Wie is die vrouw voor wie zoveel kaarsjes worden gebrand en van wie zoveel beelden zijn gemaakt? De vrouw aan wie talloze kerken en kapellen zijn gewijd en tot wie ontelbare ‘Wees Gegroetjes’ worden gebeden? De acteur Herman Finkers zegt: ‘De H. Maria is heel belangrijk voor me: de liefde voor haar zit in mijn genen. In mijn huis heb ik een speciale Mariakapel laten bouwen, waar ik graag zit. Ik steek daar een kaarsje op, zit gewoon stil of zing gregoriaans. Maria betekent voor mij geborgenheid, een oergevoel. Een christendom zonder Maria vind ik niks, ook God heeft een moeder nodig’. Ik vermoed dat velen zich in deze gedachten en gevoelens herkennen. Als wij bij het Evangelie te rade gaan, horen wij dat Maria op weg gaat om haar oudere nicht te bezoeken en bij te staan. Vóór Jezus’ geboorte moet ze voor een volkstelling naar Bethlehem. Na zijn geboorte moet ze samen met Jozef en haar Kind vluchten naar Egypte. Het lijkt wel dat Maria voortdurend op weg moet omwille van haar Zoon. Als vrouw in verwachting had Maria alle reden om thuis te blijven en zich in alle rust voor te bereiden op de geboorte van haar Kind. Maar nee, ze gaat haar huis uit naar haar nicht Elisabeth om hun vreugde te delen over het nieuwe leven dat God hen schenkt. Elisabeth begroet Maria met de uitroep: ‘Gelukkig zij die gelooft’. Het is juist Maria s’ geloof in Gods liefde en zorg dat haar aanzet niet aan zichzelf te denken, maar op weg te gaan om haar nicht bij te staan. Zij die tegen de engel heeft gezegd: ‘Zie de dienares van de Heer’, stelt zich onmiddellijk ten dienste van haar oudere nicht. Blijkbaar maakt geloof nederig en dienstbaar. Vandaag vieren wij dat God haar hoog verheven heeft en opgenomen heeft in het verheerlijkt leven van haar Zoon Jezus. Door haar geloof en dienstbaarheid heeft Maria deel gekregen aan de verrijzenis van haar Zoon. Wij mogen vertrouwen dat geloof en dienstbaarheid ook voor ons de weg vormt naar dat nieuwe en blijvende leven.
De vrouw van wie het boek Openbaring spreekt is door de kerkvaders herkend als verwijzing naar de Moeder van Jezus. Haar kind dat weggevoerd wordt naar God en zijn troon is ontegenzeggelijk Jezus die de draak van het kwaad heeft overwonnen. De vrouw echter vlucht naar de woestijn waar God een plaats voor haar heeft bereid. Maria is een beeld van het volk van God dat nog altijd in de woestijn van deze wereld onderweg is naar het hemelse Jerusalem. Zo trekt zij als onze Moeder met ons mee met haar geloof en haar dienstbaarheid en wij zijn haar dankbaar. // Maria die met talloze namen wordt genoemd en vereerd, wordt krachtig getypeerd door Lucas in het lied dat ze zingt: het ‘Magnificat’. Misschien moeten wij dat lied wat vaker zingen om tot ons te laten doordringen wat daarin gezegd wordt: ‘God is barmhartig. Rijken stuurt Hij weg met lege handen, maar wie zijn bedoelingen trachten te verstaan, honger hebben naar vrede en recht, hen overlaadt Hij met het beste dat Hij heeft. Wij mogen Maria volgen op de weg die zij aan Jezus heeft geleerd, de weg naar armen en eenvoudigen, naar allen die Gods woord willen horen. We mogen hen laten zien dat ze niet alleen staan, dat wij hun broers en zussen zijn, kinderen van dezelfde Vader en van Jezus’ moeder. Maria’ s lied doet ons beseffen, dat zij zich kwaad maakt als de rechten van eenvoudige mensen worden geschonden. Zij zegt dat machthebbers van hun troon zullen worden gestoten, als ze misbruik maken van hun macht en zich niet dienstbaar tonen. Allen die zich boven anderen verheven achten, zullen diep vallen. Als het om rechtvaardigheid gaat, moeten wij niet al onze hoop vestigen op mensen, maar op God. Maria’ s lied is geen loze droom, maar haar diepste overtuiging. Machthebbers laten zich soms weinig gelegen liggen aan eerlijkheid en ze hebben vaak niets met God. Die kan hen niets maken. Zij hebben het voor het zeggen en ze verdraaien het recht zoals het hun uitkomt. Hoogmoedige mensen hebben niets te bidden, want ze maken zelf de dienst uit. Wie komt er dan op voor het recht van de eenvoudige mensen? Wie hoort de klacht van moeders die geen eten hebben voor hun kinderen? Wie telt de tranen van de ongelukkigen: eenzamen, mensen die rouwen om het verlies van een geliefde, allen die niet in tel zijn en over het hoofd worden gezien? Als wij ons enkel kwaad maken over het onrecht dat we zien of dat onszelf is aangedaan, dan blijven machthebbers lachen en kijken welgestelden neer op al die zielepoten met een blik van: ‘Laat ze maar bidden tot God en geloven. Ons maakt het niets uit!’
Maria echter zingt van een andere wereld. Onder haar mantel schuilen de mensen die verlangen naar rechtvaardigheid en eerlijkheid. Die andere wereld is geen flauwe droom van hen die de realiteit niet onder ogen durven zien. Maria verbindt de hemel en de aarde met elkaar. Zij legt een verband tussen droom en werkelijkheid. Zij bevordert contact tussen God en zijn mensen. Elisabeth noemt haar ‘de gezegende onder de vrouwen’. Maria op haar beurt is verbaasd dat God haar heeft zien staan en oog heeft gehad voor haar kleinheid. We mogen zeggen: ‘Maria brengt de hemel binnen ons bereik, want zij tilt onze aarde uit het slijk van hoogmoed en eigenbelang. Zij luistert naar ons bidden en goed luisteren is een vorm van mensen recht doen. Als wij denken het alleen van de aarde te moeten hebben, zijn we aan de heidenen overgeleverd en aan praatjesmakers. Als wij menen het alleen te moeten hebben van de hemel, dan staan we niet meer met beide benen op de grond en verliezen we de naaste uit het oog. Opkomen voor menselijkheid heeft altijd zin. In verzet komen tegen onrecht dat mensen wordt aangedaan, is niet vergeefs. Maria leert ons dat! Ook al zullen hoogmoedigen daar misschien schamper om lachen, het mag ons niet van de wijs brengen. We hoeven ons niet bang te laten maken, want er zullen altijd mensen zijn die iedere goede droom plat praten en kleine struiken van hoop uit de grond willen trekken en belachelijk maken. In feite staan ze daarmee hun eigen – en andermans geluk in de weg. Telkens als wij opkomen voor gerechtigheid en ons daarvoor inzetten, raken hemel en aarde elkaar. Immers God heeft ook oog voor onze kleinheid, voor wat wij in ons kleine leven tot stand brengen. Dat is voor Hem genoeg. Het vormt een stukje hemel op aarde. Bidden wij om de voorspraak van Maria. AMEN.
(Emeritus pastor Franssen).