Skip to main content
Preken

Zondag 1 mei 2022: 3e zondag van pasen (C 2022)

Lezingen: Handelingen 5, 27b-32.40b-41; Apocalyps 5, 11-14; Johannes 21, 1-19 of 1-14.

Verlies lijden doet bijna altijd pijn. Het komt wel eens voor dat verlies van bezit of van een dierbaar iemand een vermindering van kopzorgen betekent. Maar gewoonlijk hecht een mens zich aan zijn of haar bezit of aan degenen van wie hij/zij houdt e n doet verlies pijn. Men komt dan vaak voor de vraag te staan ‘hoe nu verder’? Het antwoord is menigmaal: ‘ik weet het ook niet maar ‘het moet’; d.w.z. binnen de mogelijkheden die mij overblijven en die me vaak pas langzamerhand duidelijk worden.

Zo moeten we ons de situatie voorstellen van de leerlingen na Jezus’ dood. Het was afgelopen met Hem, met zijn inzet voor ‘de vrijheid van mensen als kinderen van God’; met zijn activiteiten in woord en daad tegen kwaad en aantasting van leven; met zijn nadruk op de liefde voor God en medemens. Hij had zich gedragen als een van ons en zichzelf graag ‘Mensenzoon’ genoemd, maar laten zien dat Hij ook een Zoon van God was, die Hij zijn en onze Vader noemde. Aan deze man, die ze vaak zo weinig begrepen hadden en zelfs in de steek gelaten toen het erop aankwam, waren ze best gehecht geraakt.

Hij vertegenwoordigde een ideaal van goedheid, liefde, mededogen en vergeving. Heel wat anders dan wat dagelijks aan de orde was aan zelfzucht en eigenwaan.

Maar op die Goede Vrijdag was duidelijk geworden hoe alles vergeefs was geweest. De overheid had met zijn kruisiging aan Hem en zijn beweging een einde gemaakt. Het leven zou weer verder gaan zoals het altijd was gegaan. Er was gemis, verdriet, angst voor een wraakzuchtige overheid, gevoel op het verkeerde paard te hebben gewed. Hun toekomst lag in duigen. Of toch niet?

We hebben de afgelopen weken Paasverhalen gehoord over een verrezen Jezus en hoe daarna zijn door Hem in het leven geroepen beweging verder gaat.  Wonderlijke verhalen, die evenwel nader beschouwd, aansluiten bij God in wie wij geloven. God is immers groter dan wij en onze wereld, zijn schepselen; en tegelijk leeft Hij in ons, leven wij van zijn adem. Het 2e Scheppingsverhaal vertelt hoezeer wij van aarde zijn waaruit God ons boetseerde, maar ook hoe Hij zijn adem in ons blies. Wij leven van Gods adem. Ook vandaag vernemen we in de 1e lezing weer hoe Gods beweging in Jezus Christus niet te stoppen valt door degenen die de macht op deze aarde in handen hebben: Petrus en de andere apostelen antwoorden de hogepriesters, die niet willen dat zij in de naam van Jezus in de tempel onderricht geven: ‘Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen’. De weerstand en de verwijten van de machthebbers kan hen niets meer schelen. De Geest van Jezus heeft hen te pakken Ze zijn van aarzelende, bange, onzekere mensen veranderd in overtuigde, hoopvolle getuigen, die niet wijken voor de macht van het kwaad en voor wat ‘de mensen zeggen’

In de Evangelielezing van vandaag laat Jezus (opnieuw) zien hoe hij weliswaar anders is dan voor zijn dood – aanvankelijk door eigen leerlingen niet herkend-, maar toch levend en dezelfde. Hij blijft de doorgaande inspiratiebron tot zelfs bij de visvangst. Het grote aantal van 153 op Jezus’ aanwijzing gevangen vissen, moet –volgens de commentaren- symbolisch worden verstaan. Het slaat op de vele mensen, die christen worden, uit zoveel volkeren als in die tijd bekend waren. Jezus doorbreekt de schroom, die ten gevolge van het ongewone  bij de leerlingen optreedt. Hij neemt, zoals vroeger, brood en vis en deelt deze met zijn mensen.

De Engelse kardinaal J.H. Newman (gestorven 1890) merkt in een Paaspreek op: ‘dat geloof en liefde een reële woonplaats op aarde hebben; dat in alle eeuwen, waarin de machten van het kwaad een uitdaging vormen, martelaren en heiligen (kortom goede mensen, die staan voor het goede en voor het kwaad niet wijken) weer tevoorschijn zullen komen en uit de doden zullen opstaan’. Is dat ook niet zo in onze tijd?  Kwaad bestaat ook nu in zijn verschillende en vernietigende vormen, maar ook moed, dapperheid en staan voor liefde mededogen en gerechtigheid, ook in mensen van nu.

Emeritus pastoor A. Reijnen.