LAAT BEIDE SAMEN OPGROEIEN TOT DE OOGST
In een vraaggesprek zegt een arts die zelf veel problemen heeft gehad met haar gezondheid: ‘Ik heb gemerkt hoeveel ik zelf kan bijdragen aan mijn welbevinden en herstel’. Als arts begrijpt ze wat er medisch aan de hand is, maar de meeste invloed op haar herstel brachten de niet-medische keuzes die ze zelf maakte. Ze zegt: ‘Als je goed naar jezelf luistert, geeft je lichaam aan wat jou goed doet. Dat zit heel diep. Kijk naar dieren. Als een hond gras gaat eten, dan weten we dat er iets aan de hand is. Op een zelfde diep niveau kun je ook luisteren naar je eigen lijf. Ik kwam tot het besef dat er veel meer factoren helpen bij het herstellen van een ziekte dan alleen medische’.
In het Evangelie van deze dag gaat het ook om een aandachtig luisteren naar de stem van je hart en geweten. Naast al het positieve dat we zien en meemaken, worden we ook geconfronteerd met veel onkruid: zaken waar we ons aan ergeren, situaties die ons vreselijk irriteren. Ze kunnen een mens moedeloos maken. Bv. regeringsleiders die het coronavirus bagatelliseren, inbraken die weer toenemen, wangedrag van jongeren in het buitenland, mensen in zgn. ontwikkelingslanden of vluchtelingenkampen die vrijwel onbeschermd en met te weinig voedsel dicht op elkaar moeten leven, geldverslindend militair machtsvertoon terwijl het arme deel van de bevolking op tal van terreinen gebrek lijdt. M.a.w. er gebeuren veel dingen waarbij we ons boos en machteloos voelen. Net als die dienaren in het Evangelie wenden wij ons tot God met de vraag wat we kunnen doen, hoe we ‘dat onkruid kunnen verwijderen?’ Maar de Heer van die knechts maant tot voorzichtigheid en geduld: ‘Voor je het in de gaten hebt, beschadig je ook de tarwe’, is zijn reactie. Wij vragen: ‘ Moeten we al dat onkruid dan maar zijn gang laten gaan?’ De Heer uit het Evangelie zegt niet, dat we onverschillig moeten toekijken, maar maant ons tot geduld. We worden aangespoord om goed te luisteren naar de stem van ons hart. Als we met open ogen en oren vragen om het licht van de H. Geest, zullen we zien welke kleine stapjes wij in de gegeven omstandigheden kunnen zetten, stapjes bescheiden als een mosterdzaadje of een propje gist. Als het er om gaat te onderscheiden wat tarwe en onkruid is zeggen we misschien: ‘Dat zie je toch zó!’ Maar hoe vaak gebeurt het niet dat wij mensen en situaties verkeerd beoordelen? Hebben we niet meer rust, tijd en gebed nodig om te onderscheiden? Misschien hebben we wel de vakantie nodig, want velen doen in die vrije tijd ontdekkingen waar we thuis in het gewone ritme van alledag niet op gekomen zouden zijn. Als onze handen jeuken bij het zien van al dat onkruid, vraagt de Heer van de parabel zijn dienaren om geduld. Dat wachten is geen kwestie van onverschilligheid of wegkijken, maar ons toevertrouwen aan Hem die tarwe en onkruid laat groeien, ook als wij slapen; van bidden om bescheidenheid in ons oordelen. Het is goed om te beseffen dat die mengeling van onkruid en tarwe ook zit in ons eigen hart. In iedere mens zit een portie tarwe en een portie onkruid. Wat gebeurt er, als we ons helemaal fixeren op het weghalen van alle onkruid? Lopen we dan niet het risico arrogant en onverdraagzaam te worden, op anderen neer te kijken en ongenietbaar te worden voor onze omgeving? Onze onvolmaaktheid maakt ons niet alleen bescheiden en nederig, maar heeft ook een zekere charme. Misschien wil Jezus duidelijk maken dat God ook niet precies weet wat onkruid en tarwe is? Hij heeft bij zijn schepping het goede in de mens gelegd, maar de mens ook vrijheid gegeven om te kiezen. Hij wacht rustig af hoe de mens groeit en bloeit, hoe hij valt en weer opstaat, hoe hij fouten maakt en ze herstelt. Wat vandaag onkruid is, kan morgen een geneesmiddel blijken. Een mens die vandaag een verkeerde beslissing neemt, kan morgen tot inkeer komen. Het goede zaad zit in ieder mens en God is even benieuwd als wij wat er van komt. Denken we aan mensen als de tollenaar Zacheüs en Maria Magdalena. Dat oordelen en onderscheiden is heel moeilijk. Is die vrijheidsstrijder in Hongkong tarwe of onkruid? Is die drugverslaafde die tot God bidt om kracht om van dat verdoemde spul af te blijven tarwe of onkruid? Die economische asielzoeker die bereid is werk te doen waar Nederlanders hun neus voor ophalen: is hij tarwe of onkruid? Goed en slecht zijn vaak zo met elkaar verknoopt dat geen mens ertoe in staat is om ze zonder schade te ontwarren. Gelukkig is er een God die de oogst binnenhaalt en het is aan Hem te zijner tijd goed en slecht te scheiden. Ook is het goed ons te realiseren wat er gebeurt met tarwe die matig groeit. Als je ze besproeit met de milde regen van je aandacht en verwarmt met de zon van je waardering, dan gebeurt er een wonder. Als je door het akkertje van brandnetels het hart weet te bereiken van de ander, vertrouwen weet te wekken en bescherming en hulp biedt aan wie zich alleen gelaten voelt en geen uitweg meer ziet: de resultaten zijn verbluffend.
Bidden wij God om zijn Geest van nederigheid, wijsheid en geduld. AMEN
A.Franssen, p.