Beste mensen, Misschien heeft u wel eens gehoord van de Taj Mahal in India, een wereldberoemd monument van liefde. Keizer Shah Jahan liet dit schitterende gebouw van wit marmer, versierd met edelstenen en ingewikkelde patronen, bouwen als teken van zijn eeuwige liefde voor zijn vrouw Mumtaz Mahal. Dit monument is een bewijs van menselijke toewijding en creativiteit.
Maar vandaag herdenken we een andere, nog grotere uitdrukking van liefde. God koos niet voor een monument van steen om Zijn liefde voor Maria te tonen, maar verhief haar met lichaam en ziel naar de hemel. Hij maakte haar tot een levende tempel van de Heilige Geest, een teken van zijn onbegrijpelijke en onmetelijke liefde. Dit is de ware betekenis van de Tenhemelopneming: het verheffen van Maria tot in de heerlijkheid van God.
Dit geloofsmysterie werd op 1 november 1950 plechtig vastgelegd door paus Pius XII in de apostolische constitutie Munificentissimus Deus (Dat betekent: “Allervrijgevigste God” Het is Gods allerhoogste waardering voor de ‘Edelmoedigheid’ van Maria). Het dogma van de Tenhemelopneming benadrukt de unieke band tussen Maria en haar Zoon, Jezus Christus. Het bevestigt de grote dingen die God in haar leven heeft gedaan, zoals Maria zelf zingt in het Magnificat: “De Almachtige heeft grote dingen voor mij gedaan, heilig is zijn Naam.”
Wanneer we nadenken over Maria’s Tenhemelopneming, worden we uitgenodigd om ons af te vragen of we, net als Maria, de zegeningen in ons leven erkennen. Zijn we dankbaar voor wat God ons geeft? Vertrouwen we, zoals Maria, op God en leggen we ons leven in Zijn handen met nederigheid en bereidheid?
Wat kunnen wij van Maria leren? Allereerst leren we van haar vertrouwen in God. Maria wist ook niet altijd hoe Gods plan precies zou verlopen, maar ze vertrouwde erop dat Hij haar zou leiden. Ook wij worden uitgenodigd om ons vertrouwen in God te stellen, vooral in tijden van onzekerheid en lijden. Net zoals Maria worden we uitgenodigd om “ja” te zeggen tegen Gods wil in ons leven, God is de Bron van Liefde en daarom mogen wij erop vertrouwen dat Hij in ieder geval het beste met ons voor heeft, zelfs als we niet alle antwoorden hebben. Wij kunnen vaak niet begrijpen wat er allemaal gebeurd, maar Hij wil ons in ieder geval in Liefde inspireren.
Daarnaast herinnert Maria ons aan de waarde van een leven van dienstbaarheid en liefde. Haar leven was gericht op anderen: op haar Zoon Jezus, op haar echtgenoot Jozef, en op de mensen om haar heen. Wij worden ook geroepen om ons leven te richten op dienstbaarheid aan anderen, in navolging van het voorbeeld dat Maria ons gaf.
Beste mensen, De verheffing van Maria is niet alleen een eerbetoon aan haar, maar ook een teken van vertrouwen en hoop voor ons allen. Net zoals Maria is opgenomen in de hemel, worden ook wij geroepen om deel te hebben aan Gods glorie. Dit feest herinnert ons eraan dat ons leven op aarde niet het einde is, maar dat er een grotere bestemming op ons wacht: een bestemming van eeuwig leven bij onze hemelse Vader.
Laten we vandaag, op dit Hoogfeest van Maria Tenhemelopneming, vragen om haar voorspraak. Dat zij ons mag begeleiden op onze levensweg om onze aardse taken aan te kunnen. Moge zij ons helpen om net zoals zij, ons vertrouwen in God te stellen en om te leven in dienstbaarheid en liefde. En moge de hoop en uitdrukking, die uitstraalt van haar tenhemelopneming, ons bemoedigen in ons eigen geloofsleven, in de zekerheid dat ook wij geroepen zijn tot een eeuwig leven bij God.
Maria, Koningin van de hemel, bid voor ons, zodat we mogen delen in de glorie die God voor ons bereid heeft. Amen.
Kapelaan Siju.
In het weekend van 24 en 25 augustus wordt de jaarlijkse kerkdeurcollecte gehouden ten behoeve van de MIVA. Dit jaar wordt uw aandacht gevraagd om onnodige baby- en moedersterfte te voorkomen in het Zambia.
