Skip to main content
Preken

Zondag 4 mei 2025: 3e Zondag van Pasen C 2025

Lezingen: Handelingen 5, 27b-32.40b-41; Openbaring 5, 11-14; Johannes 21, 1-19 (of 1-41).

Wij, mensen houden van zekerheid. De meeste werkenden, bv. kiezen voor een vaste, zekere baan en veranderen pas, als ze zeker zijn er beter van te worden. Als we online aankopen doen willen we er zeker van zijn dat we wat we besteld hebben ook ontvangen zoals het is aangekondigd. (Ik begrijp uit het nieuws dat er problemen als het geleverde niet naar wens is en men het  terug wil sturen). We sluiten notariële contracten af bij koop of huur van huizen af; de rechterlijke macht dient onze zekerheid. Toch is zekerheid vaak gekoppeld aan vertrouwen. Van vrienden zijn we zeker omdat we ze vertrouwen; mensen gaan een huwelijk aan omdat ze elkaar in de periode van kennismaking hebben leren vertrouwen, zodanig dat ze verder samen door het leven willen gaan. Ieder van ons kan voor zichzelf invullen hoe ver het verlangen naar zekerheid gaat.     De laatste jaren is ons verlangen naar zekerheid-vertrouwen onder druk komen te staan. Daarbij wordt menigmaal de vraag gesteld: van wie of waarvan kan ik op aan? Wie kan ik vertrouwen. Dat geldt in het groot (denk aan de wereldpolitiek) en in het klein, in situaties waarin we leven.

Bij de leerlingen van Jezus speelt de vraag naar zekerheid na Pasen een rol. Hun leermeester een man van  ruimte in de benauwende godsdienstige situatie van die tijd en weldoener van mensen, was ter dood gebracht. De leerlingen moesten, een illusie armer, opnieuw hun weg zoeken in een hen vijandige wereld. Er waren weliswaar verhalen van verschijningen van Jezus na Pasen als zou Hij leven. Maar de leerlingen wilden graag zekerheid, dat de Jezus van na Pasen dezelfde was als de Jezus, die ze in levende lijve hebben meegemaakt en aan wie ze zich hebben toevertrouwd. Zo weigert leerling Thomas te geloven als hij niet de littekens van de wonden kan zien en voelen die Jezus overhield van zijn marteldood aan het kruis. De leerlingen worden op hun wenken bediend. Jezus is dezelfde, maar na Pasen ook anders, onttrokken aan kwaad en dood. Maar, Hij laat zich zien; hij laat zijn littekens aanraken, Hij eet met hen aan de oever van het meer, m.a.w. Hij is dezelfde Jezus vóór en na Pasen. Bovendien vraagt Hij de leerlingen zijn werk in woord en daad voort te zetten. De overvloed van de door hen gevangen vissen -naar het Evangelie van vandaag geven het perspectief aan van de groei van het christelijke geloven over heel de wereld . De leerlingen leggen getuigenis af voor de Hoge Raad. Ze brengen Jezus’ Evangelie onder  woorden, zij genezen zieken, zoals Jezus en bevrijden mensen van hun boze geesten. Ze vertrouwen zich opnieuw Jezus toe, maar nu op een krachtige manier in tegenstelling tot hun gedrag tijdens de dagen van Jezus’ lijden toen ze Hem in de steek gelaten hadden. Nu volgen ze Hem zelfs in zijn lijden na, als ze door de overheid worden gevangen gezet en gegeseld. Een man als Stefanus wordt door een sensatiemenigte zelfs door steniging ter dood gebracht. Ze ergeren zich dat ze niet opgewassen zijn tegen zijn wijsheid die bestaat in zijn geloof en vertrouwen in Jezus.

Bij ons lijkt het christelijk geloven afgenomen. Komt daar verandering in? Zou het zoeken naar zekerheid en houvast in het Evangelie door hedendaagse jongeren in onze chaotische tijd een teken kunnen zijn?  Volgens berichten in de media in Vlaanderen overstijgt hun getal dat van de vorige generatie?  Zou Gods werkelijkheid van liefde hen zekerheid en vertrouwen bieden in de op het Ik-gerichte werkelijkheid waarin we momenteel leven? Moge ons geloof in de opstanding van Jezus ons, christenen, houvast, ondersteuning en uitzicht geven op een leven nu al voorgoed, doorheen alles wat we momenteel meemaken. Amen.

Emeritus pastoor Reijnen.