Op een muur stond in graffiti gespoten: ‘Neem mijn boek niet letterlijk’, ondertekend ‘God.’ Letterlijk nemen van teksten uit de Bijbel, de Koran of een ander religieus boek, leidt tot onzin en vaak tot geweld. Neem bv. het afhakken van ledematen of uitrukken van ogen, zoals we tegenkomen in de Evangelies. Met letterlijke uitleg maken we meer kapot dan God lief is. Dat geldt ook voor de verhalen die wij dit weekend horen. Het zit de profeet Elia tegen. Het zit ook de vrienden van Jezus vreselijk tegen. En wij kunnen er volop van meespreken. Na het teken dat ze – dank zij Jezus – met vijf broden en twee vissen een enorme menigte te eten hebben gegeven, denken de leerlingen: ‘Nu hebben we de wind mee!’ Jezus’ faam is zo groot dat zelfs koning Herodes er verbaasd over is. Jezus lijkt op het toppunt van zijn succes. Maar plotseling en uit het niets hebben de leerlingen op het meer hevige tegenwind. Plotselinge tegenwind: Het is ons de laatste jaren voor de wind gegaan: constante economische groei. Lage werkeloosheid en plotseling komt er dan uit China het coronavirus. Grote delen van de wereld gaan in de zgn. ‘lockdown’. Iedereen moet zoveel mogelijk thuis blijven. De werkeloosheid stijgt spectaculair. Strategieën om uit die lockdown te komen blijken moeilijker dan verwacht. We hebben niet eens gesproken over het lijden van al de zieken en het verdriet van de nabestaanden over de dierbaren die hun ontvallen zijn. Vloedgolven van angst en onzekerheid. M.a.w. we hebben vreselijke tegenwind en zitten met zijn allen in hetzelfde schuitje, terwijl de coronastorm de wereld in zijn greep heeft. De reacties van de leerlingen in de boot zijn ook onze reacties. Ze klampen zich vast aan de boot, beginnen op een bepaald moment spoken te zien en eentje – Petrus – wordt overmoedig. Dit soort reacties zien we ook in deze corona-crisis terug. We klampen ons vast aan wetenschappers. Nog nooit hebben virologen op TV zoveel zendtijd gekregen en zo’n stempel kunnen drukken op het beleid. We mogen dankbaar zijn voor de deskundigheid van de wetenschappers. Dankbaar zijn voor al het medisch personeel, hun toewijding en goede zorgen. We moeten dankbaar zijn voor alle medeburgers die de coronamaatregelen naleven. Dit is het beste wat we nu kunnen doen. Als de toekomst ons ontglipt, gaan mensen spoken zien. Allerlei complottheorieën beginnen te circuleren. Onzekerheid en onmacht over de toekomst doet mensen niet alleen spoken zien, maar slaat bij anderen ook om in overmoed, zoals bij hen die gaan demonstreren tegen de maatregelen die onze vrijheid beperken. Sommigen beroepen zich op de godsdienstvrijheid. Maar godsdienstvrijheid kan nooit een vrijbrief zijn om het leven van medeburgers en medegelovigen in deze coronatijden in gevaar te brengen.
Als we terugkeren naar de lezingen van deze zondag dan zien we dat Elia helemaal aan het eind van zijn latijn is. Veel tijdgenoten interesseren zich niet meer voor God. Dit is hem een doorn in het oog en dat brengt hem in conflict met de priesters van de Baälcultus die gepromoot wordt door koningin Izebel. Als Elia deze mensen voor schut zet en zelfs laat vermoorden, dan breekt de hel los en moet hij vluchten voor zijn veiligheid. Er volgt dan het verhaal zoals we gehoord hebben in de 1e lezing. Het wil ons duidelijk maken in welke richting wij God kunnen vinden. Het zegt: Zoek God niet in wat schrik aanjaagt en beangstigt, niet in donder en bliksem, niet in aardbeving of vuurzee. Zoek God in wat tot rust brengt en doet herademen. Een zachte bries in de stilte van de woestijn is het beeld dat ons op weg zet om God op het spoor te komen.
Als het Evangelie ons verhaalt dat Jezus lopend over het water naar zijn leerlingen toekomt, hen gerust stelt en Petrus de reddende hand toesteekt, dan mogen wij dat beschouwen als een beeld dat wil zeggen: Vrienden, ondanks de harde tegenwind en de stormen die jullie te verduren hebben van de Joodse leiders en de Romeinse bezetter, raak niet in paniek. Ik zal altijd mijn reddende hand naar jullie uitsteken. Als je erom vraagt en bidt, zal Ik bij jullie in de boot stappen en de storm tot bedaren brengen. Op Mij mag je rekenen.Ik ben de reddende hand in alle stormen van het leven.
Ik hoor U zeggen: Je hebt makkelijk praten. Er is zoveel dat niet klopt. Ze zeggen wel dat God almachtig is en Jezus zelfs over water kon lopen, maar wat koop ik daarvoor? Kinderen die doodgaan, zieken die lijden, onschuldige slachtoffers van geweld en corona; mensen die uit huis worden gezet omdat ze door werkeloosheid hun huur niet kunnen betalen. Kortom: er gebeuren zoveel hartverscheurende dingen. Er is herrie in ons hoofd, onrust en woede in ons hart, we mopperen terecht op alles wat niet deugt. Velen zullen op dit moment geen boodschap hebben aan verhalen over vertrouwen op God. De auteur van de 1e lezing zegt: ‘God is niet in die storm!’ Pas in de stilte na de storm is er weer ruimte om God nabij te komen. ‘Kom’, zegt God tegen Elia. ‘Kom naar buiten, uit je schuilplaats van kwaadheid en verzet. Kom met Me praten’. Hij zegt dus niet: ‘Zoek het maar uit met je gevloek en geklaag. Als je geen contact wil, ook goed. Ik heb wel iets anders te doen!’ Nee, God steekt zijn hand uit, net zoals Jezus de hand uitsteekt naar Petrus of zoals die moeder die haar boze puber naar beneden roept voor een kop thee. ‘Kom, er is thee. Even praten’. In de stilte na de storm.
God is geen boeman, geen spook. Hij is er als de storm is gaan liggen. Jezus komt bij ons aan boord en de wind gaat liggen, zegt Matteus. Als Jezus vraagt, waarom we twijfelen, dan mogen wij zeggen: ‘Heer, vind U het raar, als je ziet wat mensen allemaal moeten meemaken?’. Jezus heeft er weet van. Hij heeft ons menselijk leven immers ten diepste gedeeld. Maar Hij is ook de eerste die ons overeind wil helpen, want voortdurend leven in angst, twijfel en woede houdt niemand vol. Wie gelooft mag niet verdrinken in een zee van angst en onzekerheid. De H. Alfonsus spoort in een van zijn preken zijn gehoor aan: Bespreek al je aangelegenheden met God, je plannen, je problemen, je angsten, alles wat je ter harte gaat zoals een vriend, zonder je in het minst bezwaard te voelen. God zal niet nalaten je antwoord te geven. Hij zal zichzelf laten horen, niet door een stem die onze oren bereikt, maar eerder door een stem die ons hart goed herkent. Wij mogen bidden: ‘ Heer, ik wil graag geloven, maar kom mijn ongeloof te hulp! ‘ AMEN