Beste parochianen,
We vieren vandaag Sacramentsdag, een feest, dat pas sinds 1246 is begonnen in Luik, wordt gevierd. Toen de Luikse kloosterzuster Juliana van Cornilllon geraakt werd door het gebrek aan eerbied voor het Allerheiligste, waarin Jezus Christus’ tegenwoordigheid onder ons wordt gevierd. Ze vond dat er eerherstel gebracht moest worden voor het gebrek aan eerbied. Toen ontstond de dag die toegewijd werd aan ‘het sacrament van het altaar’.
De instelling ervan werd en wordt gevierd op de Witte Donderdag, gedachtenis van Jezus’ laatste avondmaal met zijn leerlingen. In 1277 trok de eerste bekende Sacramentsprocessie door Keulen. Onze bronk of sacramentsprocessie stamt daarvan af. Het Allerheiligste wordt onder een zogenoemde ‘hemel’ door het dorp gedragen vergezeld van kerkbestuur, communicantjes, flambouwdragers, misdienaars en gelovigen, harmonie en schutterij. Allen samen onderweg met het Allerheiligste in hun midden.
God wil altijd met ons zijn. Het is duidelijk te zien in de heilsgeschiedenis. De eerste mensen, Adam en Eva hebben de vaderlijke relatie met God verbroken door hun zonden. Deze zonden brengen hen ver weg van God. In het begin hadden ze goede relatie met God. Ze wandelden met God in de tuin. Ze konden met God praten net zoals ze praatten met elkaar. God was voor hen als een schepper, een vaderlijke figuur. Maar door hun zondige leven, omdat ze geen God boven zich wilden, gingen ze de weg van de hoogmoed. Ze konden God niet meer echt zien met hun ogen. God was volgens hen in de natuur, in de berg en in de hemel.
De mensen wilden de relatie met God niet herstellen. Maar God wilde wel bij de mensen blijven wonen. Daarom kwam Hij vanuit de hemel in de ark van het Verbond wonen en later in de tempel. Maar de mensen gingen desondanks steeds meer weg van God. Daarna wilde God de afstand tussen Hem en de mensen nog korter maken. Hij kwam onder de mensen wonen. Hij werd als mens. Hij was zichtbaar geworden in de persoon van zijn Zoon Jezus Christus. Na de dood en verrijzenis van Jezus wilde Hij nog dichter bij ons komen. Hij wilde in ons hart komen wonen. Daarvoor heeft Jezus de heilige Eucharistie ingesteld tijdens het laatste avondmaal. Nu woont God in ons midden in de heilige Eucharistie.
Zo komt God vanuit de hemel naar ons toe. Hij wil altijd met ons zijn. Maar hoe reageren wij op deze liefde van God. Willen wij ook van onze kant de relatie met God vasthouden? Bereiden wij ons altijd goed voor om heilige communie te ontvangen? Of blijft het ontvangen van de heilige communies voor ons gewoon een gewoonte?
Als wij de heilige communie zonder voorbereiding ontvangen, is dat jammer. Het zal onze geestelijke honger (verlangen naar innerlijke liefde) niet verzadigen. Als wij de heilige Eucharistie vruchtbaar willen ontvangen, zijn er wel een paar voorbereidingen noodzakelijk.
Ten eerste mogen wij ons hart zuiveren door het sacrament van verzoening, namelijk. de biecht. Om het sacrament van de biecht in ons toe te laten hoeven wij geen grote zondaar te zijn. Want de meeste heiligen hebben een of twee keer per week gebiecht. Wij, priesters biechten ook elke maand.
Ten tweede mogen wij geloven dat Jezus Christus in de heilige communie aanwezig is. Daarvan moeten wij ons allereerst bewust zijn tijdens het ontvangen van de h. communie en daarom zeggen we “amen” als antwoord op het woord van de priester die zegt: “het lichaam van Christus”. Het is zeer belangrijk om “amen” te zeggen. Want “amen” betekent “Ik geloof dat het zo is”. Als wij “amen” zeggen, dan wil dat zeggen, dat wij geloven dat de communie niet meer een stukje brood is, maar het lichaam van Christus waar Jezus aanwezig is.
Ten derde mogen wij na het ontvangen van de h. communie naar onze plaats gaan om in stilte tot God te bidden. Het is echt belangrijk om na het ontvangen van de communie in stilte te bidden. Want alleen in stilte horen wij de stem van God in ons hart. Als we ons via deze drie dingen voorbereiden: Allereerst door het sacrament van biecht (tijdens de H. Mis in de vorm van de schuldbelijdenis), dan door het geloof te belijden door het uitspreken van het woord “amen” en in stilte tot God te bidden bij het ontvangen van de heilige Eucharistie, dan zal de communie een vruchtbare communie worden en onze geestelijke honger kan verzadigen. Amen.
(Kapelaan Siju)