Het is een wonderlijk en ongelooflijk verhaal, het Evangelie van deze dag; niet vreemd dus dat wij er moeite hebben. Toch kan Johannes ons blijkbaar niet duidelijker vertellen wie Jezus is. Levend in een wereld, waarin geloven in een leven na de dood slechts door een minderheid wordt aangenomen, zeggen velen: ’ Hier weet je wat je hebt, wat er straks komt weten we niet.’ Regelmatig worden we geconfronteerd met het sterven van mensen. De dood hoort bij ons leven, maar als het gaat om iemand met wie een speciale band hebben, dan dringen zich allerlei vragen op. Zo rijst naar aanleiding van dit verhaal misschien de vraag: waarom gaat Jezus niet direct naar zijn vrienden toe, als Hij bericht krijgt dat Lazarus ernstig ziek is. Waarom dat uitstel? Mogelijk wil Hij op deze manier laten zien dat zijn optreden niet bepaald wordt door de vraag van mensen die zich tot Hem wenden, maar door de wil van God. Alleen God bepaalt ‘zijn uur’. Jezus komt als de Vader dat wil. Over de opstanding van Lazarus laat Johannes geen twijfel bestaan. Jezus beveelt Lazarus met luide stem naar buiten te komen en deze geeft gehoor aan Jezus’ opdracht. Hij maakt zijn uittocht uit de gevangenschap van de dood zoals eertijds het volk Israël uit de slavernij van Egypte. Staande voor Lazarus’ graf beleeft Jezus als in een spiegel wat Hem zelf straks zal overkomen. Hij begint te huilen. Meer dan zijn vrijmoedig optreden wordt de opwekking van Lazarus de onmiddellijke reden van zijn dood. Want ‘van die dag af besloten de hogepriesters, schriftgeleerden en Farizeeën Hem te doden’, zo lezen we. Als Marta in het gesprek met Jezus zegt: ‘ Ik weet dat hij zal verrijzen bij de verrijzenis op de laatste dag, wordt ze meteen door Hem gecorrigeerd met zijn uitspraak: ‘ De verrijzenis en het leven, dat ben Ik. Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven’. M.a.w. De opstanding uit de dood vindt niet plaats in een verre toekomst of op het moment van sterven, maar op het ogenblik dat een mens de stem van de Mensenzoon hoort en aanvaardt. De opstanding heeft nu plaats als wij naar Jezus luisteren en ons aan Hem overgeven. ‘Geloof je dit?’, vraagt Jezus aan Marta. Het is de vraag waar het in dit verhaal om gaat. Marta spreekt dan haar vertrouwen uit in Jezus en Maria doet dit op haar manier door aandachtig naar de Heer te luisteren, zittend aan zijn voeten.
Wat er met Lazarus gebeurt noemt Johannes een teken. Door vooraf tot God te bidden wil Jezus voorkomen dat Hij beschouwd wordt als een gewone wonderdoener. Het gaat Hem altijd om een teken van de heerlijkheid van God. Blijkbaar heeft onze dood niet het laatste woord. Het is een werkelijkheid waar God raad mee weet, zoals Hij laat zien in Jezus. Met dit verhaal wil Johannes ons tonen dat God groter is dan alle ziekte en dood. Aanvankelijk zegt Marta tot Jezus: ‘ Ik wil graag geloven in wat U zegt, maar nu is het te laat’. Maar Jezus reageert: ‘Haal die steen weg’. Als zij en de mensen die haar vergezellen protesteren, zegt Jezus: ‘Als je gelooft, zul je het onmogelijke zien. Haal die steen weg’. En tot Lazarusem altijd om eeeenHem He : ‘Kom naar buiten’. Jezus neemt er geen genoegen mee dat mensen sterven aan twijfel, cynisme en ongeloof. ‘Maak hem los en laat hem gaan’, zegt Hij. Het lijkt een onmogelijk wonder dat Jezus verricht. Maar zijn bedoeling is duidelijk: Als je zegt, het is te laat. Als je niet wilt leven om leven mogelijk te maken, als je niet wilt geloven dat goedheid en liefde sterker zijn dan ondergang en dood, dan krijg je die steen van zijn levensdagen niet meer weg. Wie echter gelooft in de eigen mogelijkheden om anderen wel te doen en recht te doen en om vrede te stichten, die zal merken dat God als een stuwende kracht met ons meegaat. Laten wij bidden om dat vertrouwen, om het geloof van Marta en Maria. AMEN
Emeritus pastor Franssen.