PAROCHIEBLADEN JUNI 2021
Ramsey Nasr, acteur en schrijver van naam, zoon van een Palestijnse vader en een Nederlandse moeder, schreef tijdens de werkloze coronatijd een boekje: ‘De fundamenten’. De eerste druk verscheen in maart van dit jaar, de zesde druk in april van dit jaar bij De Bezige Bij in Amsterdam. De kop van een artikel in de NRC van 23 april vermeldde wat hem bezig houdt: ‘Er is een opstand van de geest, van het geweten nodig’. En de reden waarom de auteur dat vindt: ‘Alles kwam ons toe. Vrijheid, welvaart, we vonden het vanzelfsprekend. Die gedachte staat nu onder druk en dat is goed ’. Ik ga het boekje van 140 blz. lezen.
De coronapandemie heeft immers heel wat op gang gebracht. Veel van wat vanzelfsprekend leek bleek het niet te zijn. In deze coronatijd leerden we veel over ons zelf, over hoe we ons gedragen, over onze samenleving en hoe die functioneert, over de condities waaronder wij leven. Er zijn nog steeds mensen die niet willen weten van corona en de gevolgen ervan. Ze willen koste wat kost hun ‘vrijheid’ of wat ze daaronder verstaan. Men wil op velerlei terrein op de oude voet doorgaan en steekt de kop in het zand. Daarop lijkt Nasr op te wijzen.
We hebben intussen via de media voldoende kennis kunnen nemen van de vele terreinen waarop het virus zijn invloed uitoefent. Dat die invloed ook merkbaar is op ons leven in de dorpen is iedereen wel duidelijk. Het is ’s avonds stil op straat. Bijna niemand te zien, niemand op weg naar een vergadering of repetitie van harmonie, schutterij of koor, alleen misschien wat jongeren naar de training van de voetbal- of handbalclub. Een of ander met de hond een straatje om. We leiden noodzakelijk een wat ‘saai’ bestaan, omdat we elkaar niet willen besmetten. Ook onze verenigingen en parochies, die aangewezen zijn op ontmoeting en samenzijn lijden onder corona. Gelukkig lijkt er –bij ons- een kentering op handen en toenemende versoepelingen. Menigeen vraagt zich af: hoe gaat ons dorpse leven verder? Al een aantal jaren stond het toch al onder druk van de toenemende individualisering. Komen de verenigingsleden terug? Willen we nog aan de verplichtingen ervan voldoen? Heeft Ramsey Nasr dát voor ogen als hij zegt: ‘alles kwam ons toe. Vrijheid, welvaart, we vonden het vanzelfsprekend? Zouden we erdoor verwend geraakt zijn en vergeten zijn, dat zinvol samenleven, ook in een dorp inzet, moeite kost. Pinksteren, 23 mei, vierden we de komst van de Geest, die vermoeide en teleurgestelde leerlingen van Jezus de power gaf om te getuigen van de hoop, die hij hun had gebracht. Zij stonden op en kwamen a.h.w. opnieuw tot leven. Heeft Ramsey Nasr dat zoiets voor ogen als hij het heeft over ‘een opstand(ing) van de geest (Geest), van het geweten’? Ik ben benieuwd. Wat er ook van zij, hopelijk blijven zorgt de Geest in onze parochies gemeenschappen voor leven met moed en in saamhorigheid. A. Reijnen, pastoor
EEN ONGEMAKKELIJK BESEF.
We hebben ons met pijn en moeite moeten verzoenen met maatregelen, die onze vrijheid inperkten. Er stonden sancties, boetes op het niet naleven van de maatregelen. Maar dan nog: niet altijd trok men er zich wat van aan. Dat we niet alles in de hand hebben is ons het laatste jaar wel duidelijk geworden. Leren we er iets van omtrent het leven, hoe het in elkaar zit, wat ons kan overkomen, ondanks het gemak, het comfort die onze welvaart met zich meebrengt? Mensen die het lijden aan het coronavirus hebben doorstaan vertellen van hun besef van de eindigheid van ons bestaan. We worden overigens wel vaker daarmee geconfronteerd. Bijvoorbeeld bij het overlijden van een dierbare in onze verbanden van familie en vrienden. In breder en nationaal verband bij gelegenheid van, bijvoorbeeld, de dodenherdenking op 4 mei. Bij alle beperking t.g.v. corona bracht brachten de media ons weer in herinnering hoeveel slachtoffers er zijn gevallen voordat we toe waren aan vrede en vrijheid, poort naar onze welvaart voor velen. Terwijl ze ook maar één leven hadden, zijn er miljoenen, vaak op jonge leeftijd, moeten sterven in vaak barbaarse omstandigheden. Wat steekt er toch allemaal in de mens, zowel aan mogelijkheid tot goedheid en liefde maar ook aan boosheid en haat! Dat we daar liever niet bij stilstaan is te begrijpen. Het is immers een ‘ongemakkelijk besef’. Het liefste kijken we naar de meer plezierige dingen van het leven.
Op de keper beschouwd weten we ook als christenen van die dubbelheid in het leven. We weten aan de hand van de geschiedenis van Jezus, oos Herrgötje’, van de moeite die de trouw aan zijn levensopdracht Hem heeft gekost (Goede Week) maar ook van uiteindelijke vervulling (Pasen). Christengelovige mensen zijn erfgenamen van zijn uiteindelijk Goede Tijding, bij alle ongemakkelijk besef van hoe het leven in elkaar steekt. Het maakt dat wij, christenen positief en dienstbaar in het leven staan en hoopvolle mensen blijven. AR