Skip to main content
Preken

Zondag 28 juni 2020: Feest van Petrus en Paulus.

By 28 juni 2020No Comments

Met de gedachtenis van de H. Petrus en Paulus vieren wij vandaag twee iconen die samen aan de basis hebben gestaan van de kerk van Jezus Christus. Twee mensen die sterk van elkaar verschilden en die ook heel wat met elkaar te stellen hebben gehad. De eigenlijke naam van Petrus is Simon, zoon van Jona. Maar vanaf hun eerste ontmoeting noemt Jezus hem Petrus, de Latijnse naam voor rots. We weten dat deze ‘rots’, waarop Jezus zijn kerk wilde bouwen,  een enthousiaste man is geweest die zich sterk liet leiden door zijn emoties en die vooral geloofde met zijn hart. Hij is visser en van eenvoudige komaf. Bij zijn kennismaking met Jezus is hij niet verder geweest dan het meer van Galilea.    Als Jezus wordt gevangen genomen en Petrus wordt herkend als een van zijn volgelingen, zegt hij tot driemaal toe dat hij Jezus niet kent.  Als Jezus zijn leerlingen vraagt wie zij denken dat Hij is, zegt hij zelfverzekerd dat Jezus de Messias is, de zoon van God. Maar hij gaat dwars liggen, als Jezus vertelt dat Hij veel zal moeten lijden en ter dood zal worden gebracht. Daar wil Petrus niet van horen. Jezus noemt hem dan een struikelblok. Bij een ontmoeting met Jezus op het meer, stapt hij vol bravoure uit de boot, denkt over het water te kunnen lopen, als zijn Meester, maar bij gebrek aan geloof zinkt hij als een baksteen. In de Olijfhof wordt hem gevraagd te waken, maar hij valt in slaap.     In zijn angst en kwaadheid slaat hij een soldaat een oor af.  Als je dat zo hoort moet je concluderen: geen rots, geen kei , maar veeleer een ‘mensenmens’.

Ook de levensloop van Paulus (Saulus) vertoont heel wat bedenkelijke momenten. Jezus zelf heeft hij nooit ontmoet. In zijn jonge jaren heeft hij als Schriftgeleerde fanatiek gejaagd achter de eerste christenen en hen laten oppakken en veroordelen. In zijn ogen waren het ketters. Door een plotselinge gebeuren op weg naar Damascus, waarbij hij de stem van Jezus hoort, bekeert hij zich en wordt een vurige aanhanger van de verrezen Christus. Dus van christenvervolger wordt hij plotseling missionaris. Paulus heeft heel wat reizen gemaakt om van zijn geloof in Jezus te getuigen. Op sommige plaatsen is hij lange tijd gebleven. Op zijn tochten heeft hij niet alleen geloof, maar ook veel tegenstand ontmoet. Hij is zelfs gestenigd, gevangen gezet en heeft schipbreuk geleden.  Wij hebben van hem een aantal brieven, geschreven aan de eerste groepen christenen die er waren ontstaan op plaatsen rond de Middellandse Zee. In zijn brieven is Paulus vurig en stellig, hetgeen hem niet door ieder in dank wordt afgenomen. Met deze twee grondleggers aan de basis is de kerk in de loop van de eeuwen uitgegroeid tot een instituut dat – zoals een wijze monnik eens zei  –  ‘ vaak een zegen is geweest, maar soms ook een bron van ergernis’.  M.a.w. de ideale kerk bestaat niet. Enerzijds kom je in de kerk mensen tegen die de wijsheid in pacht menen te hebben. Anderzijds bestaat de meerderheid van haar gelovigen uit mensen die in alle bescheidenheid werkt aan goede verhoudingen, het geloof in praktijk brengt, in stilte bidt en vertrouwt op Gods leiding. Misschien zijn juist haar kwetsbaarheid en menselijke feilbaarheid redenen waarom de kerk van Jezus de stormen van de eeuwen heeft  overleefd.

Vat. II legt er sterk de  nadruk op, dat wij sámen kerk zijn en niet alleen de clerus. Op grond van ons Doopsel en Vormsel hebben wij  de opdracht samen te bouwen aan een levende geloofsgemeenschap, waarin wij ons geloof delen en vieren, en met elkaar meeleven in lief en leed. Dat blijkt een moeilijke opgave. Veel christenen zien de kerk nog steeds als een soort ‘tankstation’, waar je haalt wat je nodig hebt, je bijdrage betaalt en verder ieder zijns weegs gaat. Nu wij vandaag die twee steunpilaren gedenken, die zo’n belangrijke rol hebben gespeeld bij het ontstaan en de uitgroei van de kerk, rijst de vraag:  welke mensen weten ons tegenwoordig te boeien als het gaat om het verwoorden en getuigen van ons christelijk geloof? Wie zijn er in onze dagen als Petrus en Paulus? Wie zijn het die evenals paus Franciscus ons bijzonder aanspreken en in wie wij een voorbeeld zien? Wat doet het met ons als we horen dat vrienden of collega’s vrijuit durven vertellen wat hun geloof voor hen betekent en met hen doet?  Zou het niet een weldaad en een rijkdom zijn, als wij als gelovigen de moed opbrengen en de tijd nemen om met elkaar in gesprek te gaan over wat we geloven en wat dat geloof in Jezus met ons doet en voor ons betekent?  Want over de hoofden van de apostelen heen stelt Jezus ook  ons de vraag: ‘Wie ben Ik volgens jullie en wat beteken Ik voor jullie? Wat beteken ik voor jou in je dagelijks leven: in de omgang met je naasten, in het werk dat je doet en in de keuzes die je maakt? Ben ik voor jou een ‘sta-in-de weg’, een struikelblok of een figuur die er niet toe doet? Of ben Ik veeleer een Gids, een steun en rustpunt, een bron van hoop en troost op je levensweg? Veel gelovige mensen beschouwen hun geloof als een privéaangelegenheid, maar welke rijkdom houden we dan niet voor elkaar verborgen?  Ik ben er van overtuigd dat wij – meer dan wij vermoeden – betekenen voor elkaar, als  we durven praten over ons christelijk geloof: wat ons inspireert en kracht geeft én over de vragen  die het oproept en wat ons zwaar valt.  Het is vaak verrassend wat jonge mensen die hun kindje laten dopen vertellen over hun geloof en hun motieven of stellen die voor de kerk willen trouwen. Boeiend zijn ook de gesprekken met ouders van a.s. Communicantjes en Vormelingen. Hebben wij het in onze dagen niet nodig om met elkaar te delen wat ons al christenen en zoekende mensen beweegt? Dalende interesse voor kerkbezoek en zaken die ons christelijk geloof betreffen dwingt kerken na te denken over de toekomst. Velen zijn daar volop mee bezig.
Zo heeft een Canadese priester James Mallon met vallen en opstaan een aanpak ontwikkeld die kan dienen als een soort blauwdruk voor parochies die verlangen naar meer vitaliteit en bloei. Hij slaagt erin d.m.v. herkenbare, humoristische en eerlijke verhalen zijn lezers aan het denken te zetten over de eigen geloofsgemeenschap. Kringen van pastores lezen dit boek en bespreken de mogelijkheden die het biedt. De titel luidt: ‘ Als God renoveert’.  Moge de moed en de toewijding van Petrus en Paulus, de begeestering van inspirerende  mensen in onze dagen, alsook het voorbeeld van onze eigen ouders een stimulans zijn voor ons geloof.
Bidden wij Petrus en Paulus om hun voorspraak. AMEN.