Lezingen: Jezus Sirach 27, 30-28,7; Romeinen 14, 7-9; Matteüs 18, 21-35.
INLEIDING
17 september 1958 werden we met 8 klasgenoten priester gewijd in de oude kerk van Wittem door mgr. Jan Olav Smit, voormalig bisschop van Oslo en daarna verblijvend in het Vaticaan. Twee van ons waren na twee jaar filosofiestudie in Wittem al voor verdere studie naar Brazilië vertrokken. Ze zouden vijf maanden later worden gewijd en ingezet in het noordoosten van Brazilië. Een andere klasgenoot zou een jaar later in Wittem worden gewijd. Het waren andere, nog stabiel ogende tijden. Het zou zo niet blijven. Vier van mijn klasgenoten traden de 2e helft van de zestiger jaren uit. Ik ben van de eertijds gewijden de enige die vandaag zijn 65-jarig priesterfeest mag vieren. Ik wil op een bescheiden manier maar wel met vreugde en dankbaarheid vieren met mensen van de kleine federatie Morgenster (Wahlwiller, Nijswiller en Eys), familie, vrienden en bekenden. Bescheiden, want ik ben intussen met pensioen, maar denk ook graag terug aan de feestelijke manier waarop ik zowel mijn vijftig als zestig jarig jubileum in Morgenster heb mogen vieren. Met vreugde en dankbaarheid , omdat een van de belangrijkste opdrachten een priesters is, om het Evangelie van Jezus, de Gezalfde van God, door te geven en het Brood tijdens de H. Mis met elkaar te breken. Beide, Woord en Brood delen brengen mensen samen, houden ons betrokken op elkaar en zijn ons tot voeding op onze weg door het leven.
Het mag in ons leven als priester nooit gaan om macht en carrière, maar om dienst, in navolging van Jezus, die gekomen is om te dienen. De gevaren van machtspositie en carrièrejacht zijn meer dan voldoende bekend. Het dienen van de band tussen God en mens moet ont ter harte gaan; dat is wat ons in het kerkelijk ambt is toevertrouwd en wat ons vreugde geeft. Het in dienst staan van mensen in hun verhouding tot God is onopgeefbaar, ook nu we leven in -zoals Paus Franciscus het noemt- in een ‘verandering van tijdperk’. We zijn op zoek naar de juiste gestalte van geloof en kerk in deze tijd en naar de invulling van het priester-zijn, die andere accenten heeft dan 65 jaar geleden. Niettemin behoren wij christenen en dus ook wij, ambtsdragers, op basis van het Evangelie mensen te zijn van hoop. De toestand in de huidige wereld is van dien aard dat wij, christenen, moeten blijven getuigen van de hoop die in ons leeft. Met die hoop voor onze wereld heeft een van een van belangrijkste eigenschappen van ons christelijk leven te maken, nl. vergeving.
In de lezingen van de H. Schrift van vandaag is vergeving het thema. Daar gaan we aanstonds in de overweging nog even op in. Het is een uitvloeisel van de liefde, het voornaamste christelijke gebod. .
OVERWEGING OVER VERGEVING
Er komt nogal wat bij kijken voordat het werkelijk vrede is. Op hoog niveau wordt vóór en achter de schermen -soms eindeloos- onderhandeld op zoek naar openingen in de bastions, waarin men zich heeft opgesloten. Het kan soms jaren duren voordat het tot een doorbraak komt. En dan komt men vaak niet verder dan een wapenstilstand na veel ellende. Waarom oorlog op zoveel plaatsen in de wereld en voor ons nu dichtbij in Oekraïne en waarom geen vrede? Wat steekt er toch in mensen, dat ze elkaar zoveel ellende aandoen? Gelukkig evenwel is er tussen veel volken vrede, maar vanzelfsprekend is dat niet.
Gelukkig is er ook tussen veel mensen individueel vrede, maar vanzelfsprekend is dat niet? Ook individueel komt men soms niet verder dan een soort wapenstilstand. Gelukkig hebben we ons rechtssysteem voor de gevallen dat mensen werkelijk onrecht wordt gedaan. We lezen regelmatig dat als schuldigen kunnen worden aangewezen en een vonnis wordt uitgesproken, slachtoffers een gevoel kunnen hebben dat hen recht gedaan is, ook al wordt het leed daardoor niet ongedaan gemaakt. Maar als we in de boodschap van de H. Schrift van vandaag, en met name die van Jezus geloven zouden we een stap verder moeten zetten. De lezingen pleiten voor VERGEVING. Vergeving zet een stap verder dan een overeenkomst om oorlog, geweld, herrie, onenigheid met elkaar te stoppen. Vergeving gaat verder dan ‘wapenstilstand’.
In het verhaal van Jezus is met de koning of Heer, die zijn dienaar heel zijn (enorme) schuld kwijtscheldt, God bedoeld die mensen heel hun schuld kwijtscheldt. God is het uitgangspunt van waaruit wij worden uitgenodigd om elkaar, kwaad en schuld te vergeven Vergeving gaat daarbij uit van het besef wie we zelf zijn met onze eigen positieve mogelijkheden maar ook onze eigen tekorten. Als we -en dat kan terecht zijn- anderen hun fouten, en daarbij opgelopen schuld, kwalijk nemen, gebeurt het vanuit het nederige besef dat we zelf niet volmaakt zijn en ook zelf onze eigen fouten en tekortkomingen hebben. Wij kunnen zelf bij anderen in de schuld staan. De dienaar, die zijn mededienaar niet tegemoet komt, staat voor de mens die niet weet te vergeven. Het laat zien dat vergeven niet zo simpel is. Ook wij christengelovigen zijn op de eerste plaats gewone mensen. Ieder van ons kan ervaren, dat het helemaal niet zo eenvoudig is om eigen tekorten en die van anderen te accepteren, er goed mee om te gaan, te vergeven en vrede te bewaren. Hopelijk leren we aan de hand van wat we in het leven meemaken onszelf beter kennen. Bij naar ons gevoel onjuiste behandeling verweren we onszelf kunnen ons voor alle toenadering afsluiten. Dat kan lang duren tot groot verdriet en gewetenspijn vanuit het besef, dat het niet goed is wat er gebeurt en hoe we ermee omgaan. Christen worden betekent een keuze voor vergeving. We zijn gedoopt en gevormd en hebben daarmee onze keuze voor het volgen van Jezus en zijn evangelie bevestigd. Jezus laat ons in het Onze Vader bidden: vergeef ons onze schulden zoals wíj vergeven aan degenen die ons iets schuldig zijn, onze schuldenaren. Wij spreken daarmee in het Onze Vader onze bereidheid uit om elkaar te vergeven. Jezus zet daarmee door wat al via het boek Wijsheid van Jezus Sirach in de traditie van Israël verankerd lag.
Daar komt dan nog bij dat als we weten te vergeven het eindoordeel over ons leven positief zal uitvallen. Amen
Emeritus pastoor Reijnen.