Een dag lopen naar de kraamkliniek om te bevallen? Voor vrouwen in het achterland van Zambia is dat vaak realiteit. De kliniek van verloskundige Zelly heeft namelijk geen vervoer. De afstanden zijn enorm en er zijn alleen zandwegen. Met regelmaat moeten vrouwen hun baby langs de kant van de weg ter wereld brengen. Dat zorgt voor levensbedreigende situaties. Een ambulance kan onnodige sterfte voorkomen. Daarmee kan Zelly zwangere vrouwen snellere toegang tot medische hulp geven en kunnen complicaties eerder worden behandeld. Dat leidt tot minder sterfte van moeders en hun baby’s en verbetert de toegang tot de gezondheidszorg van deze gemeenschap in Zambia.
Met de kerkdeurcollecte wordt geld ingezameld voor goed vervoer, zodat zwangere vrouwen tijdig de medische hulp kunnen krijgen die nodig is om onnodige sterfte te voorkomen. Op de site www.miva.nl treft u meer informatie aan. Het Missiecomité hoopt dat velen het werk van Zelly en haar collega-hulpverleners zullen steunen. U kunt ook helpen door een bedrag over te maken op rekeningnummer NL33 RABO 0361 5389 28 ten name van St.Missiecomité, onder vermelding van “collecte MIVA 2024”. Hartelijk dank!
Beste mensen, vandaag, terwijl velen van ons in de vakantietijd genieten van rust en nieuwe ervaringen, willen de lezingen ons uitnodigen om na te denken over een essentieel en universeel thema: ‘Eten’. Vakanties bieden ons vaak de gelegenheid om gerechten uit verschillende landen te proeven. Soms vinden we ze heerlijk, andere keren klagen we over de onbekende smaken of bereidingen. Eten speelt niet alleen in deze tijd, maar heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in ons leven. Het is een bron van dagelijkse zorg en vreugde, en in de Heilige Schrift wordt ‘eten’ vaak gebruikt als een symbool van Gods zorg en als een test van trouw en afhankelijkheid.
Vanaf het begin der tijden, in het boek Genesis, zien we dat eten een diepere spirituele betekenis heeft. God plantte twee bijzondere bomen in de Hof van Eden: ‘De boom des levens en de boom van de kennis van goed en kwaad’. De boom des levens vertegenwoordigt de volheid van Gods voorzienigheid en het leven dat Hij geeft. Aan de andere kant symboliseert de boom van de kennis van goed en kwaad de menselijke autonomie en het verlangen om los van God te beslissen wat goed en kwaad is. Door van deze laatste boom te eten, kozen Adam en Eva voor onafhankelijkheid van Gods leiding, wat leidde tot de val van de mensheid.
In de eerste lezing van vandaag worden we teruggevoerd naar de tijd van de Israëlieten in de woestijn, nadat zij waren bevrijd uit de slavernij in Egypte. Tijdens hun reis naar ‘het Beloofde Land’ was er een gebrek aan voedsel en water, en de mensen begonnen te klagen. Ondanks hun geklaag gaf God hen water uit een rots en manna uit de hemel, wat hen in hun nood voorzag. Dit manna was een tastbare uitdrukking van Gods zorg en een voorbode van toekomstige redding.
In het Evangelie van vandaag horen we Jezus zeggen: “Ik ben het brood des levens. Wie tot Mij komt, zal geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit dorst hebben.” Deze woorden wijzen op de diepere betekenis van het manna. Jezus presenteert zichzelf als het ware brood uit de hemel, het brood dat eeuwig leven geeft. Hij is de vervulling van de belofte van God om voor Zijn volk te zorgen.
Door te zeggen dat Hij het brood des levens is, nodigt Jezus ons uit om onze afhankelijkheid van Hem te erkennen. Net zoals de Israëlieten dagelijks afhankelijk waren van het manna om te overleven, zo worden wij uitgenodigd om dagelijks ons leven te richten op Jezus en te putten uit de geestelijke voeding die Hij ons biedt. Het gaat hier dus niet alleen om fysiek voedsel, maar om de diepe spirituele vervulling die alleen Hij kan geven.
