Skip to main content
beschouwingen

Meneer pastoor brengt onder onze aandacht ………

By 24 april 2021No Comments

ONZE GELOOFSGEMEENSCHAP anders BELEVEN.

Bij de versoepeling van de coronamaatregelen blijft de vraag of we terug kunnen keren naar onze manier van doen van vóór de coronapandemie? Er wordt door menige expert aan getwijfeld, alleen al als we de klimaatdoelen willen halen. De coronatijd heeft aan het licht gebracht hoe kwetsbaar we zijn, lichamelijk maar ook wat betreft psychische spankracht; maar ook hoe kwetsbaar onze aarde gebleken is onder onze manier van leven. Over wat goed of slecht is in ons doen en laten daarover leven heel verschillende meningen en praktijken. De coronatijd heeft voorbeelden laten zien van onbaatzuchtige en niet aflatende aandacht en zorg voor de medemens; maar er zijn ook voorbeelden van het tegendeel. Corona houdt ons allen een spiegel voor waarin we kunnen zien wie we werkelijk zijn of we nu gelovig zijn of niet.  Wij, die ons houvast vinden in het Evangelie, vragen ons ook af hoe als gelovige te leven hier en nu. We zijn ons hoe langer en meer gewone mensen gaan voelen zoals alle anderen en zijn ons ook zo gaan gedragen. Voor die de wereld van een halve eeuw geleden nog ervaren hebben is de huidige heel anders. Onze welvaart is toegenomen en daarmee ook onze vrijheid van denken en doen. Een man als paus Johannes XXIII zag wel in dat de katholieke kerk aan vernieuwing toe was. Hij riep de 2e Vaticaanse kerkvergadering (1962-1965) bijeen en wilde de kerk bij de sterk veranderende  tijd brengen. Ze leerde ons o.a. uit het ‘hokjes denken’ te stappen van protestant, socialist, katholiek, humanist, enz. waarin toen algemeen werd gedacht. Ze leerde ons hoezeer wij onze aarde met alle mensen delen en er gemeenschappelijk zorg voor moeten dragen. Zij wees ons erop, dat ‘vreugde en hoop, verdriet en angsten van de mensen van vandaag, vooral van de armen en van hen die hoe dan ook te lijden hebben, evenzeer de vreugde en de hoop, het verdriet en de angst zijn van de leerlingen van Christus’. Wij christenen staan m.a.w. met een positieve instelling t.a.v. onze wereld en met een gevoel van solidariteit en liefde t.a.v. onze medemensen. Dat wil niet zeggen, dat we het kwaad in onze wereld ontkennen of niet (willen) zien. Integendeel. Jezus heeft ons een van kwaad bevrijdend Evangelie meegegeven, waarnaar we zelf proberen te leven en dat we onze medemensen willen aanreiken.  Met dat accent kunnen we onze geloofsgemeenschap nieuw beleven. AR

‘RUIMTE’ OM minstens voor even TE ZIJN de mens DIE MEN IS.

De kerkgebouwen in onze dorpen zijn veelal overdag gesloten of maar beperkt toegankelijk. Dat heeft zijn redenen. De kerken hebben hun kostbaarheden. Er is geen permanent toezicht. Zouden er camera’s hangen dan nog is er snel iets gestolen door mensen die zich onherkenbaar hebben vermomd. Parochianen zorgen goed voor hun kerkgebouwen. Ze  worden door vrijwilligers goed onderhouden . Van bezoekers moet men maar veronderstellen dat ze er oog voor hebben en zich ernaar gedragen.

Toch is het jammer, dat de kerken dicht  zijn. Een kerk is er voor de eredienst en voor gebed maar niet alleen daarvoor. De kerk kan ook ‘toevluchtsoord’, zijn;  ‘ruimte om gewoon maar stil te zijn’; ‘ruimte om te verwijlen bij de mens die men ten diepste is’; vrij van pretenties, vrij van de druk van wat men allemaal moet en van verwachtingen van anderen. Die kunnen een mens vervreemden van zichzelf. Van een kerkgebouw moet niks.  Men is er vrij om de eigen dromen te dromen, de eigen kwetsbaarheid te overwegen.   Dat kan gelden voor iedereen, gelovigen en niet-gelovigen, voor de parochiaan en voor de voorbij komende wandelaar, die nieuwsgierig is en het mooie dorpsbeeld bepalende gebouw wil bezoeken, soms een kaars wil opsteken. De voorbijganger zoekt even rust in een gebouw dat generaties vóór ons met eerbied hebben gebouwd en onderhouden. De in God gelovige mens die de kerk binnen komt en er beseft dat God verblijft onder ons en in ons, ‘zijn woning onder ons’, ‘huis van gebed’. De Vlaamse auteur Rik Torfs, emeritus hoogleraar kerkelijk recht, brengt  me bij het lezen van zijn boek ‘De kerk is fantastisch’ op bovenstaande  gedachte. Ze kan ons wellicht helpen om opnieuw ons bewust te worden van de brede betekenis van onze parochies en parochiekerken.

Pastoor: A. Reijnen.