Lezingen: Jesaja 49, 3.5-6; 1 Korintiërs 1, 1-3; Johannes 1, 29-34.
Profeten, binnen en buiten de godsdiensten treden op als er iets bijzonders aan de hand is. Dat was in het verleden zo, dat is nog zo. Hedendaagse profeten zijn momenteel te vinden aan de milieukant. Ze waarschuwen tegen de ongebreidelde expansiedrang van de mens, de uitbuiting van de aarde en de negatieve gevolgen daarvan voor het leefklimaat van mens, dier en plant. Ze wekken onrust, brengen mensen in bewegingen en hebben invloed op de hedendaagse politiek. Er zal wat moeten gebeuren, er zullen maatregelen genomen moeten worden. Maar de belangen zijn verschillend. Ze zijn economisch van aard: het aantal werkenden met betaald baan in Nederland is gestegen tot boven de 9 miljoen. Dat wil men graag zo houden Er zijn maatschappelijk belangen zoals de positie van en waardering voor diverse steunpilaren va onze welvaart (bv. boeren en bouwers) en verder de betekenis van onze mobiliteit.
Maar er zijn ook vragen zoals naar de bereidheid van de samenleving in haar geheel om, zowel gezamenlijk als iedereen voor zich, verantwoordelijkheid op te nemen voor een verbetering van ons leefklimaat. Dat vraagt wellicht om een mentaliteitsverandering, een ommekeer van denken en doen om de situatie te verbeteren. Profeten die ‘so wie so’ pleiten voor een juiste mentaliteit, voor een positieve zorg voor elkaar en voor onze wereld vindt men binnen onze Joods-Christelijke godsdienst. Ze pleiten voor een mentaliteitsverandering vanuit een oriëntatie op God, die oorsprong is van de schepping, ook dus van de mens aan wiens beheer de aarde is toevertrouwd. Want als het helemaal van de mens zelf afhangt blijken telkens weer de belangen te verschillend en vaak tegenstrijdig. Profeten, zoals Jesaja, denken daarbij ook verder dan de enge grenzen van eigen land en volk. God wil immers het heil van alle mensen en van heel zijn schepping. Het betekent dat het geloof in God een uitdaging is om goed voor elkaar en voor de overige schepping te zorgen. Waar het geloof in mensen werkzaam is, is dat vaak een basis van zorg in verantwoordelijkheid.
De profeet Jesaja vraagt om een mentaliteitsverandering van zijn volk, dat naar zij eigen land is teruggekeerd uit de deportatie. Het mag stad en land opnieuw opbouwen, maar zou ook gebaat zijn met een terugkeer naar het oorspronkelijk geloof in God en de daaruit voortvloeiende zorg voor elkaar . Zelf wil hij de dienaar zijn die daaraan meewerkt. Hij voelt zich al van jongs af aan daartoe geroepen; ‘vanaf de moederschoot’ zoals hij zegt; en, zoals al gezegd, hij moet functioneren ‘als een licht voor álle heidenen (d.w.z. niet-Joden), zodat Gods heil tot de grenzen der aarde zal gaan.
Johannes de Doper kondigt Jezus aan, voornamer dan hijzelf, tot voor kort onbekend ook voor hem, maar zoals een lam georiënteerd op zijn moeder, van binnenuit georiënteerd op God, een ‘Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt’. Johannes heeft daarbij ervaren dat Gods Geest op Hem rust. Wij zijn gedoopt in zijn Geest en kinderen van God, broers en zussen van Jezus, Zoon van God. Als het goed is geeft dat – door onze eigen doop- aan ons bestaan als christen een eigen cachet Wij worden immers opgeroepen tot een mentaliteit die gekenmerkt wordt door de zorg voor het geheel en voor allen, precies omdat God, in wie wij geloven, er is voor alle mensen. Daarom lijkt het van belang dat we beseffen hoezeer ons eigen gedrag van kopen tot rijden tot onze manier van vakantiehouden kan bijdragen aan een goed leefklimaat voor allen. Profeten roepen ons op juiste wegen te gaan in mentaliteit en gedrag. Gods Geest die leeft in wie zich ervoor openstellen zal dat ondersteunen. Amen. AR