U hebt het misschien wel eens gelezen op een wandbord of schilderijtje: ‘Dankbaarheid is een bloem die je in weinig hoven tegenkomt’. Ik weet niet of U dat herkent? In dit verband moet ik vaak denken aan een aansporing van de voormalige Belgische Kardinaal Godfried Danneels. Tijdens een retraite zei hij tegen ons: ‘Als je gaat bidden, begin dan altijd met danken. Daarna heb je nog tijd genoeg om te vragen’. Voor ons betekent bidden meestal vragen. Daarom is zijn aansporing verrassend en fascinerend. De meesten van ons zijn wel eens in een circus geweest. We klappen enthousiast bijv. om het waagstuk van een koorddanser die in de nok over een staaldraad van de ene kant naar de andere loopt. Maar kunnen we al niet spreken van een wonder, als mensen gewoon op straat op beide voeten kunnen lopen? Er hoeft in onze hersenen maar weinig te gebeuren en het is gedaan met ons lopen. Verwondert U er zich wel eens over, als je ‘s morgens uitgerust kunt opstaan? Stemt het niet tot dankbaarheid als je je realiseert dat je een dak boven je hoofd hebt en een veilige woning? Hebben we geen reden tot dankbaarheid, als we mensen om ons heen hebben die ons waarderen en van ons houden? Kun je niet spreken van een geschenk, als je redelijk gezond bent en (klein)kinderen hebt die het goed maken? Zo zijn er 1001 zaken te noemen die wij zo vanzelfsprekend vinden, dat we ons zelden realiseren hoeveel ons gegeven is als een geschenk.
Als mensen deelnemen aan een bedevaart naar Lourdes, wordt hen de gelegenheid geboden zich aan te sluiten bij een viering waarin ieder die dat wil biddend de handen worden opgelegd. Wonderbaarlijke genezingen doen zich daarbij zelden voor, maar het kan bedevaartgangers wel helpen om beter te kunnen omgaan met hun ziekte, beperkingen en problemen. Aan deze vieringen moest ik denken bij het lezen van het Evangelie van deze dag. Jezus gaat een dorp binnen en zijn aandacht wordt getrokken door het luide geroep van 10 melaatsen. Vanwege hun kwaal mogen ze volgens de Joodse wet niet in de buurt komen van gezonde mensen. Jezus houdt zich aan die Wet en raakt het niet aan, maar stuurt hen naar de priesters van de tempel van Jerusalem. Zij waren in die dagen de mensen die moesten vaststellen of iemand van zijn huidziekte genezen was en terug mocht keren in de samenleving. Onderweg naar worden alle 10 genezen. Voor één van hen was die opdracht van Jezus een probleem, want als Samaritaan wil hij niet naar de tempel van Jerusalem. Als hij merkt dat hij genezen is, keert hij direct terug naar Jezus om Hem te bedanken. Jezus zegt tegen hem: ‘Je vertrouwen is je redding’. Er zijn mensen die na een ernstige ziekte of andere traumatische ervaring verder leven alsof er niets gebeurd is. Anderen daarentegen merken dat ze door het gebeurde andere mensen zijn geworden. Hun kijk op het leven is radicaal veranderd. De vraag van Jezus of ze niet alle tien genezen zijn, is geen teken dat Hij zich miskend voelt. Hij beseft dat genezing een geschenk is dat van God komt en dat Hem dus alle eer toekomt. Heel vaak gaat het in ons bidden om lichamelijke genezing van ons zelf, van familie of anderen die ons dierbaar zijn. Dat is begrijpelijk, want lichamelijke kwalen voelen wij aan den lijve. Ze hinderen ons. Maar een mens kan ook last hebben van zwaarmoedigheid en neerslachtigheid, van hebzucht en driftbuien. Het kan zijn dat eenzaamheid ons parten speelt; dat je snel klaar bent met je oordeel of brutaal. Je kunt je heel beroerd voelen, als je tobt met gevoelens van schuld of wraak. Of dat je rouwt om het verlies van een dierbare. Dan kunnen mensen wel zeggen: ‘Het zit tussen de oren’, maar het doet wel pijn, je hebt er last van en je wil er van af.
In het Evangelie lezen we dat Jezus de roep van die melaatsen heeft gehoord. Hun noodroep gaat Hem ter harte en Hij wil hen bevrijden uit hun ellendige isolement. Dat ze weer in de gemeenschap kunnen terugkeren. Dat gebeurt als ze gehoor geven aan zijn opdracht. Er is er echter maar één die terugkomt om Jezus te bedanken omdat hij zich echt realiseert wat er met hem is gebeurd. Hij is helemaal genezen, niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. ‘Je geloof, je vertrouwen heeft je gered’, zegt Jezus. Waarschijnlijk is dankbaarheid een teken dat je helemaal bent geheeld. Want als we de behoefte voelen en de moeite nemen om te danken is dat een signaal dat we ons realiseren dat ons meer geschonken is dan wij hebben gevraagd. Als wij ons hart biddend naar God keren, wordt ons de H. Geest geschonken, de Geest die ons ontvankelijk maakt, niet alleen voor wat wij God vragen, maar ook voor wat Hij ons ongevraagd wil schenken. Dan gaat het om zaken waar wij vaak niet aan denken of waar we misschien zelfs bang voor zijn, maar die wel onmisbaar zijn voor onze heelwording en innerlijke vrede. Laten wij God danken voor zijn liefde en zorg om ons ware geluk.
AMEN.
Emeritus pastor Franssen.