Zaterdagavond 18-11-2023: 19.00 uur Eys
Lezingen: Spreuken 31, 10-13.19-20.30-31; 1 Tessalonicenzen 5, 1-6; Matteüs 25, 14-30.
Niemand van ons zal het zijn ontgaan, dat we a.s. woensdag de mogelijkheid hebben om te stemmen voor een nieuwe 2e Kamer. 25 Partijen hebben de afgelopen weken geworven om onze stemmen. Alle partijleiders hebben ons voorgehouden dat hun voorstellen de beste zijn voor het welzijn van ons volk. Wat opvalt is dat er veel zogenoemde ‘zwevende kiezers’ zijn, die tot in het stemhokje niet weten op welke partij ze zullen stemmen. Ze aarzelen wellicht omdat ze bij meerdere partijen wel goede voorstellen zien. Ook gaat een flink percentage van mogelijke stemmers helemaal niet stemmen, onder wie een veel scholieren van m.n. het voorbereidend en middelbaar beroepsonderwijs. De reden? Een gebrek aan vertrouwen in de politiek, al een aantal jaren een bekend verschijnsel. Gebrek aan vertrouwen …overigens een verschijnsel dat breder gaat dan alleen de politiek. Waar gaat het dan om?: Gebrek aan (zelf)vertrouwen in de mogelijkheden van het hedendaagse leven met al de eisen, die het stelt, de stress die het oplevert en of men daar wel tegen bestand is. Wat in onze wereld en eigen omgeving gebeurt vraagt veel van mensen. We moeten omgaan met diverse crises, een antwoord vinden dat onze welvaart, vrijheid en daarbij passende manier van leven niet of niet al te zeer aantast. Slaagt de politiek en de toekomstige regering erin ons daarbij te leiden? Slagen wij erin om onze verantwoordelijkheid op te nemen of slaat de verlamming en apathie toe om de schouders te zetten onder de opgaven waarvoor ons concrete leven ons stelt? Herstel van het vertrouwen’ maakt momenteel onderdeel uit van het publieke debat. Vertrouwen is breder dan vertrouwen in de politiek; (zelf)vertrouwen is van levensbelang wil je je thuis kunnen voelen in het leven en de opgaven die het ons stelt, inclusief het omgaan met onze beperkingen en onze eindigheid.
De lezingen uit de h. Schrift van vandaag geven ons aanwijzingen. Twee mensen uit het Evangelieverhaal van Matteüs voorzien van mogelijkheden overeenkomstig hun eigen maat, hebben vertrouwen in het leven, gaan aan de slag, doen wat met hun talenten en zetten ze in; de derde is bang, overbezorgd, bang dat wat aan hem komt, heeft geen vertrouwen. Hij doet niets met het talent, dat hem is toevertrouwd en stopt het in de grond. Hij sluit zich op in zichzelf. Met hem loopt het verkeerd af. We kennen de oorzaken niet van zijn gebrek aan (zelf)vertrouwen.
Daartegenover staat de ‘sterke vrouw’ uit de eerste lezing uit het Boek van de Spreuken. Het boek bevat een verzameling spreuken van binnen en buiten het joodse volk en heeft zijn afsluiting gekregen in de 2e eeuw vóór Christus. Het is opmerkelijk hoe de aandacht gevestigd wordt op een vrouw in de dominante mannencultuur van die tijd. Ze wordt een sterke vrouw genoemd, omdat ze de in die tijd bij een vrouw passende opgave op een voortreffelijke manier vervult: de niet aflatende en organisatorisch knappe zorg voor haar gezin, haar man, kinderen en personeel; maar ook de betrekkelijk van waar mensen aan kunnen vastzitten en de overkoepelende waarde van haar band met God, grondslag van haar vertrouwen in het leven. Ze is niet bang, stopt de haar toevertrouwde talenten niet in de grond, maar werkt ermee ten dienste van die haar omringen.
Wat kan dat voor ons betekenen? Over een paar dagen zijn bij ons verkiezingen voor een nieuwe volksvertegenwoordiging, basis voor een nieuwe regering. Maar volksvertegenwoordiging en regering hebben ook volk en dat zijn wij. Aan ieder van ons zijn talenten toevertrouwd, aan ieder naar eigen maat. De ons door God toevertrouwde talenten kunnen ingezet worden ten goede, zoals in het Evangelieverhaal; ten kwade, zoals we momenteel op veel plaatsen in de wereld van oorlog, geweld en armoede gewaar worden; of we kunnen ze angstig en zonder zelfvertrouwen in het leven in de grond stoppen. Vraag is dus aan ieder van ons de schouders onder ons leven te zetten, zoals de sterke vrouw heeft gedaan en daarbij vast te houden aan onze band met God, gever van leven.
