Als je een brief ontvangt, zie je vaak al aan de manier waarop het adres geschreven is, van wie die brief afkomstig is. Zo zijn er veel mensen die je herkent aan hun stem. Als er aan de deur wordt gebeld en je wilt weten wie daar is, vraag je: ‘Wie is daar?’ Als iemand dan zegt: ‘Ik ben het’, dan weet je meestal direct wie het is, want anders had hij zich wel voorgesteld met zijn naam. Je herkent mensen vaak aan de klank van hun stem, ook al zie je nog geen gezicht. Dat geldt zeker als het gaat om familie of vrienden. Sommige mensen zijn je zelfs zo vertrouwd dat je hen herkent aan het geluid van hun voetstappen. Ook dieren herkennen hun ‘baasje’, niet alleen aan zijn stem, maar ook aan zijn voetstap of gewoontes.
Nou zegt de apostel Johannes in zijn Evangelie: ‘ Als de herder naar de schaapskooi komt, doet de bewaker hem open.’ Hij herkent zijn voetstap, zijn manier van doen en zeker zijn stem. En dat herkennen geldt misschien nog meer voor zijn schapen. De stem van het herder is hen vertrouwd. Hij voert hen immers naar weidegrond en brengt hen naar de drinkplaats. ’s Avonds brengt hij hen terug naar de veilige schaapskooi. Als een vreemde zijn stem laat horen en hen roept, zullen ze daar geen gevolg aan geven. Ze zullen eerder verschrikt en angstig reageren, want ze zoeken veiligheid. Een vreemde en onbekende stem jaagt hen schrik aan. Nu zegt Jezus: ‘ Ik ben voor de mensen als een goede herder voor zijn schapen.’ En ook: ‘ Ik ben als de vertrouwde toegangsdeur van de schaapstal. Wie door Mij binnengaat, is verzekerd van een veilige plek! En wie Mij volgt naar buiten, zal voedsel vinden voor zijn geestelijke honger en water dat de diepste dorst lest’. In zijn parabel wijst Johannes ook op mensen die de schaapskooi binnen dringen of de schapen naar buiten lokken met verkeerde bedoelingen. Niet het welzijn van de dieren drijft hen, maar puur eigenbelang.
Jezus zegt: ‘ Ik ben echter gekomen om mijn schapen het leven te geven in zijn volheid!’ Fraaie woorden, mooie beloften, maar wie durft er zich op te verlaten? Vraagt dat niet om een vertrouwensband? Jezus nodigt ons er toe uit. Hij zegt: Als je zoekt naar een echte relatie met God en je medemens, doe dat dan via Mij. Ik ben een veilige toegangsdeur.
Misschien komt er in ons de vraag op: Hoe ziet mijn relatie met Jezus er uit? Is het enkel een weet hebben van zijn bestaan? We kennen immers heel wat verhalen over Hem, zoals ze staan opgetekend in de Evangelies. Maar wat betekenen ze voor ons in het leven van alledag? Voelen we ons vertrouwd met Jezus? Beschouwen we zijn woorden en optreden als richtinggevend voor de manier waarop we ons leven inrichten en bij de keuzes die wij maken? Zijn ze maatgevend voor ons doen en laten? Durven wij op Jezus vertrouwen zoals schapen op hun herder? Ervaren wij Jezus als een betrouwbaar leidsman en veilige gids? Durven we ons aan Hem toevertrouwen met al ons lief en leed zoals menig kind dat doet met zijn ouders? Wat betekent ons geloof in Jezus voor ons in deze moeilijke tijd van de coronacrisis? Wat doet het met ons als we horen dat medemensen besmet raken met het virus of hun baan verliezen en in ernstige financiële nood raken? Hoe kijken we naar vluchtelingen die opeen gepakt zitten in kampen in Griekenland, Libanon of elders? Hoe gaan we om met de veiligheidsmaatregelen die we in acht moeten nemen? Als wij in zorg en angst zitten, wenden wij ons vaak tot God. Wij steken kaarsjes aan, bidden om genezing of een oplossing van onze problemen. We bidden om het slagen voor een examen of een goede afloop van dit of dat. Wij gaan er van uit dat God altijd klaar staat en steeds ‘on line’ is, als wij ons tot Hem wenden en een beroep op Hem doen. Geldt dat ook andersom? Als Hij ons nodig heeft en ons roept, staan wij dan ook klaar? Of houden wij ons doof, nemen de telefoon niet op of kijken wij weg? Als God ons roept, omdat Hij ons nodig heeft, mogen wij er op vertrouwen dat Hij als een goede Herder met ons mee loopt. Hij loopt voor ons uit om af en toe richting aan te geven. Hij loopt ook als een zorgzame Herder achter ons aan om ons te steunen in de rug. Jezus geeft Hij ons als voorbeeld. Voortdurend roept Hij ons op Hem te helpen om van deze wereld zijn Rijk te maken onder de inspiratie van de H. Geest. Wij doen regelmatig een beroep op God en wij vertrouwen er op dat Hij ons bidden hoort en ons nabij is. Zo doet Hij ook een beroep op óns en Hij vertrouwt erop dat wij naar Hem luisteren, zijn nabijheid zoeken en meebouwen aan zijn Rijk. De vraag is of wij het vertrouwen dat God in ons stelt ook met geloof durven beantwoorden? M.a.w. of het vertrouwen wederkerig is?
Moge het zo zijn. A. Franssen.