Skip to main content
Preken

Witte Donderdag 9 april 2020: Onze verbondenheid met Jezus vernieuwen……

By 9 april 2020No Comments

Omdat we dit jaar deze dag niet samen kunnen vieren in de kerk zoals wij  gewend zijn, niet lijfelijk kunnen deelnemen aan de Eucharistie, bied ik U onderstaande gedachten ter overweging:
De bevrijding uit de slavernij van Egypte over de bodem van de Rietzee hebben de Hebreeën ervaren als een Godswonder. Dat heeft zo’n diepe indruk gemaakt, dat de Joden dit gebeuren nog steeds  vieren in het Pesachfeest met de zgn. cedermaaltijd. Jezus, als een echte Jood, heeft dit Paasmaal met zijn leerlingen gehouden in Jerusalem op de laatste avond van zijn leven. Hij heeft er echter zijn geestelijk testament aan toegevoegd. Hij breekt brood en deelt dat rond en zegt: ‘Neemt en eet; dit is mijn Lichaam; dit ben Ik zelf, mijn leven gebroken en gegeven voor jullie’. Ook laat Hij een beker met wijn rondgaan en zegt: ‘Dit is de beker van een nieuw verbond, bezegeld met mijn Bloed, vergoten voor jullie en voor alle mensen. Blijf dit doen om aan Mij te denken’.  De leerlingen hebben die opdracht serieus genomen vanaf het begin en ook wij houden dit gedachtenismaal van Jezus nog steeds, als wij samenkomen om de Eucharistie te vieren.
Ook stelt Jezus nog een ander teken. Tijdens de maaltijd staat Hij van tafel op, slaat een linnen doek om zijn middel en begint zijn leerlingen de voeten te wassen. In de cultuur van die dagen was dit het werk van een slaaf. Nooit zou een meester knielen voor zijn leerlingen. De verbijsterde reactie van Petrus is dus niet vreemd, want Jezus doet het werk van een ondergeschikte en dat gaat Petrus te ver.  Als hun  meester gaat Hij het werk doen van de minste bediende.
In een overweging bij dit verhaal zegt Jean Vanier, de stichter van de Ark-gemeenschappen (waarin ‘gezonde’ mensen samen leven met mensen met een geestelijke beperking): ‘ Ik probeer me voor te stellen met welke aandacht Jezus de voeten van zijn leerlingen wast; met welke tederheid Hij in hun ogen kijkt,  hoe Hij ieder van hen met name noemt en voor elk een speciaal woordje heeft.’  Zo laat de eerbied en liefde van Jezus hen voelen hoe waardevol ze zijn, geroepen om hun naasten te beminnen zoals God ons bemint, uitgedaagd om hen te dienen. Jezus geeft toe dat Hij hun ‘ Heer en Meester’ is, maar laat hen een nieuwe manier zien van gezag uitoefenen, niet van bovenaf maar van onderop. Als je ervoor kiest op zo’n manier met elkaar om te gaan, vraagt dat  nabijheid en vriendelijkheid, openheid en nederigheid. Wij leven vaak met de waanidee dat we meer voor anderen zouden kunnen doen, als we maar meer geld, invloed en macht hadden. We moeten echter oppassen dat we niet in de val trappen van jagen naar macht. Vanier zegt: Als je op een nederige manier gezag wilt uitoefenen in een geest zoals Jezus deed, dan moet je bidden om de minnende kracht van de H. Geest. Die H. Geest word je geschonken om Jezus’ opdracht gestalte te geven: ‘Wees een broer, zus of vriend voor je medemens, vooral voor armen en zieken, eenzamen en zwakken. Zij helpen jou om je eigen armoede en zwakheid onder ogen te zien en hulp te vragen. Want juist in armen en kwetsbaren komt Jezus zelf je tegemoet’.       .
Als Jezus de voeten van Petrus wil wassen, stuit Hij op fel verzet: ‘Nooit in der eeuwigheid,’ roept Petrus uit. Geven en uitdelen gaat ons vaak beter af dan ontvangen.  Zolang wij het heft in eigen hand hebben, bepalen wíj wat er gebeurt.  Als Jezus zegt: ‘Neemt, eet en drinkt tot mijn gedachtenis’, dan vraagt Hij ons echter te ontvangen, Hem te ontvangen en Hem de vrije hand te geven in ons leven. Hij wil ons zijn geest meedelen. In de tekenen van brood en wijn vat Hij a.h.w. zijn leven samen, zijn bedoelingen en al het goede dat Hij aan mensen heeft gedaan en gegeven.  Tegelijk is deze maaltijd een teken van wat komen gaat: zijn lijden en dood die Hij met open ogen en zijn volle verstand tegemoet gaat.  Wij vragen misschien: Wat heeft Hem bezield om zijn ideeën te blijven verkondigen, terwijl Hij  wist welke risico’s daaraan verbonden waren?  Was het eigenzinnigheid of veeleer zijn intense verlangen de wil van zijn hemelse Vader te doen?  In de liturgie van Witte Donderdag zingen wij altijd: ‘ Ubi caritas et amor, Deus ibi est’, Waar liefde en vriendschap is, daar is God. En het is juist die liefde en vriendschap  die Jezus heeft bezield om tot het uiterste te gaan. Zijn leerlingen begrijpen zijn bedoelingen nu nog niet, want ze ruziën onder elkaar wie van hen de voornaamste is. Jezus zegt: ‘Ik heb jullie een voorbeeld willen geven. Als Ik, jullie Meester, me niet te goed voel om jullie te dienen, dan moeten ook jullie je niet te groot voelen elkaar van dienst te zijn.’ Wij echter delen vaak  liever de lakens uit, dan anderen van dienst te zijn. Meer dan anders zien wij in deze crisis-tijd medemensen die behoefte hebben aan contact omdat ze bang zijn en zich eenzaam voelen. Mensen die hulp nodig hebben en aan wie we dienstbaar kunnen zijn. Met respect en bewondering kijken we naar hen die werkzaam zijn in de zorg en het openbaar bestuur, met het risico zelf besmet te raken. En naar al de vrijwilligers die omzien naar hun buren en bejaarde buurtgenoten om waar nodig hulp te bieden, boodschappen te doen enz.  Bij dit alles hebben we nog niet eens gesproken over gezinnen in vluchtelingenkampen en krottenwijken, dicht opeen gepakt en met het gemis van elementaire zaken als hygiène, schoon drinkwater, zeep en voedsel dat kracht geeft. Kortom: als we de ogen open houden zien we scharen van mensen met wie wij iets kunnen delen van onze overvloed. Jezus nodigt ons daartoe uit.  Tot slot: in normale omstandigheden komen we bij sommige familieleden en vrienden regelmatig over de vloer. Het contact met hen doet ons deugd. We merken dat we met hen lief en leed kunnen delen. Als we  willen leven in Jezus’ Geest is het belangrijk regelmatig bij Hem te gast te zijn. Aan Hem  kunnen wij ons emHHh  optrekken, ons warmen aan zijn Woord en ons voeden met het levende Brood dat Hij is. De Gaven van zijn Tafel helpen ons het belang van de ander voor ogen te houden, dienstbaar te zijn en elkaars fouten te vergeven. Bij Hem vinden wij kracht mee te bouwen aan de wereld waar God van droomt. Aan zijn Tafel zijn we  meer dan welkom!
Pastor A. Franssen