Skip to main content
Preken

Zondag 2 augustus 2020. 18 A: Een onmogelijke opdracht en toch beginnen.

By 2 augustus 2020No Comments

Het is goed om te weten dat het Evangelieverhaal van vandaag wel zes keer verteld wordt in de 4 Evangelies, telkens met andere details. De kern  van die verhalen is steeds: Jezus voedt een grote menigte en er blijft nog een massa over. Er wordt nergens gesproken over brood vermenigvuldigen. Het gaat over delen. Het verhaal zelf laat alle mogelijkheden open, inclusief de mogelijkheid om het delen zelf in praktijk te brengen. En daar is in onze wereld nog steeds dringend behoefte aan. Het gaat er Matteüs niet om Jezus af te schilderen als de grote tovenaar. Hij gebruikt woorden die direct verwijzen naar onze liturgische vieringen. Er staat: ‘Jezus nam de vijf broden en twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak de zegenbede uit en brak de broden’. Woorden die we kennen uit het Eucharistisch Gebed. Jezus doet dus niet een of andere goocheltruc, maar zegt tegen zijn vrienden die de mensen naar huis willen sturen: “Geven jullie hen maar te eten; doe het maar’. Het is begrijpelijk dat de leerlingen geschokt reageren. Hoe kun je nou met vijf broden en twee visjes een menigte te eten geven? Jezus vraagt hen deze karige voorraad bij Hem te brengen. Hij spreek er een zegenbede over uit, breekt de broden in stukken en geeft ze zijn leerlingen om ze uit te delen. En met dat schamele beetje wordt een grote menigte gevoed. Is het dan zo eenvoudig om een wonder te laten gebeuren: een beetje voedsel dat wordt verdeeld en het uitspreken van een gebed? Kan dat telkens op deze manier?  Was het maar zo eenvoudig! Het verhaal is lang geleden gebeurd en zit vol symboliek. Het getal vijf doet denken aan de vijf boeken van Mozes die samen de Thora vormen. Het getal twee aan de twee stenen tafelen waarin de tien Geboden zijn gegrift.

En er wordt heel wat gebeden, ook in onze dagen. Er wordt veel werk verricht om iedereen te voeden en levenskansen te bieden en desondanks schieten we tekort. Ondanks alle inzet en bidden gebeurt het dat oogsten mislukken door droogte of oorlogsgeweld, dat een moeder van een paar kleine kinderen sterft door corona of aids. Er raken mensen besmet met het virus door gebrek aan hygiëne en middelen om zich te beschermen of door onverschilligheid van anderen. Wat kunnen we doen? Misschien is het grootste wonder in dit verhaal wel dat Jezus’ leerlingen het risico nemen dat ze falen en worden uitgelachen. Door hun optrekken met Jezus zijn ze Hem gaan vertrouwen. Het is geen vermetel vertrouwen, want ze stellen wel degelijk vragen bij het weinige voedsel dat voorhanden is. Ze geven klip en klaar aan dat het eigenlijk een onmogelijke opdracht is, die Jezus hen geeft. Toch beginnen ze uit te delen. Ze verdelen de broden en vissen en dan blijkt dat er voldoende is voor iedereen. Waar al dat voedsel vandaan is gekomen, daar zegt het verhaal niets over. Feit is wel dat het er gekomen is. Misschien zijn er in die menigte velen geweest die wat te eten bij zich hadden en het hebben gedeeld. Als mensen maar vertrouwen hebben. Wij fronsen waarschijnlijk onze wenkbrauwen, maar het gebeurt in onze dagen. Zo vertelt een collega van een gezin dat financieel aan de grond zit en 200, – euro nodig heeft om de maand door te komen. Er is helaas geen extra budget voor in de kerkenkas en men is bezig met restauratiewerkzaamheden. Toch is het kerkbestuur van mening dat dit gezin geholpen moet worden. Diezelfde dag belt er iemand aan bij de pastoor en geeft hem 100, – euro met de opmerking: ‘ U zult het wel ergens voor kunnen gebruiken!’ Is dat Voorzienigheid? U zegt het maar. Hoe het ook zij: het bemoedigt mij in elk geval in het vertrouwen dat God ons te hulp komt, als wij hulpvragen die op ons toekomen niet categorisch afwijzen, omdat ze onmogelijk lijken, maar ze durven oppakken en bidden om Gods hulp en om vertrouwen.  Herkent U dat? Soms komen er vragen op ons toe, dat je je afvraagt: wat moet ik daar toch mee? Is dat geen onbegonnen werk? Is helpen hier wel verantwoord? Hoeveel  hulpverzoeken en acceptgiro’s vallen er bij U in de bus? Die kun je onmogelijk allemaal honoreren. Dat klopt, maar enkele waarschijnlijk wel. Omdat vele kleine bijdragen op de duur één grote vormen kan een noodzakelijk project doorgaan en kunnen mensen geholpen worden. Hoe vaak hoor je niet zeggen: ‘Dat is een bodemloze put. Wie weet of mijn bijdrage wel goed terecht komt?’ Zouden wij niet mogen vertrouwen dat ons ‘mosterdzaadje’ met Gods hulp uitgroeit tot een grote struik? De eerste stap die van ons gevraagd wordt is nl. onmisbaar. Natuurlijk hoeven wij niet het onmogelijke te doen, maar een eerste stap – al is het een kleine – is heel iets anders dan taken en vragen die er op ons toekomen bij voorbaat afwijzen, gewoon omdat je bang bent voor je eigen hachje, bang dat je misschien overvraagd wordt. Belangrijk is dat onze wankele stapjes en voorzichtige pogingen vergezeld gaan van gebed om vertrouwen en om kracht.

Terug naar het Evangelie van deze dag kun je je afvragen wat zou er gebeurd  zijn, als de apostelen categorisch hadden gezegd:  ‘Meester, dat is gekkenwerk. Daar beginnen we niet aan!’ Waarschijnlijk zouden ze het wonder onmogelijk hebben gemaakt! Zeggen wij niet: ‘Wat voor ons mensen onmogelijk lijkt, dat is het niet voor God. Bij God is alles mogelijk’.  Bij Jezus’ bezoek aan Nazareth verhaalt de Evangelist: ‘Vanwege hun ongeloof kon Hij daar niet veel wonderen doen!’  De kracht van ‘breken en delen’ vieren wij niet alleen als wij samen komen voor de Eucharistie, de Maaltijd van de Heer, maar we zien ze ook in het leven van alledag. Nood van medemensen laat ons niet koud en onverschillig, maar prikkelt ons om te delen, te helpen en samen te werken. We zien het weer bij deze corona-crisis. Onze bescheiden bijdrage, onze kleine eerste stap is niet de armzalige druppel die meteen verdampt op de gloeiende plaat, maar een stap in de goede richting. Jezus en zijn apostelen nodigen ons niet alleen uit om mee te werken en met anderen te delen van wat wij ontvangen hebben, maar ook te bidden om het vertrouwen dat God ons te hulp komt, als wij die eerste stapjes durven zetten. AMEN