Lezingen: Jesaja 25, 6-10a; Filippenzen 4, 12-14.19-20; Matteüs 22, 1-10.
De gebeurtenissen in Israël en de Gazastrook laten niemand onberoerd. We spraken jarenlang over ‘het Heilig Land’ waar Jezus had geleefd en waarheen talloze christenen op bedevaart gingen. In 1948 kreeg Israël in dat land het recht op een eigen staat samen met een Palestijnse staat. De geschiedenis daarna is er een van permanente spanning geweest tussen twee verschillende volken met verschillende godsdiensten. Deze spanning is vorige week zaterdag (Joodse sabbat) tot uitbarsting gekomen. Wat een ‘heilig land’ zou moeten zijn, waar God en medemens gezocht en gevonden worden is de ‘heiligheid’ momenteel ver zoek. Toch zou het perspectief moeten zijn, zoals in Bijbelteksten als die van de 1e lezing van vandaag uit de profeet Jesaja, dat alle volken naar Jeruzalem zouden trekken om in vreugde God en elkaar op de berg Sion te vinden. Als teken van Verbond(enheid) zouden ze samen maaltijd houden, door God voorzien. Maar in plaats van Gods vrijheid, verbondenheid vrede, vreugde, verzoening en vergeving heersen er geweld, angst, paniek, onzekerheid, ellende en verdriet.
Zaterdagavond al in Nijswiller en vandaag, zondag, n na de vieringen in Eys en Wahlwiller houden we in alle drie de dorpen van de kleine federatie Morgenster een gebedswake om stil te staan bij de daden van geweld niet alleen in Israël/Palestina maar ook in Oekraïne en diverse andere plaatsen van oorlog, geweld, armoede en achterstelling. We stellen het Allerheiligste uit om aan te geven dat God een wereld van vrede en verzoening voor ogen heeft en dat Jezus Christus daar zijn leven voor heeft gegeven. We hopen dat veel mensen aan deze gebedswake zullen meedoen.
Denken we nog even na over de Evangelietekst van vandaag. Zoals we de laatste weekenden al hebben kunnen ervaren legt Jezus graag uit wat Hij bedoelt in de vorm van een verhaal. Zo, bijvoorbeeld:
-dat we altijd elkaar moeten vergeven; dat het erop aankomt ‘ja’ te zeggen op de uitnodiging om mee te doen aan het werken voor het Rijk van God; dat het gaat om waarachtige godsdienstigheid en niet om schijn.
Zo ook vandaag. Opnieuw richt Hij zich tot hogepriesters en ‘oudsten van het volk’, die met de schriftgeleerden, deel uitmaakten van de Hoge Raad. Zij zijn het die de leiding geven aan het volk, dat gezien wordt als uitverkoren volk. Als eerste raakt het bekend met de Goede Tijding, het Evangelie van Jezus. Maar Jezus waarschuwt hen. Ze zijn wel de eerst genodigden om aan het bruiloftsmaal aan te zitten, maar als zij om allerlei redenen geen gevolg geven aan de uitnodiging is iedereen welkom, die aan de uitnodiging gevolg wil geven. De uitnodigende Koning is God, de Zoon voor wie de maaltijd wordt aangericht is Jezus; de eerst genodigden zijn het volk en zijn overheid. Zij zijn het ook die geen gevolg geven aan de uitnodiging en zelfs in het verleden de profeten hebben mishandeld en gedood. Als straf zal de koning hun stad laten verwoesten. Het doet denken aan het jaar 70 na Christus toen de Romeinen Jeruzalem en zijn tempel verwoestten. De evangelieschrijver Matteüs heeft die tijd meegemaakt. Degenen, die wel komen zijn de mensen van de straat, de heidenen, om zo te zeggen, die wél op de uitnodiging ingaan. Het verhaal is eigenlijk een doorbraak. Om het Evangelie van Jezus te beleven en ervan te getuigen zijn alle mensen uitgenodigd. Degenen, die in waarachtige godsdienstigheid daar gevolg aan geven horen thuis in het Rijk van God. Waar ook wij het Evangelie lezen worden we uitgenodigd om mee te doen aan het tot stand komen van het Rijk van God; een rijk op basis van barmhartigheid, mededogen, gerechtigheid en liefde, waarin voor alle mensen kans van leven is. Het is het tegendeel van wat we momenteel op onze wereld zien gebeuren. Wij kunnen door ons leven als in Jezus de Christus gelovige mensen eraan meewerken, dat het anders wordt.
Emeritus pastoor Reijnen.