Deze geestelijke waarheid vindt zijn hoogtepunt in de Eucharistie, waar we het lichaam en bloed van Christus ontvangen. Dit sacrament herinnert ons eraan dat Jezus ons leven en kracht geeft. Zoals het brood en de wijn ons fysiek voeden, zo voedt Jezus ons spiritueel door Zijn aanwezigheid in de Eucharistie. Elke keer dat we de Eucharistie vieren, herinneren we ons Gods voortdurende zorg en liefde voor ons, en onze roeping om in afhankelijkheid van Hem te leven.
Broeders en zusters, de lezingen van vandaag roepen ons op om onze relatie met eten te heroverwegen. Het gaat niet alleen om fysieke voeding, maar om de diepere spirituele betekenis ervan. Laten we ons bewust zijn van de dagelijkse zorg van God voor ons, zoals geïllustreerd in de verhalen van Genesis en de woestijnervaring van de Israëlieten. En laten we in Jezus, het brood des levens, onze ware vervulling vinden. Moge deze Eucharistie ons opnieuw verbinden met de levende Christus, die ons voedt en sterkt op onze levensreis. Amen.
Kapelaan Siju
Lezingen: 2 Koningen 4, 42-44; Efeziërs 4, 1-6; Johannes 6, 1-15.
Als we het nieuws een beetje volgen lijkt het erop dat er nogal wat zorgen zijn over ons voedsel en de productie ervan. Er lijken nogal wat gezondheidsbedreigende stoffen in ons voedsel te kunnen zitten. Pfas, dat de werking van ons immuunsysteem lijkt te bemoeilijken, zit in zeeschuim op het strand; eveneens op vele plaatsen de grond waarop hobbykippen scharrelen. Insecticiden en meststoffen in gras en land- en tuinbouwgewassen blijken -als we ze binnenkrijgen- nadelig voor onze gezondheid. We hebben het dan over voedsel dat ons in overvloed ter beschikking staat. Een heel ander probleem is de voedselvoorziening in gebieden van oorlog en geweld. En weer een ander probleem is de spreiding van het voedsel over de wereld, vooral naar gebieden met armoede en hongersnood. Zelfs in ons welvarende land zijn er 800.000 mensen/gezinnen, die zich moeten beperken tot het allernoodzakelijkste bij het boodschappen doen. Er zijn -door goede mensen- voedselbanken opgericht, die aan de nood van velen tegemoet komen. Zij zijn een vorm van delen van onze overvloed. Maar structureel is dit te weinig om armoede op te heffen. Ons land heeft klaarblijkelijk nog teveel van het goede want ettelijke miljoenen kilo’s van ons voedsel verdwijnen in de vuilnisbak.
Er zou volgens deskundigen voedsel genoeg zijn om heel de wereldbevolking te voeden. Over het delen van voedsel aan mensen die honger hebben gaan de Bijbelverhalen van dit weekeinde. Wat blijkt? Als we voedsel, en daarmee leven, delen houden we nog over. Wellicht dat we bij het beluisteren van de verhalen onder de indruk zijn van Gods kracht die in profeten -en met name in Jezus Christus- op een wonderlijke wijze werkt. Zij doen bijzondere dingen. Bij veel te weinig voorraad aan voedsel, zowel bij de profeet Elisa als bij Jezus, geven ze desondanks de opdracht ze de vele aanwezigen plaats te laten nemen en met elkaar te laten delen van het weinige dat er ogenschijnlijk is. Niet alleen wat Elisa en Jezus dóen is belangrijk, maar ook wat ze daarbij zéggen. Daarin zit voor ons de betekenis van deze verhalen: ‘Deel wat de aarde biedt met elkaar en je houdt nog over’. Het is een vraag om zorgvuldig om te gaan met wat we hebben en niet te denken, dat datgene wat de aarde biedt alleen voor ons eigen gebruik en genoegen er is. Op de achtergrond speelt de Bijbelse gedachte mee, dat wat de aarde oplevert eigendom is van al Gods schepselen. Het vraagt zowel om zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid van ieder van ons in de omgang met hetgeen wij als ons bezit beschouwen. Het vraagt ook om solidariteit met degenen die minder hebben, want in Gods bedoeling zijn zij ‘mede-bezitters’. Ze hebben ze vaak de mogelijkheden om te verwerven, zoals wij ons bezit verworven hebben. Dat geldt wereldwijd de rijke landen t.a.v. de arme landen. Dat geldt ook individueel voor (ons) allen die bezitten. Natuurlijk mogen we genieten en dankbaar zijn, maar de vraag is of ons genieten van ons bezit in balans is met de waarde van de solidariteit. Het delen van bezit en leven met elkaar maakt ons op humanitair vlak tot echt rijke mensen. In onze Misviering delen we in de tekenen van Brood en Wijn, voedsel, drank en leven met elkaar. Er gebeurt veel goeds in onze samenleving bv. door de voedselbanken; veel goeds t.a.v. ondersteuning van mensen(kinderen) in armere landen in onze dorpen door Maria Gorettistichting/ kledingactie/missiecommité, goede doelen. Solidariteit en delen van bezit en leven is fundamenteel voor een menselijke samenleving. Als christenen kunnen we -aangespoord door het Evangelie- niet achterblijven. Gods Geest helpe ons daarbij. Amen
Emeritus pastoor Reijnen.
