bescherming van de Heilige Geest. Probeer dan antwoorden te vinden op onderstaande vragen. Formuleer daarna een gebed naar onderstaand voorbeeld en ga door met uw werkzaamheden.
Uit de profeet Jesaja: (Het teken van Immanuel)
14 Daarom geeft de Heer zelf u een teken: Zie de jonge vrouw is zwanger, en zal een zoon ter wereld brengen, en gij zult hem de naam Immanuel (= God-met-ons) geven.
Uit het Evangelie van Lucas: (De boodschap van Gabriel aan Maria)
31 Zie, gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen, die gij de naam Jezus moet geven.
35a Hierop gaf de engel haar ten antwoord: ‘De heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen;
37 want voor God is niets onmogelijk.
Toelichting:
Achaz was koning van het koninkrijk Juda vanaf ongeveer 736 v.Chr. tot 725 v.Chr. en wordt beschreven als een slechte en zwakke koning. Hij stapte over naar de godsdienst van omliggende volken en tergde niet alleen de mensen maar ook de Heer. De profeet Jesaja voerde oppositie tegen zijn beleid op religieus gebied. Het waren roerige tijden. Jeruzalem wordt bedreigd. God belooft koning Achaz bescherming en steun voor de toekomst. God gaf hem een teken: de jonge vrouw zal hem een zoon baren die zij Immanuel zal noemen. Daarom moest koning Achaz wel zijn vertrouwen stellen op Gods toezegging. Zonder vertrouwen houd je geen stand! (vers 9b)
Als zo’n 730 jaar later Maria bezoek krijgt van de engel Gabriel is het opvallend dat God Maria roept tot iets wat menselijkerwijs onmogelijk is, namelijk zwanger worden zonder gemeenschap. Daarom vraagt Maria: ‘Hoe zal dat gebeuren?’ Het antwoord is: doordat de heilige Geest over je komt, Gods eigen kracht. Voor God is niets onmogelijk: d.w.z. deze zin is de sleutel om dit verhaal te begrijpen.
Vragen:
Hoe ontvankelijk zijn wij zelf?
Kunnen wij ruimte maken om in ons God geboren te laten worden?
Durven wij te zeggen ‘mij geschiedde naar uw woord’ als wij geroepen worden ?
Zijn wij bereid om God handen en voeten te geven in ons eigen leven?
Gebed:
Vader in de hemel.
Laat de Heilige Geest ook in mij een nieuw mens geboren worden.
Geef mij de bescherming en steun voor de toekomst om U te dienen met al wat in mij is.
Maak het onmogelijke in mij mogelijk door uw Geest.
Amen
Michaël Jongkamp
*****************************
Bezinning Veertigdagentijd vrijdag 21 maart 2025.
We lezen: Genesis 37, 3-4, 12-13a, 17b-28 en
Mattheüs 21, 33-43, 45-46
We lezen op vrijdag in deze tweede week van de Veertigdagentijd uit het Boek Genesis en uit het Evangelie van Matteüs.
Als u een bijbel hebt, neem die er dan bij. Voor degenen, die geen bijbel hebben, hieronder de tekst van de lezing uit het boek Genesis.
“Omdat Israel al oud was toen Jozef werd geboren, hield hij meer van Jozef dan van zijn andere zonen, en hij had een prachtig bovenkleed voor hem laten maken in allerlei kleuren. De broers zagen wel dat hun vader het meest van Jozef hield. Daarom konden ze Jozef niet uitstaan en kon er geen vriendelijk woord voor hem af.
Toen Jozefs broers er eens op uitgetrokken waren om de kudden van hun vader bij Sichem te laten grazen, zei Israel tegen Jozef: ‘Zoals je weet zijn je broers het vee aan het weiden bij Sichem.’
