Wij leven in een maatschappij waarin we niets aan het toeval durven overlaten. De angst dat zaken fout lopen zit bij velen diep. Sommigen streven ernaar dat hun leven perfect wordt. Ze willen alles er uit te halen wat er in zit. In deze samenleving vieren wij het feest van de tenhemelopneming van Maria. Wij vieren dat zij haar voltooiing heeft gekregen ná haar dood. Dus niet tijdens haar aardse leven, maar in de hemel bij God. Dat moet ons aan het denken zetten, wij die vaak alle kaarten zetten op dit ondermaanse. Mikken op iets dat je niet kunt bewijzen maakt dit feest misschien tot een lastig feest. Immers velen durven niet geloven in een leven na de dood. Het is daarom belangrijk ons te realiseren wat er aan Maria ’s tenhemelopneming vooraf is gegaan. Haar leven is niet over rozen gegaan. Ze heeft heel wat meegemaakt. Stel je voor dat je als jong meisje zwanger raakt, terwijl je niet getrouwd bent. Je verloofde Jozef verbreekt de relatie niet en blijft je trouw. Je kind komt ter wereld, ver van huis in een stal, in de winter. Dit kind – Jezus – gaat al vroeg zijn eigen weg. Je kunt Hem niet altijd volgen in zijn ideeën en redeneringen, en toch blijf je Hem ondersteunen. Als Hij leerlingen om zich heen verzamelt en een beweging op gang brengt, hou je je hart vast, maar je blijft Hem volgen. Het doet de ouders veel pijn als ze ervaren dat de leiders van hun eigen volk Hem afwijzen. En tot overmaat van ramp wordt Hij geliquideerd door de Romeinen. Menig ouder gaat eronder door, als hij zoiets moet meemaken. Tot het eind van haar leven heeft Maria steeds opnieuw angsten gekend, want de jonge Kerk die Jezus stichtte werd regelmatig vervolgd. Zij had in die beweging een spilfunctie. Zij was immers Jezus’ moeder. Omdat Jezus zo diep met God verbonden was, werd Hij door zijn leerlingen Gods Zoon genoemd. In die beweging neemt Maria vanaf het begin een heel bijzondere plaats in. Terwijl wij vanuit de evangelies en de Traditie maar weinig van Maria weten, blijft zij mensen aantrekken. Haar verering lijkt ook weinig last te hebben van de huidige ontkerkelijking. Daarvandaan de vraag: ‘Wat trekt veel mensen aan in Maria?’ In iedere kerk of kapel branden er kaarsjes bij de beeltenis van Maria. Bedevaartsoorden aan haar gewijd trekken veel pelgrims.
Wie ooit in Lourdes was, kan dat bevestigen. Dat geldt ook voor plekken als Banneux, Kevelaer en O.L.Vrouw Sterre der Zee e.a.. Veel mensen, kerkelijk of niet, vinden in haar een bron van hoop, bemoediging en troost. Dat komt niet omdat Maria in een of ander opzicht buitengewoon was. Uit de sobere verhalen in de Bijbel blijkt dat ze heel gewoon was: een eenvoudig meisje uit Nazareth, dat geluk en tegenslag heeft gekend zoals veel vrouwen en moeders. Ze blijkt een moeder die haar Zoon niet altijd begrijpt. Naast herkenning vinden velen in haar een voorbeeld van geloof en godsvertrouwen. Ze raakt niet in paniek door de vraag van de engel. Moedig gaat ze haar weg, ook al brengt die haar aan de voet van het kruis waaraan haar Zoon hangt. Haar leven laat ons zien waartoe God in staat is, als een mens zich openstelt voor zijn Woord. Als wij oprecht tot God durven zeggen: ‘Laat met mij gebeuren wat U met mij voor hebt’ zoals Maria, dan kunnen er grote dingen gebeuren. Om dat mogelijk te maken moeten we niet voortdurend zelf de koers van ons leven willen bepalen en zelf alle touwtjes in handen willen houden, maar ons aan Gods leiding durven toevertrouwen. Maria’ s opneming in de hemel zegt ons dat elk mens toekomst heeft bij God, als hij zich laat leiden door Gods Geest. Daarom is dit feest een uitnodiging en uitdaging voor u en mij. Na Jezus die de weg heeft gebaand en Maria die ons voorgaat op die weg worden wij opgeroepen medereizigers te worden. Maria laat ons zien dat het kan; dat wie op God durft vertrouwen en eenvoudig en dienstbaar leeft, groot is in de ogen van God en niet verloren loopt. Op deze manier is Maria onze gids die ons naar haar Zoon Jezus brengt. Ons in eenvoud van hart openstellen voor Jezus’ Woord en voor de signalen die God ons geeft helpt ons te verstaan waar het voor God op aankomt en welke plannen Hij met ons heeft. De tekst van Maria’ s lofzang, het Magnificat, kan voor ons als een betrouwbare richtingwijzer fungeren. Als wij Maria niet zouden zien als een levende persoon, dan zouden we haar niet kunnen vereren en aanroepen als onze voorspreekster bij God. In haar hebben wij een menselijke Moeder, die ons kracht geeft om bij alle moeilijke momenten in ons leven en bij de vreugdevolle, te blijven vertrouwen. Maakt het geloof in een verder na de dood ook niet dat wij meer ontspannen in het leven nu kunnen staan? Wie er op vertrouwt dat hij zelf niet alles hier en nu hoeft te klaren en op te lossen, ontvangt makkelijker de ondersteuning om vruchtbaar in dit leven te staan. Maria zingt: ‘Van vreugde juicht mijn geest om God, mijn Redder’. M.a.w. het gaat haar niet om haar eigen persoontje, het gaat Maria om wat God met haar wil doen. Als wij ons daar voor open stellen, zullen ook wij eens voltooid worden. Bernardus van Clairveaux schrijft: ‘Als je levensboot door storm en ontij heen en weer wordt geslingerd, wend dan je ogen niet af van de ster die Maria is. In gevaar, benauwdheid en twijfel: zie op naar Maria en roep haar aan. Wie haar volgt , verdwaalt niet. Wie tot haar bidt, zal niet verdrinken in wanhoop. Als zij je bij de hand neemt, zal de angst je niet verlammen. Als haar liefde je begeleidt, zul je veilig de haven bereíken.’
Laten wij samen bidden om haar voorspraak: WEES GEGROET MARIA….