Na zijn parabels over de kracht van het zaad en hoe het kleinste zaadje kan uitgroeien tot een forse struik zegt Marcus dat Jezus voortdurend onderricht geeft in de vorm van gelijkenissen. Zelf lijkt hij dat ook te doen, want het verhaal over de storm op het meer is meer dan een stukje geschiedenis. Ons leven is een voortdurend onderweg zijn. Steeds opnieuw moeten wij onze vertrouwde haven verlaten en naar een nieuwe bestemming varen. Soms glijdt onze levensboot over rustig water, maar vaak worden we door golven en tegenwind heen en weer geslingerd. Bij daglicht is dat al beangstigend, maar zeker als het donker is. Er kan van alles gebeuren in een mensenleven: kou en hitte, tegenwind en regen. Soms steekt er zelfs storm op en komen we in situaties terecht die ons bang maken. We vrezen te verdrinken in de zorgen. We roepen– net als de apostelen – om hulp, maar God lijkt nergens te vinden. We bidden om uitkomst, maar het lijkt of Jezus slaapt. Als Marcus zijn verhaal over Jezus schrijft, hebben diens leerlingen het zwaar te verduren. Ze worden geconfronteerd met tegenstand en vijandigheid uit de synagogen en met wantrouwen van de kant van de Romeinen. In de loop van de jaren hebben de verhalen over Jezus’ leven, sterven en verrijzen ook aan actualiteit verloren. Jezus zegt: ‘Laten we oversteken!’ Ook wij worden telkens opgeroepen onze veilige haven te verlaten en uit te varen, onbekende situaties tegemoet: bv. je moet van baan veranderen of komt zonder werk te zitten. Je kinderen gaan het huis uit en je bent weer met je partner alleen. De ander overlijdt of je verliest je partner door een scheiding en moet alleen je weg zien te vinden. Je kinderen tonen geen interesse voor geloof en kerk, waarden die jou dierbaar zijn. Je moet v.w. ouderdomskwalen je huis en je vertrouwde omgeving verlaten. Zo is er veel ‘overkant’ waar we tegenop zien. Vaak wordt het dan donker in ons leven en voelen we een sterke tegenwind. Je bidt, roept, klaagt je nood bij God, maar geen antwoord. Het lijkt wel of Hij slaapt. Zo lijkt het Evangelie vandaag een geschiedenis die zich eindeloos herhaalt. Ook de vraag van Jezus: ‘Waarom zijn jullie zo bang? Hoe komt het dat je nog zo weinig vertrouwen hebt?’ We moeten toegeven dat ons Godsvertrouwen veel te wensen overlaat. We zijn bang voor 1001 dingen. Als we bij tegenwind, duisternis en storm het vertrouwen zouden hebben, dat God bij ons in onze boot zit, dan zouden heel wat angsten die ons benauwen verdwijnen, maar dat vertrouwen is vaak zoek. De vraag van Jezus: ‘Hoe komt het dat je nog zo weinig vertrouwen hebt?’, houdt me bezig. Bv. de coronacrisis heeft vrijwel niemand onberoerd gelaten. Die vreselijke pandemie heeft schrik en angst veroorzaakt bij velen, vooral bij mensen die extra kwetsbaar zijn v.w. leeftijd of allerlei gezondheidsklachten. Als je dan gevaccineerd bent, betekent dat vaak een grote opluchting, zeker als je in de afgelopen tijd dierbare mensen verloren hebt. Naast de angst om ziek te worden of dood te gaan, is er bij velen ook de zorg om financieel ten onder te gaan met alle gevolgen van dien. Dus dat wij bang zijn en in paniek raken, is heel menselijk en normaal. Anderzijds vraag ik me af: Als je zo bang bent, wie is dan degene die een belangrijk stuk van je angst kan wegnemen? Ik denk dat dit mensen zijn met wie je een zodanige band hebt gekregen dat je je bij hen veilig voelt. In de loop van de jaren heb je lief en leed met hen gedeeld en ervaren: wat mij ook overkomt, die mens zal zich altijd om mij bekommeren. Dat is niet alleen de vrucht van de kwaliteiten van de ander, als wel van de band en het vertrouwen dat er in de loop van de tijd gegroeid is.
Ik vraag me af: Zou dat ook niet opgaan voor ons geloof en vertrouwen op God? Alleen maar contact zoeken en bidden, als je in nood verkeert, is wel heel menselijk, maar schept het wel de vertrouwensband die nodig is om met onze angsten en zorgen op een positieve manier te kunnen omgaan, ze uit te houden en er niet onderdoor te gaan? Er is immers veel dat ons zorgen baart, denk aan klimaatverandering, milieurampen, etnische en politieke tegenstellingen, migratie, te veel om op te noemen.
Henri Nouwen heeft geloven in God wel eens vergeleken met een circusact: in de nok halen de artiesten halsbrekende toeren uit en vliegen door de ruimte. Wie de sprong waagt, kan dat alleen maar doen, als hij durft vertrouwen op de partner die hem aan de andere kant opvangt . Zo is ook geloven: erop durven vertrouwen dat God ons opvangt. Zo’n vertrouwen komt ons niet aanwaaien. Het kan ontstaan, ons gegeven worden en groeien door regelmatig contact. Gods Naam betekent niet alleen: ‘Ik ben zoals Ik ben en Ik zal er voor jullie zijn’, Hij wil ook gezocht, aangesproken, gevraagd en gebeden worden’. M.a.w. wij dienen ook open, ontvankelijk en bereikbaar te zijn voor Hem, want Hij dwingt niemand en nodigt enkel uit. Wat ons doet leven bij alle angsten en zorgen is dat wij durven vertrouwen dat Jezus bij ons in de boot zit en dat God altijd met ons meevaart naar ‘de overkant’. Laten wij bidden dat wij mogen groeien in openheid voor God en in dat vertrouwen. We mogen ook blijven vragen: ‘Wie is Hij toch, die Jezus?’ AMEN.