Emeritus pastoor Reijnen.
*********************************************
Zondag 19-11-2023: 09.45 uur St Ceciliafeest.
Beste mensen,
Toen ik jaren geleden op de middelbare school zat, was de parabel van de talenten bijna een vaste waarde bij het begin van elk schooljaar. Ik heb de indruk dat de parabel nu wat minder populair geworden is. Want naar het schijnt heeft dat te maken met het einde van de parabel dat voor veel mensen, die vieringen voorbereiden, te hard is. Nochtans is dat einde niet veranderd. Misschien moeten we de parabel ook niet over analyseren. In deze parabel zit dus geen goedkeuring van slavernij. Deze parabel geeft ook geen volledig Godsbeeld van waaruit Jezus zijn relatie met God beleefde. Wat bedoelt Jezus dan aan ons uit te leggen?
Met de parabel wil Jezus ons iets vertellen over het Rijk Gods. Het Rijk Gods is de wereld waarin mensen op een volwaardige manier met elkaar omgaan, er voor elkaar ‘zijn’. Het woord ‘talent’ verwijst in Jezus’ tijd naar maten en gewichten. Het is ook de grootste geldeenheid die men toen kende. De drie dienaars zijn dus een soort penningmeesters die het geld van hun baas beheren tijdens zijn afwezigheid. In de parabel verwijst het woord ‘talent’ naar ‘het kapitaal’ dat God jou heeft toevertrouwd, en dat is: ‘Je eigen leven’! Je eigen heelheid, met al je mogelijkheden en capaciteiten die je in je hebt.
Deze parabel vertelt dus dat aan ieder van ons iets is toevertrouwd, ieder naar zijn bekwaamheid. Dat kan van alles zijn: Verantwoordelijkheden op het werk, in de kerk, in gezin en gemeenschap; kundigheden op allerlei gebied…. De Heer vraagt ons dat we tijdens zijn afwezigheid aan het werk gaan met datgene wat ons is toevertrouwd. Hij vraagt dat niet alleen aan kansrijke maar ook aan mensen die naamloos, kwetsbaar en weerloos door het leven gaan.
Daaruit blijkt dat Hij een groot geloof heeft in mensen. Bij zijn terugkeer wordt je door Hem niet beoordeeld op je knappe uiterlijk of vlotte populaire manieren. Hij kijkt naar wat je inzet is geweest. En dan kan blijken dat iemand die onder minder gunstige omstandigheden is geboren en opgevoed, meer gewoekerd heeft met zijn talenten dan iemand die van het begin af aan alles met zich mee had. Dat deze eenvoudige, sobere persoon, een grotere liefdevolle dienstbaarheid voor zijn medemensen heeft getoond dan iemand die in weelderige omstandigheden is geboren en opgevoed.
Bij een bepaalde interpretatie kan het verhaal van Mattheus ook wel angst aanjagen. De dienaar die maar één talent had wordt buitengesloten. Hij noemt zijn heer een hard mens, die oogst alwaar hij niet gezaaid heeft en binnenhaalt waar hij niet heeft uitgestrooid. Die laatste twee dingen beaamt de heer, maar niet dat hij een hard mens is. Want wat hij aan ieder mens vraagt is, dat je werkt met wat je gegeven is en woekert, benut wat je hebt. Dus alles behalve een houding van “Stil maar wacht maar…” en al helemaal niet van angstig wachten op het oordeel, terwijl jezelf nergens iets voor over hebt gehad.
In de eerste Lezing uit het boek der spreuken, prijst Hij ons de houding van de sterke vrouw aan. Ze wordt niet opgevoerd als schoonheidsmodel of geprezen om alles wat ze kan, maar om haar bezielde inzet. Ik zie die sterke vrouw in tal van mensen die, door alles heen, met al hun mogelijkheden aan de slag gáán, waarmee ze aan een wereld werken waarin mensen waardig mogen leven.
Beste medegelovigen, De lezingen van vandaag zijn daarom zo bemoedigend, omdat ze ons vertrouwen geven in onze eigen mogelijkheden. Ze roepen alle angstige mensen op uit hun schuilhoek te komen en te geloven in hun eigen talenten. Kom op mens, je valt niet samen met je lot, je pech, je verdriet, je fout, die ongunstige test. Er is meer, Je kunt boven je situatie uitgroeien. Kijk naar jezelf zoals God naar je kijkt: dit ben jij, en met dat ene talent kun je veel goed doen. Laten we onze angst overboord gooien en ons op het leven richten. Of anders gezegd: Laten we onze talenten goed gebruiken. Want: “Wie waagt, die wint”. Amen.
Kapelaan Siju.