Lezingen: Deuteronomium 8, 2-3.14b-16a; 1 Korintiërs 10, 16-17; Johannes 6, 51-58
Juliana van Cornillon, een kloosterzuster uit de dertiende eeuw in Luik zal niet hebben kunnen vermoeden, dat haar visioenen zulke een gevolg zouden hebben. Op basis van wat zij innerlijk zag wilde zij een feestdag uit dankbaarheid voor het heilig ‘Sacrament van het Altaar’, gave van God. Daarmee zou herinnerd worden aan het Laatste Avondmaal van Jezus met zijn leerlingen. Er zou Hem eerherstel gebracht worden voor een gebrek aan eerbied; er zou aandacht besteed worden aan de juiste betekenis van de Eucharistie, een woord, dat –zoals u weet- ‘dankzegging’ betekent. Haar bedoelingen hebben er ongetwijfeld toe bijgedragen dat men zich gewoonlijke eerbiedig gedraagt in een kerkgebouw. De Luikse aartsdiaken, de latere paus (Urbanus IV) voerde dit feest in 1264 voor heel de westerse kerk in. Vanaf 1277 was de sacramentsprocessie bekend in Keulen. Ze ontstond in navolging van de processies met de relikwieën van de heiligen om hun bescherming af te smeken. Zo bad men tijdens de sacramentsprocessie: moge Jezus, die door het leven met ons meetrekt ons beschermen, ons tot zegen zijn.
Voor de betekenis van Sacramentsdag gaan we kort de teksten na van vandaag uit de H. Schrift. Ze gaan over de gemeenschap die we vormen omdat we het ene Brood met elkaar delen. Ze gaan over Brood van eeuwig leven, dat Jezus voor ons is,
Normalerwijze is de maaltijd, als we er de tijd voor nemen, de mogelijkheid om op een heel aparte manier samen te zijn. Denk aan onze maaltijden thuis of als we gezellig met vrienden dezelfde tafel delen. We hebben het gevoel bij elkaar te horen, praten met elkaar, delen onze belevenissen en ervaringen en –als het goed is- staan we verrijkt en welgedaan van tafel op. Heel de mens is gevoed en niet alleen het lichaam. Er zijn momenten dat we ons dat realiseren bv. bij een feest of tijdens de vakantie met gezin of vrienden die we lang niet gezien hebben aan tafel. Vriendschap, liefde, zorg en maaltijd hebben dan verband met elkaar. Niet altijd is dit echter het geval. Ook in Nederland zijn er armen of zijn er mensen die vroeg van huis moeten omdat ze allebei werken. Scholen zijn in onze tijd menigmaal nodig om zowel voedsel als saamhorigheidsgevoel van kinderen van ouders over te nemen.
In de lezingen uit de heilige Schrift van vandaag worden twee elementen genoemd als we samen zijn in Jezus’ Naam zoals momenteel hier: wij horen samen, want samen vormen we het ene lichaam van Christus, de ene Kerk. Het eten van het Christusbrood houdt ons samen. Hij is het brood dat ons in leven houdt voorgoed, ons met Hem en met elkaar verbindt. Heel waardevol als je de polarisering in de maatschappij van nu voor ogen houdt en de afnemende betrokkenheid van velen.
Worden we bij elkaar gehouden, omdat we hetzelfde, tot Christus gewijde brood ontvangen; in onze Sacramentsprocessie gedenken we ook, dat onze Heer en leermeester met ons meetrekt. We laten ons door Hem zegenen op onze gezamenlijke tocht door het leven.
Wat wij hier doen: het samenkomen, samen gevoed worden door Woord en Brood, het samen optrekken (in processie) heeft dus grote betekenis voor ons als gelovige mensen. Het kan ons, als we ervoor open staan, bemoedigen, troosten en sterken op de weg die wij gaan, opdat wij aankomen bij God, onze bestemming. Amen
Emeritus pastoor Reijnen.