Skip to main content
Preken

zondag 25 april: 4e zondag van Pasen.

By 25 april 2021No Comments

Lezingen: Handelingen 4, 8-12; 1 Johannes 3, 1-2; Johannes 10, 11-18

Van de week was ik in de pastorie de kast aan het opruimen met spullen van 1e Communie en Vormsel. Ik kwam er de namen tegen van de kinderen van de voorbije 20 jaren, die in onze parochiekerk voor het eerst de H. Communie hadden ontvangen; maar ook de namen van de vormelingen bij gelegenheid van hun overgang van basisschool naar vervolgopleiding.  Toen ik die namen las en vaak foto’s erbij dacht ik hoe zouden ze het maken? Zouden ze gevorderd zijn in studie en werk. Zouden de oudsten, nu rond de dertig, hun plek in de samenleving gevonden hebben, qua werk, qua levensstaat? Zouden ze gelukkig zijn? Je leest zoveel over jonge mensen en hoe moeilijk ze het hebben in deze coronatijd. Zou het ontvangen van de beide sacramenten, 1e Communie en Vormsel bij hen nog doorgewerkt hebben? Hoe zouden ze zich de beide dagen van 1e Communie en Vormsel herinneren? Zou  het meedoen aan het breken van het Brood en delen van de Beker in navolging van Jezus Christus bij een enkele keer zijn gebleven? Het Vormsel had vele jaren als thema: verder leven in Jezus’ Geest’. Zou Jezus’ Geest, die woont in ons, een bron van inspiratie zijn in hun leven? Of zou Jezus, met de benaming uit het Evangelie van vandaag,  ook voor hen een Goede Herder zijn?

Een Goede Herder, zegt Jezus, houdt zoveel van zijn schapen dat hij zijn leven voor hen geeft. Voor Hem is dat geen theorie. Hij brengt het in praktijk. Er is een relatie van vertrouwen tussen Hem en ons: Hij kent zijn mensen en zijn mensen kennen Hem.

Maar naast hem presenteren zich tegenwoordig meerdere ‘herders’, bijvoorbeeld op het gebied van de politiek, de wereld van het geld, de consumptie, de vrije tijd, de sport.  Zij hebben allemaal ‘het beste met ons voor’, beloven ons ‘grazige weiden’ als ze zelf erdoor in aanzien komen en aan ons ‘verdienen’(denk aan de superliga in het voetbal). Ze spelen in op ons verlangen naar een comfortabel, niet te moeilijk leven. Maar zouden ze hun leven voor ons geven? De echte goede herder weet, dat het leven moeite kost; dat trouw en betrokkenheid de nodige onbaatzuchtigheid vragen; dat het leven pas zinvol wordt en een mens pas beantwoordt aan zijn “roeping ”als men “zich geeft”. Jezus die zichzelf presenteert als de Goede Herder weet dat uit eigen ervaring. Daar heeft Hij zijn opstanding met Pasen aan te danken.

Terugkomend op de vraag, hoe maakt onze jeugd het, die opgroeit met ‘ de moderne herders van onze tijd’? Zouden onze jongeren door hen geholpen worden om te zijn wie ze werkelijk zijn, het goede te doen dat ze kunnen doen, ook al kost dat moeite? M.a.w. zouden ze geholpen worden te beantwoorden aan hun eigen ‘levensroeping’?
Het is vandaag zogenoemde ‘roepingenzondag’. Met had met het woord roeping vooral voor ogen de roeping tot kerkelijke ambten en kloosterleven. Die staan in het geestesklimaat aan onze kant van de wereld helemaal niet in de belangstelling, mede dank zij misbruikgevallen in onze kerk. Toch hoeft degene, die zich desondanks geroepen voelt in de voetsporen van de Goede Herder Jezus Christus te gaan, zich niet te schamen. Hij/zij verkondigt niet zichzelf, maar staat in dienst van Jezus Christus en diens Evangelie of Goede Tijding voor alle mensen.

En voor zover ieder van ons een soort herder kan zijn ten dienste van bv, de opvoeding of in het zorgen voor elkaar, draagt het – bij alle moeite die het ons kost- de belofte   van waarachtig ‘leven’; de belofte van het erfgenaam mogen zijn van het leven van Jezus op Pasen. Dat moge ons tot troost en bemoediging zijn. Amen

Pastoor A. Reijnen.