Uit onze geloofstraditie weten we dat profeten vervelende mensen zijn, ook de profeet Ezechiël getuigt daar van. Ze beweren vaak dat God hun opdrachtgever is. En het enige bewijs dat ze leveren is dat ze zich niets gelegen laten liggen aan het menselijke verlangen geliefd te worden , gewaardeerd en het goed te hebben. Profeten zijn ook vervelend, omdat ze onrust veroorzaken. Ze kijken mensen niet naar de ogen. Ook de dragende figuren van een samenleving worden niet gespaard. Als ze niet rechtvaardig zijn en integer handelen, dan worden ze daarop aangesproken. Profeten durven zelfs in de naam van God over politiek te spreken en partij te kiezen voor de partijlozen, dat wil zeggen voor de armen, de kleinen en alle anderen die niet meetellen. Jezus – zo leert het Evangelie – deelt in het lot van de profeten. Hij gaat naar Nazareth, het dorp waar Hij is opgegroeid. Zijn leerlingen vergezellen Hem en zijn getuigen van wat daar gebeurt. Jezus stuit in zijn vaderstad al snel op weerstand. Aan de ene kant is Hij een gewone dorpsgenoot. Ze kennen er zijn familie, zijn beroep enz. Net als de andere jongens van het dorp is Hij opgevoed met de heilige boeken, zoals de Wet van Mozes (Thora), de profeten en de Wijsheidsboeken. Hij heeft leren nadenken en vragen stellen. Anderzijds worden ze geconfronteerd met het uitzonderlijke van zijn optreden. Hij spreekt in de synagoge woorden vol wijsheid, ofschoon niet opgeleid als rabbi en zijn handen verrichten wonderen. U begrijpt dat gewone en dat uitzonderlijke passen niet bij elkaar. Dat werkt aanstootgevend. Daarom slaat verbazing en bewondering al gauw om in een afwijzing, omdat ze Jezus niet meer herkennen zoals Hij indertijd was.
Ze kunnen niet aanvaarden dat Hij intussen een ontwikkeling heeft doorgemaakt. Het beeld van vroeger kunnen ze moeilijk loslaten. Ze nemen nog liever afscheid van Hem dan hun opvattingen over Hem te veranderen. Daarom ziet ook Jezus zich genoodzaakt afscheid te nemen van zijn dorpsgenoten, omdat ze niet kunnen aanvaarden wie Hij geworden is. Marcus zegt: ‘Hij stond verwonderd over hun ongeloof en ging naar de dorpen in de omtrek, waar Hij onderricht gaf.’ Wij hebben misschien de neiging met een afkeurende vinger te wijzen naar de mensen van Nazareth, maar is wat hier gebeurt niet een gevaar dat ook ons bedreigt? Jezus is de zoon van een timmerman en heeft het vak van zijn vader geleerd, zoals dat vaak ging. Nou is timmerman, metselaar, stukadoor, kassière, vult u maar in… een prachtig ambacht of beroep. Maar bij deze beroepen denken we niet direct aan mensen die de richting van de samenleving grondig bepalen en veranderen. Daarvoor moet je gestudeerd hebben. Minstens HBO, maar nog liever een universitaire studie hebben afgerond. Zo wordt er in onze wereld gedacht. Onze godsdienst echter is begonnen met een timmerman die rondtrok. Wij weten dat Hij ook in eigen land niet door iedereen serieus werd genomen. De godsdienstige leiders, alsook schriftgeleerden en Farizeeën waren zo fel tegen Hem gekant, dat ze Hem ter dood hebben laten brengen. De eerste eeuwen van het christendom was de kritiek van Romeinse keizers: ‘Wat is dat voor een stelletje armoedzaaiers?’ Ook vandaag worden christenen door bepaalde mensen niet voor vol aangezien. Het gaat nl. in de christelijke boodschap niet om de power, niet om het grote geld, niet om wat in de ogen van mensen macht heeft. Ook al heeft de Kerk zich in de loop der eeuwen vaak geïdentificeerd met de machthebbers om ook zelf weer macht te kunnen uitoefenen, telkens zijn er vanuit het midden van de Kerk tegenbewegingen ontstaan, zoals de beweging van Franciscus die op de markt van Assisi zijn kleren uittrok om alle rijkdom en macht af te werpen. De pracht en praal van vroeger zijn goeddeels uit de Kerk verdwenen en misschien zijn we met de afgeslankte rest weer dichter bij haar oorsprong, zoals het met Jezus begonnen is.
Hij was maar een timmerman en zijn boodschap heeft echt niet iedereen bereikt. Maar velen die zijn Evangelie hebben vernomen zijn er diep door geraakt en het heeft hun leven veranderd. Wij ervaren: als je met geloof, hoop en liefde in het leven staat, dan heb je een genezende invloed op je omgeving. Nou behoorde Jezus dus niet bij de elite of de mensen die het in de samenleving voor het zeggen hebben, maar die bescheiden afkomst hebben Hem wel een grote vrijheid gegeven. Hij hoeft zich niet gewichtiger voor te doen dan Hij in feite is. Hij kan helemaal zeggen en doen wat Hij vanuit zijn band met God, zijn hemelse Vader, noodzakelijk acht. Het geeft Hem een grote vrijmoedigheid. En die missen we vaak in de Kerk, ook bij leidinggevenden, bang voor de beschuldiging dat ze niet recht zijn in de leer. De kracht van het christendom ligt juist in de vrijmoedigheid om iedere keer te wijzen op wat mensen tot geluk brengt. De kracht van een gelovige houding als christen ligt daar waar aan kleine en arme mensen recht wordt gedaan. En er zijn er in onze wereld nog zovelen die geen recht wordt gedaan. Als we ons niet schamen voor die timerman weten we dat we steeds opnieuw kunnen beginnen en kunnen kiezen voor liefde. Geve God ons moed en kracht. AMEN