Wat ons sinds medio maart overkomen is, heeft waarschijnlijk niemand van ons eerder meegemaakt. Het is natuurlijk iets heel anders dan de dagen van de WO II, waarvan we dit jaar herdenken dat we 75 jaar geleden bevrijd zijn. Maar ik vermoed dat de meesten van ons bang zijn geweest en nog. Bang besmet te raken met dat enge, agressieve en onberekenbare virus, dat zoveel slachtoffers maakt. De beperkende maatregelen die er in acht genomen moeten worden hebben ons normale leefpatroon behoorlijk overhoop gehaald. Mensen die ons lief waren zijn ons plotseling ontvallen. Het is een vreemde gewaarwording als je in het weekend niet lijfelijk meer kunt deelnemen aan het Eucharistie. Zelfs de hoogtijdagen als de Goede Week, Pasen en ’s Heren Hemelvaart konden we slechts volgen op TV of anderszins. Dat is toch een andere beleving dan als je samen kunt bidden, vieren en zingen. We mogen vandaag schoorvoetend een nieuwe start maken, misschien nog met schrik in de benen, mede door alle veiligheidsmaatregelen.
Ik weet niet of het U is opgevallen: ook in de lezingen rond dit feest van Pinksteren speelt er verwarring en angst. Na Jezus’ dood hebben de apostelen en trouwe volgelingen zich opgesloten uit angst dat hen hetzelfde lot ten deel zou vallen als Jezus. In de Paasverhalen wordt verteld dat Jezus zijn leerlingen enkele malen verschijnt, maar dat neemt niet alle onzekerheid, verwarring en angst weg. Zij voelen wel dat het nooit meer zal worden als voorheen, toen Jezus nog lijfelijk in hun midden was. Toen ze door Palestina trokken, samen aten en discussieerden. Maar tegelijk merken ze dat ze hun Meester niet kunnen vergeten. Integendeel: in de afgelopen tijd zijn er ontmoetingen geweest en dingen gebeurd, die hen sterken in het geloof dat Jezus leeft.
Ze voelen zijn Geest in hun midden. Hij is er, anders dan voorheen; soms nog duidelijker dan toen Hij lijfelijk in hun midden was. Het verhaal van Pinksteren, zoals we dat lezen in hoofdstuk 2 van Handelingen, vertelt ons dat hun angst, mede door biddend samen te zijn met Maria, plaats maakt voor enthousiasme. Ze voelen dat zij wat ze met Jezus hebben beleefd en van Hem hebben geleerd niet angstvallig mogen verzwijgen. Daarvan moeten ze gaan getuigen, zoals Jezus hen heeft gevraagd. Op die 50e dag, 7 x 7 + 1 een symbolisch getal dat wijst op volheid, zijn ze zover, dat ze hun angst, teleurstelling en onzekerheid te boven zijn door de kracht van de H. Geest, dat ze naar buiten treden, ramen en deuren opengooien om van Jezus te getuigen.
In het Evangelie van dit feest vertelt Johannes dat Jezus in hun midden verschijnt, niet met verwijten over hun lafheid en ontrouw, maar met een hartelijke vredewens tot twee maal toe. ‘ Ik wens jullie vrede! ‘, zegt Hij.
Met het tonen van de wonden in zijn handen en zijn zijde laat Hij hen zien dat ze niet te doen hebben met een vreemde, maar met hun gekruisigde Heer. Vóór Hij hen uitstuurt om zijn getuigen te zijn, ademt Hij hen de H. Geest toe, de Helper, de Trooster, de Advocaat, zoals Hij hen heeft beloofd.
Ook wij hebben in de afgelopen maanden dingen zien veranderen, zaken die we misschien niet voor mogelijk hadden gehouden: mensen houden meer rekening met elkaar, tonen meer geduld in de supermarkt en op straat. Mensen die zich melden als vrijwilliger en spontaan iets voor anderen doen. We hebben gemerkt dat ons leven niet maakbaar is zoals we wel eens denken en hoe kwetsbaar we zijn.
In de gezondheidszorg zetten artsen, verpleegkundigen en anderen alle zeilen bij om zieken bij te staan met risico’s voor hun eigen gezondheid en die van hun gezin. Overal treffen regeringen maatregelen, zowel om de verbreiding van de pandemie onder controle te krijgen, alsook om bedrijven en particulieren die in de problemen zijn geraakt overeind te houden. Naast uitingen van onbegrip en egoïsme zijn we vooral getuige geweest van de goede Geest die door onze wereld waait, allerlei bewijzen van solidariteit. Blijkbaar roept de nood van medemensen het beste in ons wakker: een geest van medeleven, solidariteit en bereidheid om tegenstellingen los te laten en samen te werken. Angst en zorg om ons eigen hachje is een natuurlijke reactie als ons veilige bestaan bedreigd wordt, maar de Geest die Jezus heeft beloofd geeft ons moed en vertrouwen. Ze helpt ons ramen en deuren van ons hart open te zetten voor medemensen in nood en risico’s te nemen ter wille van anderen. Ik weet niet hoeveel brieven met noodkreten er bij U in de brievenbus zijn gevallen. Ondanks al die uitingen van zorg en onzekerheid mogen wij stellen dat wij het goed hebben, als we zien en horen hoe groot de nood is op andere plekken in de wereld. Laten wij bidden dat de H. Geest die uitgaat van de Vader en de Zoon, ons steeds dieper mag bezielen en ons zal helpen om te doen wat we kunnen. De belofte van Jezus dat Hij ons niet verweesd achterlaat is ook een uitdaging voor ons.
‘Kom, H. Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in ons het vuur van uw liefde’.
AMEN.