Jozef ging zijn broers achterna en trof hen in Dotan aan. Zijn broers zagen hem al van ver, en nog voordat hij hen had bereikt, hadden ze een plan beraamd om hem te doden. ‘Kijk daar eens’ zeiden ze tegen elkaar, ‘daar komt die meesterdromer aan. Dit is onze kans! Laten we hem vermoorden en hem ergens in een put gooien. We zeggen gewoon dat hij door een roofdier is verslonden. Dan zullen we eens zien wat er van zijn dromen uitkomt.’ Toen Ruben dat hoorde, wilde hij proberen Jozef te redden. ‘Nee, laten we hem niet om het leven brengen,’ zei hij. Er mag geen bloed vloeien! Gooi hem in die put hier, in deze verlaten streek, maar breng hem niet om.’ Zo wilde hij Jozef uit hun handen redden en hem ongedeerd naar zijn vader terug laten gaan. Zodra Jozef bij zijn broers was gekomen, trokken ze hem zijn bovekleed uit, dat mooie veelkleurige gewaad, en gooiden hem in de put; de put was leeg, er stond geen water in. Daarna gingen ze zitten eten.
Opeens zagen ze een karavaan naderen. Het waren Ismaëlieten die uit de richting van Gilead kwamen en op weg waren naar Egypte. De kamelen waren beladen met gom, balsem en cistushars. Toe zei Juda tegen zijn broers: ‘Wat hebben we eraan om onze broer te vermoorden? Dan moeten we ook de sporen weer zien uit te wissen. Laten we hem aan die Ismaëlieten verkopen in plaats van hem om te brengen; hij is tenslotte onze broer, ons eigen vlees en bloed.’ De anderen stemden hiermee in. Toen er Midjanitische kooplieden uit de karavaan voorbij kwamen, trokken de broers jozef uit de put en verkochten hem voor twintig sjekel, en de Ismaëlieten namen Jozef mee naar Egypte.”
*Vooraf:
*Zoek een moment waarin u stil kunt zijn, in u zelf te keren en niet afgeleid te worden.
*Neem ontspannen houding aan. Een bewust rustige ademhaling kan hierbij helpen.
*Lees de tekst die u wordt aangereikt, laat de tekst tot u doordringen en vraag u af wat er volgens u in de tekst staat.
*Lees de tekst opnieuw en vraag u af of u nog een aanvulling vindt op wat u aanvankelijk (al) gelezen had.
*Waarom wordt bovenstaande tekst ons in de Veertigdagentijd aangereikt, de tijd van voorbereiding op Pasen?
*Heb ik iets aan deze tekst voor mijn manier van leven?
*blijf een minut of vijf stil, of zo gewenst langer.
*Formuleer met uw eigen woorden een gebed ter afsluiting en geef daarin weer wat in u is opgekomen in uw tijd van bezinning.
Sluit vervolgens de bezinning af en ga verder met uw dagelijkse bezigheden.
Theo Dahlmans.
********************
14-3-2025: vrijdag in de eerste week van de Veertigdagentijd.
Lezingen: uit het boek van de profeet Ezechiël en uit het Evangelie van Matteüs 5, 20-26. Hebt u een bijbel lees dan de complete hierboven aangeduide lezingen. Zo niet, dan volgt nu in het kort waar ze over gaan.
Ezechiël was werkzaam ten tijde van de ballingschap van een deel van de bewoners van Judea en Jeruzalem in Babylonië van 593-571. Babylonië wordt door Ezechiël het ‘land van de Chaldeeën genoemd. Het boek gaat over de ondergang en het herstel van Israël, het noordelijke deel van Palestina, en Judea, het zuidelijke deel. De lezing van vandaag gaat over Gods barmhartigheid t.o.v. de zondaar die zich afkeert van het kwaad en tot leven komt; maar ook over de goede mens, die de weg opgaat van het kwaad en God verwijt, dat Zijn wegen niet recht zijn. De vraag van de profeet luidt: Israël zijn het niet jouw eigen wegen die niet recht zijn? Een citaat van de tekst uit het Lezingenboek, dat gebruikt wordt tijdens de H. Mis: ‘Áls de boosdoener zich van zijn boze daden afkeert en gaat handelen naar rechtschapenheid en deugd, dan zal hij in leven blijven.’
