Skip to main content
Preken

Zondag 17 mei: 6e zondag van Pasen: De Geest van de waarheid blijft in jullie.

By 17 mei 2020No Comments

In de ban van de corona-crisis  valt het niet mee om de woorden van de apostel Johannes echt bij ons binnen te laten komen. In het Evangelie vertelt hij over Jezus’ woorden tijdens het Laatste Avondmaal.  We mogen die beschouwen als zijn geestelijk testament, een soort laatste wilsbeschikking, ingegeven door zijn vermoeden dat dit samenzijn zijn laatste kans is.  Als we naar die verhalen luisteren met de bedoeling te achterhalen wat er zich die laatste avond precies heeft afgespeeld en wat er gezegd is, dan zullen we daar niet in slagen. De evangelisten hebben hun verhalen over Jezus geschreven vanuit de ervaring van Pasen. Drie jaar lang zijn ze met Jezus meegetrokken. Hij heeft hen verbaasd en geboeid door wat Hij vertelde en door de manier waarop Hij met hen omging; vooral ook door de tekens die Hij verrichtte voor de zieken.
Bij sommigen van hen heeft zeker de verwachting geleefd dat Jezus het volk zou bevrijden van de Romeinse bezetting. Zijn gevangenneming en kruisdood, alsook de ervaringen rond zijn verrijzenis hebben die verwachtingen overhoop gehaald. Blijkbaar is Jezus toch niet de Messias geweest van wie ze gedroomd hebben. De evangelies verhalen ons van verschijningen en ontmoetingen die ze met Jezus hebben gehad. Het is nogal verwarrend. De apostelen doen veel moeite woorden te vinden voor wat ze met Jezus hebben meegemaakt. Hij die voor hen nog steeds leeft, al is het anders dan voorheen. Op tal van manieren bemerken en voelen ze dat Hij bij hen is en werkzaam is in hun midden.
De evangelisten zijn er niet op uit geweest een historisch verslag te schrijven over de tijd met Jezus, maar over wat deze bijzondere Mens voor hen betekend heeft en hoe Hij hun leven een andere wending heeft gegeven. Over wat ze met Hem hebben meegemaakt vertellen ze via de herinneringen die zich in hun geheugen hebben vastgezet. De Evangelist Johannes, de geliefde leerling, doet dat op zijn heel eigen manier. Hij vertelt hoe de woorden van Jezus bij hem zijn binnengekomen en blijven hangen: de belofte van de Pleitbezorger, de Geest van de waarheid die in ons woont en bij ons zal blijven. Die Geest doet ons iets vermoeden van de relatie van Jezus met zijn hemelse Vader en hoe Hij ons, zijn leerlingen, wil vergezellen op onze levensweg. U zult misschien zeggen: ‘Wat ingewikkeld allemaal! Jezus boeit ons ook, maar we zijn niet enthousiast over die nadruk op geboden en verboden’.  Die manier van spreken hebben wij te danken aan het feit, dat de Tora, de Wet, in het Jodendom zo’n grote rol speelt. Voor de Jood was vrijwel heel zijn doen en laten vastgelegd in geboden en verboden. En het onderhouden daarvan is een bewijs dat je van God houdt en van Jezus. In het Evangelie van Johannes belooft Jezus de Vader te vragen ons de H. Geest te sturen, de Geest die ons in herinnering brengt wat Hij gezegd en gedaan heeft en die ons helpt om voort te zetten wat Hij hier begonnen is en waar het Hem vooral om te doen is.
‘Werk voor  het Koninkrijk van God’,  is telkens zijn opdracht.
Dieper dan anders beseffen wij in deze dagen hoezeer wij van elkaar afhankelijk zijn en elkaar nodig hebben. Niet alleen de dappere mensen in de verzorgende beroepen, maar wij allen worden opgeroepen meer aandacht te hebben voor de naaste, naar elkaar om te zien en met elkaar rekening te houden. Zo werken wij mee om deze vreselijke pandemie een halt toe te roepen en te voorkomen dat er nog meer slachtoffers vallen. Het is niet vreemd dat angst ons parten speelt, als we zien wat dit virus teweeg brengt: ernstig zieken en dodelijke slachtoffers, overbelaste artsen, verpleegkundigen en andere  verzorgenden, stress en depressie, werkelozen en eenzame mensen, bedrijven die failliet gaan enz.
Jezus heeft beloofd  ‘ons een andere Helper te zenden, de Geest van de waarheid, die altijd bij ons zal zijn’ (Joh. 14,16).  Om zijn/haar hulp en kracht, vertrouwen en troost mogen wij bidden, bijzonder onderweg naar het feest van Pinksteren.

Pastor A. Franssen.