Skip to main content
Preken

Zondag 18-6-2023: 11e zondag door het jaar A 2023

By 18 juni 2023juni 19th, 2023No Comments

Lezingen: Ex 19, 2-6a; Romeinen 5, 6-11; Matteüs 9, 36-10,8

Het is momenteel ver van rustig in onze samenleving. Telkens opnieuw duiken er gegevens op uit verleden en heden die ons erop attent maken dat er in het verleden het nodige mis was (denk aan het slavernij verleden, de gedragingen van Nederlandse soldaten in Indonesië). En tegenwoordig wordt er geklaagd over de langzame afwikkeling van de toeslagaffaire, van de tegemoetkoming aan de Groningers, het gebrek aan plaatsen voor vluchtelingen. Groeien de opgaven waarvoor wij staan ons boven het hoofd? Zijn polarisatie, agressie en geweld daar het gevolg van? Ontbreekt het aan een breed gedragen waardenbesef? Is een ‘manifest om agressie en geweld tegen te gaan’ momenteel noodzakelijk? Hebben we te maken met ‘onreine geesten’, zoals het Evangelie ze noemt? Of is zoals premier Lubbers indertijd al zei ‘onze samenleving ziek’?

Is de zending van zijn leerlingen door Jezus in poging van zijn kant om in zijn tijd de ‘onreine geesten’ uit te drijven en alle ziekten en kwalen te genezen? We zijn eraan gewend geraakt, dat de opdracht van Jezus zijn Goede Tijding uit te dragen, uitging naar alle volken over heel de aarde. Maar in het evangelie van vandaag krijgen de 12 apostelen de opdracht zich te beperken tot de eigen volksgenoten. Alles bij elkaar was het toch al een begin van uitbreiding van de zending van Jezus door anderen. Het goede nieuws, het evangelie van Jezus aannemen en er zich naar gedragen is een taak van al zijn volgelingen.

Dat brengt me bij de vraag naar onze positie als christenen in on ze onrustige, door crises en opgaven geplaagde wereld. Eén ding lijkt duidelijk: we kunnen niet alles naar de overheid toeschuiven of aan de overheid of andere bestuurders overlaten. Die moeten wel allemaal goed hun werk doen, maar ze kunnen niet alles zelf. Hoe vaak klinkt niet woord ‘samen’ in de politiek en de maatschappij: ‘we moeten  samen, met zijn  allen, werken aan de oplossing van de problemen waarvoor we staan. Ook christenen zijn daar niet van uitgesloten. We leven immers het concrete leven, de crises van nu, met al onze medemensen, gelovig en niet-gelovig. Toch moeten we onszelf de vraag stellen of we als gelovige mensen een eigen inbreng hebben, een eigen, positieve rol kunnen spelen?  Er komt vanuit het Evangelie minstens een appél  op  ons af om wat licht aan onze wereld te bieden en er wat smaak aan te geven. (Jullie zijn het zout van de aarde, het licht van de wereld Matteüs 5, 13). Dat wij als christenen een eigen rol kunnen spelen zit hem in ons geloof. Wij kijken wat anders tegen onze wereld aan. Als christenen geloven we in  betrokkenheid, in de betekenis van meeleven, van mededogen, van begrip, en waar nodig van vergeving We geloven kortom in de liefde, die doet wat nodig is. We geloven er dus niet in dat oorlog geweld en andere vormen van kwaad het laatste woord hebben. Innerlijke vrede en vreugde vloeien voort uit ons geloof, ook in moeilijke perioden van het leven. Waar vinden we aanknopingspunten voor een dergelijke gelovige levenshouding?  In het Evangelie, waar Jezus, ondanks alle weerstand, moed houdt en betrokken blijft op zijn mensen. In het Evangelie waar hij in het verhaal van vandaag zijn eerste 12 leerlingen uitstuurt om mensen wél te doen, zieken te genezen, mensen af te helpen van hun bezetenheid, het volk op te heffen uit (verschillende soorten) dood. Later zal hij nog eens vijf keer zoveel leerlingen uitsturen en op het einde van zijn leven allen die in Hem en zijn opvattingen geloven.

Wij zijn, om met de woorden uit de 1e Lezing (Exodus-Uittocht) te spreken: in de huidige tijd ‘Gods eigen, heilig volk’ Kunnen we onze opgave wel volbrengen. Het is immers best mogelijk dat de forse crises en opgaven van nu ons verlammen. De zending van ons als gelovigen is geen opdracht tot het onmogelijke. Maar, op het niveau waarop ieder van ons leeft kunnen we mensen tegemoet komen, hen weldoen. Ook wij mogen trouwens het goede van anderen ervaren. We ervaren de menselijke mogelijkheden van het kwaad, maar we geloven in onze mogelijkheden ‘mensen van goedheid’ te zijn, ook als dat inzet en gave van onszelf kost. Jezus, onze leermeester heeft er zijn leven voor over gehad. Wij hebben ons geloof ontvangen, dat ons troost, bemoediging en ondersteuning geeft. Maken we dat zichtbaar in onze wereld.

Emeritus pastoor Reijnen.