Lezingen: Jeremia 23, 1-6; Efeziërs 2, 13-18; Marcus 6, 30-34.
Herders in Nederland hebben het momenteel niet gemakkelijk. Het blauwtongvirus maakt heel veel slachtoffers onder schapen, geiten en zelfs runderen. Ondanks inenting blijken er toch nog dieren te sterven. Herders, die van hun dieren niet rijk worden maar er wel aan verknocht zijn, hebben er veel verdriet van als ze machteloos moeten toezien dat hun dieren lijden en doodgaan. Herders en kudden kennen een wederzijdse band, een wederzijdse genegenheid. Met die onderlinge band en zorg van de kant van herders voor ogen, wordt het woord ‘herder’ ook gebruikt voor de verhouding tussen de geloofsgemeenschap en haar voorgangers. Het woord ‘herder’ kan echter ook gelden voor alle leidinggevenden in welke sector van het leven ook in kerk en maatschappij. Niet alle herders hebben zich gedragen of gedragen zich nog als echte zorgzame herders (1e lezing van de profeet Jeremia). De misbruikaffaires in de kerk t.a.v. kinderen, en de vaak blijvende pijnlijke gevolgen ervan voor de slachtoffers hebben dat aangetoond. In plaats van liefdevolle zorg en echte genegenheid is er sprake van machtsmisbruik. En dat, terwijl hun voorbeeld Jezus Christus zichzelf de ‘goede herder’ noemt, ‘die zijn leven geeft voor zijn schapen’. Bovendien zegt Jezus dat ‘ieder die voornaam wil zijn moet zijn als een dienaar’. De status die iemand heeft -in welke positie ook- of dat nu is in de kerk, in het bedrijfsleven, in de sport, in de wereld van het vertier, achter de voordeur, betekent geen vrijbrief voor (machts)misbruik. De status die men heeft kan gevaarlijk voor degene, die die positie bekleed. Hij/zij kan zich er zo mee vereenzelvigen, dat hij/zij meent alles te kunnen, alles te mogen. Het bewustzijn van dat gevaar spoort aan tot nederigheid, tot een vragend gebed dat niemand van ons in de val trapt van de macht; dat we noch slachtoffer, noch dader zullen zijn. Het voorbeeld van Jezus als de Goede Herder zal ons daarbij kunnen helpen. Vandaag viert de orde waar ik deel van uitmaak haar titelfeest, het feest van de Allerheiligste Verlosser. Ons Algemeen Kapittel van afgevaardigden uit heel de wereld (ruim 4500 Redemptoristen vertegenwoordigend) en het Algemeen bestuur herinneren ons er regelmatig aan, dat we deel uitmaken van ‘een gewonde wereld’: een wereld van oorlog en geweld; van mensen zonder toekomst op drift, zonder plek om te leven; de slachtoffers van misbruik en corruptie en van geschonden onderlinge verhoudingen; allemaal tekenen van een gewonde. Daar staat echter -voor de mens, die erin kan/wil geloven- Gods liefde tegenover. In Jezus heeft God ons een model van mens-zijn getoond, dat gebouwd is op gerechtigheid, zorg en naastenliefde. Het is het model van de ’herder die zijn leven geeft voor zijn schapen’ en dus niet uit is op eigen macht en eer. Speciaal heeft Hij zorg voor die tekort komen, in hun mentale en lichamelijke gezondheid zijn aangetast. Hij laat ons zien hoe om te gaan met lijden en dood: ‘Vader in uw handen beveel ik mijn geest’. Zijn perspectief is vervolgens ‘leven op de Paasmorgen’. Wij, die in Hem, in zijn model van mens-zijn geloven, zijn uitgenodigd Hem, ieder naar eigen maat na te volgen. Zíjn perspectief van leven voor altijd is ons perspectief, met allen die ons in geloof zijn voorgegaan. Jezus, die zijn leven geeft voor zijn schapen en geworden is onze Allerheiligste Verlosser. Aan Hem mogen we ons toevertrouwen, heel de mens die we zijn, in al wat ons overkomt. Moge dat ons hoop, vertrouwen en vreugde geven. Amen.