De tekst uit het Evangelie van Matteüs, geschreven voor vooral Joodse christenen, is uit de zogenoemde ‘Bergrede’ waarin Jezus zijn verkondiging samenvat. De Wet van Mozes waarin de 10 Geboden, ontvangen op de berg Sinaï tijdens de tocht door de woestijn op weg naar het beloofde land is verworden tot een reeks voorschriften die mensen in de greep houden. Jezus gaat terug naar de kern. Gerechtigheid moet worden beoefend voor het oog van God. Godsdienstige gebruiken als het bidden moeten niet gebeuren om op te vallen en om voor vroomheid geprezen te worden. De verhouding met de medemens berust op welwillendheid in denken over hem/haar, begrip en respect. Schelden is al strafbaar. Religieuze vroomheid zonder vergeving van en verzoening met de medemens is waardeloos. Doe je best het met je tegenstander eens te worden.
Goede raad
*Zoek een moment/omgeving van rust en stilte, waarin je je niet laat afleiden.
*Lees de tekst en overweeg ze enkele minuten.
*Herlees de tekst en ervaar of er nog nieuwe gezichtspunten naar voren zijn gekomen, die het eigen leven raken.
Blijf enige tijd stil en probeer met eigen woorden een gebed te formuleren waarin naar voren komt wat de tekst met je heeft gedaan; bijvoorbeeld dank aan God voor het (nieuwe) inzicht erkenning van het belang ervan voor het eigen leven; vraag om hulp bij het tot stand brengen van het overwogene.
Emeritus pastoor Reijnen.
**************************
11-2-2025: dinsdag in de eerste week van de Veertigdagentijd
Lezing: Jesaja 55,10-11 & Matteüs 6,7-15
De Veertigdagentijd is een periode van inkeer, bezinning en voorbereiding op Pasen. Op deze dinsdag worden we in de lezingen uitgedaagd om na te denken over de kracht van Gods Woord en het gebed als een weg tot een diepere relatie met Hem.
In de eerste lezing uit Jesaja 55,10-11 wordt Gods Woord vergeleken met regen en sneeuw die de aarde vruchtbaar maken. Gods Woord keert niet leeg terug, maar vervult altijd zijn bedoeling. Dit is een uitnodiging om met vertrouwen te luisteren naar Gods stem in ons leven. In een tijd waarin we overspoeld worden door meningen en woorden, herinnert deze tekst ons eraan dat Gods Woord standvastig en levend is. Het brengt verandering teweeg in wie ervoor openstaat.
In het evangelie van Matteüs 6,7-15 leert Jezus ons hoe we moeten bidden. Hij waarschuwt tegen holle woorden en eindeloze herhalingen. Gebed is geen kunstmatige prestatie, maar een intieme dialoog met God. Jezus schenkt ons het Onze Vader, een gebed dat samenvat hoe wij als kinderen tot God kunnen spreken. Dit gebed leert ons afhankelijkheid, vergeving en de gerichtheid op Gods koninkrijk. Het herinnert ons eraan dat bidden niet alleen om onze behoeften draait, maar ook om Gods wil en onze relatie met anderen. De woorden “vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren” leggen een sterke nadruk op vergeving. In de Veertigdagentijd worden we uitgenodigd om onze harten te onderzoeken: zijn wij bereid om anderen te vergeven, zoals wij zelf vergeving ontvangen van God?
Deze lezingen roepen ons op tot drie reflecties:
- Hoe ontvangen we Gods Woord? Zijn we bereid om stil te staan en ons te laten vormen door wat God ons zegt?
- Hoe bidden we? Is ons gebed een intieme ontmoeting met God, of vullen we het met lege woorden zonder echt contact?
- Hoe staat het met onze vergevingsgezindheid? Durven we ons hart open te stellen voor verzoening, zodat Gods genade kan werken in ons leven?
AANBEVELINGEN
*Kies een moment waarin u niet afgeleid wordt
*Lees de aangeboden tekst en vraag u af: wat heb ik gelezen?
*Blijf even stil en vraag u af of er nog wat toe te voegen valt aan wat u zojuist hebt gelezen?
*Blijf nog even stil en ga verder met uw bezigheden.
Kapelaan Siju