Preek
Beste mensen, de herfst is al begonnen, de dagen worden korter en de nachten langer en ook het naderend einde van het liturgisch jaar roepen ons op om na te denken over de dood. De maand november is traditioneel in de katholieke kerk om te gedenken en te bidden voor alle overleden gelovigen, zij die ons zijn voorgegaan, “met het teken van geloof en rust in de slaap van vrede”. De lezingen van deze zondag zijn daardoor terecht gericht op het onderwerp van de opstanding van het lichaam. Dit is één van de grote mysteries van het leven en van het geloof, namelijk wat gebeurt er na de dood.
De eerste lezing brengt ons het verhaal van de zeven Makkabeeën en hun moeder. Ze worden op een gruwelijke wijze doodgemarteld omdat ze niet willen zondigen tegen de joodse wet. Wat hen daarbij grenzeloos sterk maakt, is hun geloof in de verrijzenis. ‘De Koning van de wereld zal ons na onze dood tot een nieuw leven opwekken’, zegt de tweede broer, en dat is ook het ijzersterke geloof van zijn zes broers en zijn moeder.
De evangelielezing van vandaag biedt ons een prachtig onderwijs van Jezus aan, over de opstanding van de doden. De Sadduceeën in het evangelie, verwerpen daarentegen het geloof in de verrijzenis, en daarom confronteren ze Jezus met een bijna grappig verhaal, waarmee ze Hem en het geloof in de verrijzenis belachelijk willen maken. Zo leggen zij Jezus een denkbeeldige situatie voor: “Zeven broers trouwden met dezelfde vrouw, ze kregen geen kind en stierven alle zeven”. De Sadduceeën stellen de vraag: “Wiens vrouw dat zal zijn in het volgende leven”? Maar, echt, wat moeten zij met relaties in het volgende leven? Ze hebben hun antwoord al op de vraag die ze aan Jezus stelden. Zij geloven niet in de opstanding. Ze zoeken gewoon naar manieren om bezwaren tegen Jezus te vinden en om te laten zien dat iedereen die in een leven na de dood gelooft ook dwaas is.
Maar Jezus’ boodschap was niet bedoeld om theologische kwesties te bewijzen aan slechts een paar Sadduceeën. Hij verklaart gewoon dat er een groot verschil is tussen dit tijdperk en het volgende. Wij zijn een volk van hoop. Wij zijn een volk van geloof. Wij hebben hoop en geloof in de belofte van een God die van ons houdt en die zoveel meer voor ons wil zijn dan wat wij op deze aarde kunnen zien en ervaren. De cruciale vraag voor Jezus is; hoe dit geloof en deze hoop in ‘onze zekere toekomst met God’, ons leven ‘nu’ beïnvloedt?
Hoop op de opstanding geeft ‘zin’ aan ons huidige leven en sterkt ons in tijden van beproeving en onzekerheid. Met een ‘opstandingslens’, hebben we een overzicht, en kunnen we vanuit een hoger perspectief kijken naar wat in onze wereld daadwerkelijk waarde heeft, waar men behoefte aan heeft en wat houvast biedt. Door de ‘opstandingslens’ krijgen we een nieuw perspectief op het leven. Alles wat we op deze aarde doen, krijgt méérwaarde wanneer het op dit geloof en deze hoop gebouwd is.
We moeten leren volledig te leven, lief te hebben en vol vertrouwen te reizen. In het licht van onze herhaalde mislukkingen, en nog meer in het licht van het kwaad dat ons zo vaak overvalt, zoeken we naar menselijke antwoorden en verdedigingen. Maar God antwoordt anders. Er is eigenlijk maar één antwoord, en dat is de oorsprong van ons geloof. Dus stellen wij ons, door de oorsprong van het geloof, met open armen ontvankelijk voor Zijn liefde en kennen eindelijk vrede.
Wij zijn gekozen om dit leven met veel hoop en geloof te leven. Wij geloven dat Jezus het leven en de opstanding is. En we geloven dat we, wanneer we sterven, zo volledig opgaan in Gods omarming dat we deel gaan uitmaken van zijn bestaan op een manier die we ons nooit konden voorstellen en op een manier die we nooit kunnen beschrijven. Daarom kunnen wij het goede nieuws verwoorden dat ons leven in liefde een eeuwige verbinding heeft, met het voortleven in God na de dood. Hoewel Jezus ons geen duidelijk beeld geeft van wat ons te wachten staat, verzekert hij ons dat als we in relatie met God blijven, niets die band kan vernietigen, zelfs de dood niet. Opstanding gaat niet over onze eigen trouw. Het is een radicale uitspraak over de trouw van God, die zijn geliefde niet in de steek zal laten. Amen