Skip to main content
Preken

zondag 31-10-2021: Allerheiligen B 2021

By 1 november 2021No Comments

Lezingen: Apocalyps 7, 2-9.9-14; 1 Johannes 3, 1-3; Matteüs 5, 1-12a.

Het Boek van de Openbaring (1e Lezing) is voor velen een vreemd boek, dat om het een beetje te begrijpen de nodige uitleg vraagt. De verbinding met onze wereld wil ik proberen aan te geven. Waar wij ons bezig houden met de werkelijkheid van alledag, die heel onze aandacht vraagt, stelt de auteur van het boek de vraag: ‘hoe loopt het met ons af?’ Daar zijn wíj niet zo mee bezig, ofschoon de vraag ons ook weer niet helemaal vreemd is. Sinds mensenheugenis leven wij immers met de ervaring, dat er een einde komt aan ons leven en dat onze wereld voorbij gaat, mogelijk zelfs door menselijk toedoen (denk aan onze moderne wapens). Búiten ons toedoen overkomen ons aardbeving, tsunami’s, pandemieën. Daar zijn we geen baas over. Met de klimaattop in Glasgow voor ogen kunnen we langzamerhand vrezen, dat ook de klimaatbeheersing een probleem wordt dat ons te boven gaat. Hoever reikt de bereidheid wereldwijd samen te werken om de verwarming van de aarde te beheersen? In oude tijden had men voor alle verschijnselen die ons te boven gingen en ons bestaan bedreigen een god of een engel met elk een eigen terrein. Grieken en Romeinen hadden een heel systeem van goden, god van de oorlog, een god van de vruchtbaarheid enz.  Vandaag in de eerste lezing uit het Boek van de Openbaring zijn er engelen, die ‘schade kunnen toebrengen aan de aarde en aan de zee’, m.a.w. aan onze leefwereld voorzover we daar géén baas over zijn. (Denk aan de zojuist genoemde aardbeving, tsunami, pandemie). Maar voordat er tenslotte een einde aan onze wereld komt worden de mensenkinderen, die zich gedragen als kinderen van God, getekend met een beschermend merkteken, een soort q-code, Die je toegang geeft tot de hemel. Er zijn,  volgens de 1 lezing, ontelbaar velen, voorzien van dat teken die ontkomen aan de ondergang en leven voor Gods aangezicht.

Als we ons dan afvragen wie degenen zijn, die dat merkteken dragen en ontkomen aan ondergang en dood, komen we uit bij degenen, die door Jezus in zijn Bergrede worden genoemd. Het zijn mensen die zonder pretentie door het leven gaan en doen wat ze doen moeten, ‘arm zijn van geest’, zoals de lezing zegt. En verder degenen die zachtmoedig zijn, tegen wie de ME niet hoeft op te treden (zoals vrijdagavond bij de wedstrijd MVV-Roda JC ; veilig zijn ook mensen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid-voor-iedereen (denk aan de toeslagenaffaire); mensen die barmhartig zijn in hun oordelen over anderen; mensen zuiver van hart, eerlijk in hun bedoelingen en brengers van vrede en verzoening; mensen die niet stuk te krijgen zijn ook niet als ze bloot staan aan vervolgingen om ze opkomen voor een rechtvaardige samenleving; of vervolgd worden omdat ze geloven in Jezus Christus. Ze zijn allemaal goed af, simpelweg omdat ze goede mensen waren met oog voor anderen en niet alleen voor zichzelf; mensen levend voor waarden van algemeen belang.

Al lezen we deze tekst op Allerheiligen waarop we al degenen gedenken, die wat Jezus bedoelde op een voorbeeldige manier –wellicht ook met de nodige  moeite- in praktijk hebben gebracht en heilig zijn verklaard; daarnaast zijn de talloze niet verklaarde heiligen, die onopvallend, zonder ‘Bekende Gelovigen’ te zijn, geleefd hebben in overeenstemming met de bedoelingen van het Evangelie, in liefde voor medemens en God. Zondagmiddag staan zijn ons uitdrukkelijker voor ogen als we degenen gedenken die ons het naaste zijn geweest, aan de basis van ons leven hebben gestaan en een bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van de mens die wij momenteel zijn.

Allerheiligen/Allerzielen moge ons tot bezinning brengen omtrent de grondwaarden die ons leven ondersteunen. Onze heiligen zijn onze voorsprekers en voorbeelden. Amen   AR