Emeritus pastoor Reijnen
(C.Ss.R. viert de Allerheiligste Verlosser)
Lezingen 15e zondag: Amos 7, 12-15; Efeziërs 1, 3-14; Marcus 6, 7-13.
De afgelopen weken hebben we ons kunnen verbazen over het ‘oranjegevoel’ van velen in Nederland b.g.v. de deelname van het Nederlands elftal aan het Europees kampioenschap. Massaal trok men de grens over om ‘ons elftal’ te ondersteunen. Maar ook in Nederland liet men zich niet onbetuigd. Het was op een paar incidenten na één groot feest. Ook in het buitenland was men verbaasd over de positieve stemming onder de Nederlandse fans. Het EK leek voor heel veel mensen een grote afleiding in een periode van onzekerheid en daarmee gepaard gaande stress. We hadden te maken met de moeizame vorming van een nieuwe regering. Daarbij kwamen flinke tegenstellingen in ons land naar boven. Er zijn dan de nodige eigentijdse profeten, die ons naar eigen inzicht voorhouden wat goed is voor ons allemaal. De afleiding, geboden door ‘onze’ deelname aan het Europees kampioenschap voetbal was welkom. Helaas is het feest voortijdig afgebroken door de uitschakeling van ons elftal in de halve finale. De fans hebben mooie dagen gehad. De domper is in gelatenheid geaccepteerd. De werkelijkheid is niet anders. Opnieuw zullen er profeten zijn, die ons gaan voorhouden wat goed voor ons is.
Profeten zijn van alle tijden. Vandaag gaat het over Amos en over Jezus. Profeten hebben een dubbelrol: ze moeten ondersteunen wat goed is en aan de kaak stellen wat verkeerd gaat en afbreuk doet aan mensen. Zo in onze Bijbel de profeten aan wie omvangrijke geschriften zijn gewijd, Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël; en een twaalftal met kleine verhalen. Van die laatsten is de profeet Amos in de 1e lezing er een. Zoals de profeten van nu hun thema’s hebben: milieu, klimaatverandering, eigen volk eerst, bestaanszekerheid, veiligheid, vrede, zo hadden ook de profeten toen hun thema’s. U kunt zelf beoordelen of de tijd van nu lijkt op de tijd van toen en of het verleden een goede raad inhoudt voor onze tijd. Mensen, die zich geroepen voelen om profeet te zijn hebben het niet gemakkelijk, vooral als ze iets voorhouden wat niet graag gehoord wordt, waaraan men liever voorbij kijkt. Amos uit Judea in het zuiden afkomstig trad op in de 7e eeuw voor Christus in het welvarend Noordrijk. Het had zijn staatsheiligdommen en priesters, die afhankelijk waren van de politiek. Ze spraken naar de mond van de machthebbers. Ze keken voorbij aan de buitensporige welvaart van de rijken, de uitbuiting van de armen en de schijnheiligheid van de staatseredienst. Amos, profeet, maar achter de koeien vandaan gekomen, om -niet in de naam van de staat- maar in Godsnaam de tekorten aan de kaak te stellen wordt uitgewezen uit het Noordrijk. Men wil niet de terechte kritiek horen, die hij uit. Op de duur zal de welvaart, het gebrek aan menselijke solidariteit en waarachtige godsdienstigheid het rijk ten onder doen gaan aan. Een gedeelte van het volk zal omkomen, een ander gedeelte zal in ballingschap worden weggevoerd.
