Skip to main content
Preken

Zondag 30-10-2022 Allerheiligen. Niet zelf maar God en de naaste in het centrum.

By 30 oktober 2022No Comments

Er zijn mensen die hun handy meer gebruiken om foto’s te maken dan om te telefoneren en bereikbaar te zijn. Het maken van selfies is bij sommigen zelfs favoriet. Is het niet opvallend hoe velen zich in onze dagen – waarschijnlijk onbewust – in het centrum plaatsen? In vroeger dagen stond de fotograaf zelf  het minst op de foto. Hij legde anderen vast op de gevoelige plaat. Zelf kwam hij niet in een fotoalbum terecht.  Als we met Jezus naar de wereld kijken, dan maakt Hij geen selfies. Want wie focust op zichzelf, verliest de ander uit het oog. En wie anderen over het hoofd ziet, wandelt niet in het spoor van Jezus. We horen dat ook in de ‘zaligsprekingen’ zoals die staan in het Evangelie van deze dag. Jezus zegt daar: ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn’,  wiens verlangen het is elkaar recht te doen, zodat niet alleen wij zelf maar ook anderen tot hun recht komen.

Dat is iets anders dan voortdurend er op uit zijn om zelf op het plaatje te staan en te doen of alles om ons draait. Wie nederig is, gaat zorgzaam en  met aandacht met anderen om. Hij heeft een open oog en ontvankelijk hart voor wat  de naaste bezig houdt. Hij is bescheiden en maakt vooral ruimte voor de mening en de behoeften van anderen. De nederige mens is voorzichtig met zijn oordeel. Hij wil anderen niet beschadigen en is zich bewust van zijn eigen zwakheden en fouten. Hij is uit op verdraagzaamheid en vrede. Dit is een houding  die velen deugd doet in onze jachtige wereld waar onrust, strijd en tal van tegenstellingen de leefsfeer bepalen. Jezus zegt ook: ‘Wie eerlijk en zuiver is in zijn bedoelingen zal God zien, ja wordt zelfs een kind van God  genoemd. En als anderen kritiek hebben op zo’n levenshouding, wees dan niet bang, want je bevind je in goed gezelschap. Bij mensen die zo denken en handelen proef je iets van de hemel.’

Het Evangelie vandaag is een stuk uit de zgn. Bergrede. We horen het vandaag nu we het feest vieren van alle heiligen. We gedenken niet enkel de mensen die  officieel heilig zijn verklaard, maar eveneens ‘de menigte die niemand tellen kan uit alle volken, rassen en talen.’ De apostel Johannes spreekt ervan in het Boek van de Openbaring, zoals we hoorden in de 1e lezing. Al die gewone  mensen die onopvallend  geleefd hebben ten dienste van elkaar. Bij die ontelbare menigte horen ook onze dierbaren die ons door de dood zijn ontvallen.

We hebben er misschien nooit bij stil gestaan, maar ons woord ‘heilig’ komt van ‘heel maken en genezen’. Soms wensen we elkaar ‘veel heil en zegen’.   We bedoelen dan: Ik wens je alle goeds toe, vrede en geluk. Wij durven geloven dat God in deze wereld heil wil bewerken met onze hulp. Hij nodigt ons uit , op de plaats waar wij leven en met de talenten die wij hebben, ons in te zetten voor anderen, zodat mensen meer heilvol en gelukkiger kunnen leven. Ieder die daaraan meewerkt mag je een beetje heilig noemen. Zulke mensen hebben een héél-makende, heilzame en heiligende invloed op hun omgeving. Hoe denkt U bijv. over ouders die zich helemaal geven voor het welzijn van hun kinderen? Ik denk aan de offers en het geduld die er van hen gevraagd worden. De  gebroken nachten, de zorgen om de eigen wegen die kinderen soms gaan, het experimenteren met relaties, internet, handy en drugs enz. Ik zie ook ouderen met hun rollator. Ze gaan moedig om met hun gebreken. Ik zie mensen die werken in de zorg:  in ziekenhuizen, verpleeghuizen, in de wijk en in gezinnen. Ik denk aan grootouders die paraat staan voor hun kleinkinderen en daardoor heel belangrijk en onmisbaar voor hen zijn. Ik denk aan al die vrijwilligers. Ze zetten zich in voor een vereniging of parochie, voor vluchtelingen en zieken. Ik denk aan al die gewone mensen die onopvallend hun werk doen. Kortom: een leger van onbaatzuchtige medemensen die er niet op uit zijn om zelf in de picture te staan, maar zorgen dat anderen tot hun recht komen.

Te vaak nog menen wij dat je om God te dienen allerlei huzarenstukjes moet uithalen en bijzondere prestaties moet leveren. Net alsof het vervullen van moeilijke opdrachten bij God extra verdiensten oplevert. Zou ‘heilig’ worden niet beginnen als we ophouden eindeloos te tobben met onze angsten , zorgen en twijfels en ze durven leggen in Gods hand?. Als wij ons met alles wat ons bezig houdt durven toevertrouwen aan God? Hij komt ons te hulp. Hij zal niet zeggen: ‘Stel je niet aan. Ik maak het wel in orde. Alles komt goed!’ Hij weet wat velen moeten doorstaan. Hij neemt ons het werk niet uit de hand, maar neemt wel onze zorgen serieus. Hij rekent erop dat wij onze gaven zo goed mogelijk gebruiken, maar ook dat wij – meer dan op eigen kracht – durven vertrouwen op zijn bijstand. Want heiligen zijn geen mensen zonder fouten en gebreken, maar leerlingen die regelmatig durven kijken in de spiegel van de ‘Zaligsprekingen’ en die durven bidden om de H. Geest die Jezus zijn volgelingen heeft beloofd. We mogen op zijn woord en beloften vertrouwen. AMEN.
Emeritus pastor Franssen.