Lezingen: Jesaja 53, 10-11; Hebreeën 4, 14 -16; Marcus 10, 35-45.
Over het algemeen tonen mensen begrip voor de elkaar en elkaars gedrag in de situatie waarin men verkeert. Zo begrijpen we, dat iemand die ziek wordt niet het werk kan doen, dat hij/zij eerder deed. Zo iemand moet eerst uitzieken. Maar het zal ons allemaal waarschijnlijk wel overkomen, dat we niet begrijpen wat erin de wijde wereld en om ons heen gebeurt. B.v. het gevecht om de macht door de grote mogendheden. Je zou zeggen: laten we elkaar toch het bestaan gunnen en elkaar helpen met elkaar te leven. Maar klaarblijkelijk werkt het zo niet en staan landen en volken elkaar naar het leven, zoals indertijd in he Bijbelverhaal Kaïn zijn broer Abel naar het leven stond. En wat de gebeurtenissen om ons heen betreft, denk ik, dat menigeen niet goed begrijpt wat iedereen onder vrijheid verstaat. Hoever, bijvoorbeeld, gaat de vrijheid van meningsuiting? Houdt die in dat ik anderen niet hoef te ontzien? En wat het vaccineren tegen het coronavirus betreft, ben ik daarin wel zo vrij? Houdt vrijheid niet ook verantwoordelijkheid in voor de gezondheid van mijn medemensen? Begrip en onbegrip, verstaan en misverstaan en de gevolgen daarvan in ons doen en laten, blijken deel uit te maken van ons leven.
Dat geldt zeker ook over een onderwerp waar de verhalen uit de H. Schrift het over hebben. Klaarblijkelijk wordt de belofte in de oude verhalen, dat er een bijzondere figuur, een Messias, een Gezalfde van God zal komen, misverstaan. Men denkt dan aan een soort herstel van een eerder groot rijk onder zijn leiding, waarin ieder ander volk zich te houden heeft aan de Wet en de gebruiken van het (joodse) Volk van God. In die atmosfeer leven de leerlingen van Jezus. Als Jezus daar heel andere meningen over heeft is er onbegrip, niet verstaan, verschillende keren verzet. Ook bij de meest vertrouwde leerlingen van Jezus, eerder al bij Petrus en vandaag bij Jacobus en Johannes. Bij een koninkrijk horen belangrijke posities: raadgevers, ministers e.a. De ambitieuze Jacobus en Johannes, op een andere plek nog ondersteund door hun moeder, willen we in de toekomst zulk een belangrijke, eervolle positie gaan innemen. Ze botsen daarbij op het standpunt van Jezus, die het heeft over het doorleven van wat het leven met alles wat daarbij hoort. Het komt erop neer, dat je je leven moet inzetten, dat je aller dienaar moet durven zijn. Bij Jezus komt dat neer op ‘zijn leven geven als losprijs voor velen’. In de tekst van Marcus, geschreven na Jezus’ dood wordt al gezinspeeld op wat er in de toekomst in het leven van leerlingen staat te gebeuren, Jacobus zal als eerste leider van de christengemeenschap van Jeruzalem worden gedood omwille van zijn geloof en daarmee de kelk drinken, die ook Jezus gedronken heeft, ondergedompeld worden in het leven door een doop, die ook Jezus heeft ontvangen. Over ereplaatsen heeft Jezus het in zijn Evangelie niet. Wel over goed terecht komen als men Hem in zijn manier van leven navolgt.
De moeite van begrip en verstaan van het standpunt van Jezus is ook in onze tijd heel wel mogelijk. Allemaal willen we wel een leven in aanzien en veiligheid. Dat is niet anders dan vroeger. In de moeilijkste periode van Jezus’ leven als zijn dienaar zijn Hem aan het kruis brengt, zijn al zijn leerlingen op de vlucht. Onder het kruis stonden alleen leerling Johannes en moeder Maria. Toch groeit Jezus door lijden en kruisdood heen tot zijn opstanding met Pasen. Dat betekent dat we goed terecht komen als ons leven zich voltrekt in dienstbaarheid en niet gericht is op belangrijke posities en geld. Als die ons deel mochten zijn is het niet verkeerd, maar ze mogen niet datgene zijn waarom het leven uiteindelijk draait. Mogen we het leven verstaan als een dienst, daar begrip voor hebben en ernaar handelen. ‘De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden en zijn leven te geven ter bevrijding van velen’.
Amen