In de Evangelielezing trekt profeet Jezus In Godsnaam rond om door zíjn manier van leven en werken Gods liefde voor alle mensen zichtbaar te maken. Hij geeft de mensen wijze raad op basis van zijn goede relatie met zijn en onze hemelse Vader. Hij geneest, bevrijdt mensen van hun boze geest lichamelijk, psychisch, geestelijk. Jezus helpt mensen af van de afgoden macht en geld. Hij doet mensen zonder stem spreken en laat doven horen en naar zijn goede raad luisteren. Hij komt op voor liefde onder mensen en tot God. Hij kan dat niet alleen en stuurt zijn twaalf leerlingen uit, eerstelingen van het nieuwe volk van God. Ze dienen -naar Jezus’ voorbeeld- niet gehecht te zijn aan status of bezit. Het moet gaan om de liefde voor medemens en God. Kunnen we daar wat mee in onze tijd? Welke zijn de goede kanten van nu; waar liggen de tekorten? Waar is godsdienstigheid waarachtig en waar is zij schijn? Laat ieder van ons op deze vragen het antwoord geven. Amen.
Emeritus pastoor Reijnen.
Zondag 14-7-2024 is onze parochiaan:
Dhr. Hub Engelen
overleden.
Dinsdag 23 juli aanstaande zal, in besloten kring, de crematie plaatsvinden.
Broeders en zusters, De vakantietijd komt er weer aan. Een tijd van ontspanning, rust, en misschien ook een tijd voor reflectie. In het evangelie van vandaag horen we hoe Jezus terugkeert naar Zijn geboortestad en geconfronteerd wordt met ongeloof en afwijzing door Zijn eigen stadsgenoten. Ze vragen zich af wie Hij denkt dat Hij is en waarom Hij het recht zou hebben om hen te onderwijzen. Ze zien Hem slechts als de zoon van de timmerman, een van hen, niet als een profeet of leraar met autoriteit.
Maar waarom reageren zij zo negatief? Het antwoord ligt waarschijnlijk niet alleen in hun jaloezie of ongeloof, maar ook in de uitdagende boodschap die Jezus verkondigt. Hij spreekt over een God van liefde en vrede, en roept de mensen op om zelf ook liefdevol, vredig, barmhartig, nederig en vergevingsgezind te zijn. Dit zijn woorden die een diepe levensverandering impliceren, iets waar de meeste mensen niet zomaar klaar voor zijn. Ze vragen van ons een zelfreflectie en een aanpassing van onze levenswijze die vaak confronterend en ongemakkelijk kan zijn.
Laten we nu een stap terug doen en onszelf de vraag stellen: Hoe zouden wij reageren als Jezus vandaag in ons dorp, onze gemeente, onze stad kwam en deze woorden van liefde, vrede en vergeving zou prediken? De kans is groot dat ook wij niet direct enthousiast zouden zijn. Onze moderne cultuur benadrukt individualisme, competitie en materieel succes. En helaas, het is ook een cultuur van geweld, onderdrukking, uitbuiting en oorlog.
In deze harde en vaak meedogenloze wereld lijkt er weinig plaats voor de zachte, maar krachtige, woorden van Jezus. Toch is er hoop. Want hoewel de cultuur waarin wij leven vaak verre van de idealen van liefde, vrede en vergeving lijkt, zijn er talloze mensen die zich inzetten voor hun medemensen. Er zijn meer dan een miljoen vrijwilligers die zich dagelijks inzetten voor de zieken, gehandicapten, armen, en vele anderen in nood. Deze vrijwilligers, mannen en vrouwen, jong en oud, laten zien dat de boodschap van Jezus nog steeds leeft en dat zijn oproep tot liefde en dienstbaarheid gehoord wordt.
En het mooie is, deze vrijwilligers zijn niet altijd gelovige mensen. Vaak zijn het ook ongelovigen die de waarden van liefde, barmhartigheid en vergeving belichamen in hun daden. Dit toont aan dat de woorden en daden van Jezus universeel zijn en een kracht hebben die verder reikt dan religieuze overtuigingen.
Vandaag, op deze eerste zondag van de zomervakantie, is het een goed moment om stil te staan bij hoe wij de woorden van Jezus in ons eigen leven kunnen integreren. Hoe kunnen wij, te midden van onze drukke en vaak competitieve wereld, de waarden van liefde, vrede en vergeving omarmen en uitdragen? Misschien door kleine gebaren van vriendelijkheid, door geduldig en begripvol te zijn, door een helpende hand te bieden waar nodig.
Laat ons bidden dat we de moed en de kracht vinden om volgens de boodschap van Jezus te leven, zodat we niet alleen ons eigen leven, maar ook dat van anderen kunnen verrijken en verbeteren. Moge deze zomervakantie een tijd zijn van niet alleen lichamelijke rust, maar ook van geestelijke vernieuwing. Amen.
Kapelaan Siju.