ALLERHEILIGEN 2019
De vieringen van Allerheiligen en Allerzielen spreken in welke vorm dan ook, veel mensen nog altijd aan. Misschien wel omdat die herdenkingen niet alleen gaan over degen die ons zijn voorgegaan maar ook over onszelf. Dat we er zijn hebben we aan onze voorouders te danken. Mensen die ons zijn voorgegaan hebben hun idealen van een goede en rechtvaardige wereld aan ons overgedragen. Heiligen zij voor ons een voorbeeld. Onze herinneringen spelen een rol als we gedenken, die ons in leven en dood zij voorgegaan. Ze hebben het leven voltooid waarmee wíj nog bezig zijn.
Hebben we het over Allerheiligen dan mogen we bij onze eerbied niet vergeten, dat ook zíj ‘gewone’ mensen zijn geweest, zoals wij ‘gewone’ mensen zijn. Ze werden geboren in hun tijd en hun eigen milieu. Ze hadden hun eigen aanleg, hun mogelijkheden en beperkingen; ze werden opgevoed en ontwikkelden zich. Ze hadden hun geluk en verdriet, hun verwachting en hun teleurstelling, hun slagen en tekortschieten. Maar het is hun gelukt om in hún omstandigheden en met hún mogelijkheden waardevolle mensen te zijn Ze zijn erkend en gewaardeerd door hun medemensen, tot voorbeeld genomen, tot beschermheilige benoemd en te hulp geroepen. Een aantal beelden van heiligen en afbeeldingen staan in onze kerken. (In Eys Maria en Jozef, Agatha, Sebastiaan, Antonius, Barbara, Theresia en Gerardus en Anna).
Het is alsof ze tegen ons zeggen: ‘houdt goede moed, ‘wij hebben onze bestemming bereikt. Ook voor jullie is het mogelijk om, bij alles wat op je afkomt in het leven, een goede, liefdevolle en waardevolle mens te zijn, van positieve betekenis voor degenen met wie je leeft’. ‘Dat hetgeen de moeite waard is ook moeite kost hoort bij het leven. In het Evangelie van Allerheiligen, een gedeelte van de Bergrede van Jezus bij Mattheüs, vinden we een aantal ‘zaligsprekingen’, die richtinggevend zijn voor christenen, door de doop in God geheiligd; richtinggevend ook voor de praktijk van leven van de verklaarde heiligen.
Ze waren ‘arm van geest, hadden geen pretenties en stonden niet op tegen God; ze hadden verdriet om wat er allemaal mis is in onze wereld en hunkerden naar gerechtigheid voor iedereen; ze waren zachtmoedig en barmhartig. Ze waren zuiver in hun bedoelingen en brachten vrede in hun omgeving. In tijden van vervolging hielden ze vol, vooral ook als dat was omwille van hun geloof in Jezus Christus.
De auteur van het Boek van de Openbaring, het laatste boek in onze Bijbel, ziet een grote mensenmenigte voor Gods hemelse troon. Het zijn degenen, die hun aardse leven hebben doorstaan en volbracht. Ze zijn door hun positieve manier van leven op hun voorhoofd gestempeld zijn met het zegel van de levende God. Ook dat is een manier om uit te drukken, dat het bij alle wederwaardigheden mogelijk is als een mens van God, liefdevol en waardevol te leven en opgenomen te zijn in Gods omgeving.
Allerheiligen is een feest ook bedoeld om ons te bemoedigen op onze levensweg met alles wat we daarop kunnen tegenkomen. Heiligverklaarden, erkend door het gelovige volk en de kerkelijke overheid, zeggen tegen ons: ‘met behulp van Gods genade hebben wij in liefde geleefd. Houdt goede moed. Ook jullie zijn met Gods hulp daartoe in staat en uiteindelijk je bestemming bereiken’. Amen. AR
Wij zijn hier vanmiddag in onze parochiekerk bij elkaar gekomen om te gedenken die ons zijn voorgegaan: familieleden en mensen uit onze omgeving. De dood blijft een ingrijpend gebeuren, dat een definitief einde maakt aan ons aardse leven. Onze overledenen hebben deel uitgemaakt van ons leven. Het Boek Prediker omschrijft wat bij ons aards bestaan hoort. We gebruiken dat nu als 1e LEZING ((door lector):
er is een tijd van leven voortbrengen en van sterven,
een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen,
een tijd om te huilen en een tijd om te lachen,
een tijd om te rouwen en een tijd om te blij te zijn
een tijd om te ontvlammen en een tijd om te verkillen,
een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken,
een tijd om lief te hebben en een tijd van afkeer,
een tijd van oorlog en een tijd van vrede. (Prediker hst 3)
Onze dierbare overledenen hebben dit alles ervaren en beleefd, zoals wij nu in onze tijd. Zij maakten op een of andere manier deel uit van ons eigen leven. Ze stonden aan de oorsprong ervan, maakten deel uit van ons gezin, van onze familie, vriendenkring of ons dorpse samenleven. Maar dan is er ‘dood’, soms midden in het leven; de verstarring, het zwijgen, en de stilte van de dood. Die stilte is zo anders is dan wanneer wij, levenden, stil zijn. De dood plaatst ons voor een groot geheim. Wij zoeken te begrijpen, verlangen de zin van leven en dood in te kunnen zien. In bijbel en cultuur vinden we teksten en tekens, die ons zeggen dat, dat definitieve dood niet het laatste woord heeft. De dood raakt ons ten diepste. Wij weten van onze eigen eindigheid. De dood is het definitieve einde van ons aardse bestaan. Leven we voort? Onze ouders leven voort in ons, hun kinderen. Zij en andere overledenen leven voort in onze herinnering. Wij, nu levend, bouwen voort op wat generaties vóór ons hebben nagelaten. Voor menig volk in de oudheid leefden de geesten of zielen van de overledenen voort in de onderwereld.
Ook in het Evangelie vinden we aanwijzingen. We leren daaruit dat alles wat we doen uit liefde, barmhartigheid, vergevingsgezindheid al eeuwigheidswaarde heeft. Pasen leert ons, dat God opgewassen is tegen de dood. Nieuw leven heeft met Pasen het laatste woord. De opwekking door God van Jezus heeft zijn gevolgen voor die in Hem geloven. De apostel Paulus zegt daarover in zijn brief aan de christenen van Rome het volgende:
‘Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood?
Wij zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om,zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. Als wij delen in zijn dood zullen we ook delen in zijn opstanding.
De tekst geeft ons een eigen en hoopvolle kijk op leven en sterven van onszelf maar ook van onze dierbaren. Wellicht met vallen en opstaan, in vreugde en verdriet, in hoop en twijfel, soms onmachtig, soms teleurgesteld, soms opgetogen hebben zij hun leven geleid. Dat alles is niet vergeefs geweest, zoals uit de woorden van zojuist valt op te maken. Hun leven in geloof, al het goede, dat zij op onze wereld tot stand gebracht hebben, hun daden van goedheid en liefde voor hun familie en andere medemensen, heeft waarde tot over de grens van hun dood heen. Laten we vandaag ons onze overledenen gedenken, maar hen ook vragen ons te helpen dat ook wij goed terecht komen. AR