Skip to main content
Preken

zondag 7-2-2021: 5e ZONDAG DOOR HET JAAR B 2021. In Eys viering parochiepatrones H. Agatha

By 7 februari 2021No Comments

Lezingen: Job 7, 1-4.6-7; 1 Korintiërs 9, 16-19.22-23; Marcus 1, 29-39.

Er zullen niet  veel mensen zijn, die de coronapandemie opvatten als een straf van God. Maar ze zijn er nog wel. Wellicht is zelfs hun aantal t.g.v. de pandemie nog toegenomen. Het hangt ervan af hoe men het eigen leven ervaart en tegen God aankijkt. Wél valt regelmatig de vraag te beluisteren of onze manier van leven van vóór de coronatijd wel zo goed was voor de mensheid bv. het milieu, het klimaat, voor de rechtvaardige verdeling van de goederen. We worden ons weliswaar hoe langer hoe meer ervan bewust dat we dat niet aan God kunnen overlaten, maar er zelf aan moeten werken. De aarde is immers aan ons toevertrouwd. Ook de toekomstige generaties moeten kunnen leven. De gedachte van een God die ons door allerlei catastrofen als oorlog, natuurrampen en misoogsten, straft als vergelding voor ons menselijk kwaad, treft men overigens aan op meerdere plaatsen in onze H. Schrift. Vandaag, bijvoorbeeld, in de 1e lezing uit het Boek Job uit ons Oude Testament. Job, een rijk en vroom man, is alles kwijt geraakt: zijn talrijke bezit, zijn kinderen, zijn familie, zijn vee en zijn knechten. Degenen, die doorgaan voor drie vrienden, vertegenwoordigen de opvatting van ‘de straffende God’: ‘Jij, Job,  zult wel zonden bedreven hebben, die wij niet kennen. Je moet daarmee maar voor de dag komen’. Job verzet zich tegen die gedachte. Hij klaagt tegen God over wat hem overkomen is en over het algemeen, dat mensen moeten lijden. Hij voelt dat aan als volslagen onrechtvaardig. Hij weigert zich bij de visie van zijn drie vrienden neer te leggen. En wat gebeurt? God heeft waardering voor Job en prijst hem om zijn eerlijk verzet. Hij staat niet achter de mening van de drie zogenaamde vrienden.  Op het einde van het boek erkent Job nederig, dat hij er niets van snapt. Waarom  moet een mens lijden, onverklaarbaar lijden? Waarom hoort het tot de voorwaarden van zijn bestaan dat hem rampen kunnen overkomen? Hij kan Gods plannen niet doorgronden. Hij erkent dat, maar dat is voor hem toch geen reden zijn geloof in God op te zeggen. Hij vertrouwt zich aan God toe. Hij komt goed uit de crisis en wordt in ere hersteld. Job lijkt een beetje op ons die ook niet snappen waarom de mensheid de huidige pandemie overkomt en daaronder moeten lijden.
Kijken we nu naar het Evangelie dan zien we, dat Jezus de mensen nabij is in het negatieve dat hen overkomt. Hij is ons menselijk levenslot komen delen, zoals ons dat overkomt. Hij helpt zijn medemensen vanuit Gods kracht die in Hem leeft. Hij geneest zieken, verlost mensen van hun kwalen en bezetenheid. Het Godsrijk is in hem aangebroken. Met zijn eerste leerlingen gaat hij naar de schoonmoeder van Petrus, die last heeft van koorts, pakt haar bij de hand en doet haar opstaan. Dat Jezus zijn eerste leerlingen meeneemt lijkt een vingerwijzing voor al zijn leerlingen. Christenen nemen tot op heden, ieder generatie weer op een eigen manier, deel aan Jezus’ werkzaamheid. Hem navolgen vraagt zowel uitkomen voor hun geloof, maar ook daadkracht in het zorgen voor elkaar; in onze situatie gehoor gevend aan de maatregelen in coronatijd, hoezeer mensenwerk zij ook zijn.
Wat verder opvalt is, dat Jezus een biddende mens is. Hij koestert de band, die Hij heeft met God. Hij noemt Hem zíjn maar ook ónze Vader. Hij is de bron van zijn werkzaamheid die ten goede komt aan allen die Hij ontmoet en niet alleen aan hen die Hem voor zichzelf willen houden  Hij trekt rond door heel de streek. Wat valt er vandaag te leren? Dat we niet te gauw moeten denken, dat wat een mens aan moeilijks overkomt een straf van God is. Jezus Christus is ons menselijk levenslot komen delen en is daarin mensen genezend en bevrijdend nabij geweest. Het is een manier van leven die ook past bij ons, die in Hem geloven en zijn leerlingen zijn. Ook wij kunnen moed putten uit onze band met God tot wie wij bidden als onze Vader. In de H. Agatha vereren we een gelovige vrouw die in haar tijd in haar manier van leven haar geloof in Jezus in praktijk heeft gebracht.
Pastoor A. Reijnen.