Adventsbezinning (2) vrijdag 6 december.
We lezen op vrijdag in deze eerste Adventsweek uit het Boek Jesaja, hst. 29, 17-24 en uit het Evangelie van Matteüs, hst. 9, 27-31.
Als u een bijbel hebt, neem die er dan bij. Voor degenen, die geen bijbel hebben, hieronder de tekst van de lezing uit Jesaja.
“Nog slechts een korte tijd, dan zal de Libanon weer een boomgaard worden, een boomgaard die is als een woud. Op die dag zullen doven kunnen horen hoe uit een boek wordt voorgelezen, en blinden zullen met eigen ogen zien, bevrijd van duisternis en donkerheid. Dan zullen verdrukten de Heer weer loven, zwakken juichen om de Heilige van Israël. Want het is gedaan met de geweldenaar, voorbij met de spotter. Ieder die op onrecht zint, zal vergaan: wie een ander valse beweringen ontlokt, wie de rechters in de poort wil verstrikken, wie het recht van de rechtvaardige schendt met loze beweringen. Daarom – dit zegt de Heer, die Abraham bevrijd heeft, over de nakomelingen van Jakob: Jakob zal niet meer te schande staan, zijn gezicht niet meer van schaamte verbleken. Want wanneer zijn kinderen zien wat ik in hun midden heb verricht, zullen zij eerbied hebben voor mijn naam, de heiligheid erkennen van de Heilige van Jakob en de God van Israël vrezen. Ieder die verward was, zal inzicht verwerven, wie altijd klaagde, is vol begrip.”
Jesaja richt hier onze blik op de heerlijkheid van het Messiaanse Rijk. Verlost van haar vijanden zal de betekenis van haar naam haar eindelijk eer aandoen en zal Jeruzalem als stad van de vrede zichtbaar worden. Want dan zal de Vredevorst vanuit Jeruzalem de wereld regeren. Bijbels gezien is dat de realiteit van en vanuit het toekomstige Jeruzalem. Daarvan spreekt een enorme veelvoud van profetieën.
Hieronder de tekst uit het Evangelie van Matteüs.
“Toen Jezus van daar verder ging, volgden hem twee blinden die luidkeels riepen: ‘Heb medelijden met ons, Zoon van David!’ En nadat hij een huis was binnengegaan, kwamen de blinden naar hem toe. Jezus vroeg hun: ‘Gelooft u dat ik dit kan doen?’ Ze antwoordden: ‘Zeker, Heer!’ Daarop raakte hij hun ogen aan en zei: ‘Zoals u gelooft, zo zal het ook gebeuren.’ En hun ogen gingen open. Jezus waarschuwde hen uitdrukkelijk: ‘Zorg ervoor dat niemand het te weten komt!’ Maar na hun vertrek verspreidden ze het nieuws over hem in de hele omgeving.”
*Vooraf:
- Zoek een moment waarin u stil kunt zijn, in uzelf te kerenen niet afgeleid te worden.
- Neem een ontspannen houding aan. Een bewust rustige ademhaling kan hierbij helpen.
- Lees de tekst die u wordt aangereikt, laat de tekst tot u doordringen en vraag u af wat er volgens u in de tekst staat.
- Lees de tekst opnieuw en vraag u af of u nog een aanvulling vindt op wat u aanvankelijk (al) gelezen had.
- Waarom worden bovenstaande teksten ons in de Advent aangereikt, tijd van voorbereiding op de komst van de Heer?
- Heb ik iets aan deze tekst voor mijn manier van leven?
- Blijf een minuut of vijf stil, of zo gewenst, langer.
- Formuleer met uw eigen woorden een gebed ter afsluiting en geef daarin weer wat in u opgekomen is in uw tijd van bezinning.
Sluit vervolgens de bezinning af en ga verder met uw dagelijkse bezigheden. – Theo Dahlmans