Hij wordt gewijd in de kathedraal van Kottar in de staat Tamil Nadu, in het zuiden van India. Dat zal een groot feest worden. Ook hier wordt het ongetwijfeld feest. Hij is in de paar maanden onder ons al goed aangenomen, welwillend en sympathiek behandeld, voorzien van het nodige zodat hij hier onder ons zijn pastorale werk kan doen. Rond half mei komt hij terug. En dan. Hij is dan ‘missionaris in omgekeerde richting’. Enkele eeuwen lang immers, waren Europese missionarissen (zusters, broeders, paters, leden van sociëteiten met missionarisgelofte) naar elders gegaan. Ze gingen, soms in het kielzog van Europese veroveraars, om gevolg te geven aan de opdracht van Jezus het geloof in het Evangelie aan de mens te brengen en dat te bezegelen met de doop. Het geloof hield ook werken in: zorg voor scholing, ziekenzorg ontwikkeling van landbouw en veeteelt . De eigen cultuur van de volken kwam er niet altijd goed vanaf. Maar zeker vanaf de helft van de vorige eeuw heeft de aandacht en respect voor de eigen cultuur van landen en volken prioriteit gekregen.
Het aantal eigen roepingen voor priester- en kloosterleven bij ons is verdampt. Dat heeft te maken met de positie van geloof en kerk in onze huidige samenleving, die getypeerd wordt als ‘geseculariseerd’. Dat wil wat (te) simpel zeggen:, dat ‘de mens’., diens leven en ontwikkeling in het hier en nu in het middelpunt van de aandacht zijn komen staan . Minder tot geen belangstelling is er voor een geloof in een Werkelijkheid, die groter is dan wij zelf zijn, die bron is van ons bestaan en waartoe wij in relatie zouden staan. Voor de ervaring daarvan is er geen of weinig openheid in het leefklimaat van nu. Dat wil niet zeggen, dat die ervaring van een grotere Werkelijkheid helemaal afwezig zou zijn. Er zijn heel wat mensen die de innerlijke ruimte hebben om voor die Werkelijkheid open te staan, deze ervaren en er dankbaar voor zijn; mensen, die er de grond in vinden van hun bestaan, hun perspectief van leven; mensen, die gelovig vertrouwen dat zij in die Werkelijkheid, die christenen ‘God’ noemen geborgen zijn. Voor die ervaring hoef je niet machtig, vermogend of geleerd te zijn. Maar, die ervaring behoeft momenteel wel degelijk ondersteuning.
Kapelaan Siju komt als een missionaris onder ons. Hij komt vanuit een religieuze Indiase cultuur in onze geseculariseerde cultuur. Hij komt vanuit een andere ‘ervaringsachtergrond’ wellicht op een eigen manier en met andere ideeën. Het is te hopen dat hij onder ons de ruimte vindt en een vruchtbare voedingsbodem voor de wijsheid van het Evangelie. In zijn er zijn onder en voor ons geeft hij in elke geval gevolg aan de oproep van Jezus: ‘Gaat en onderwijst alle volkeren en leert hen de aanwijzingen, die Ik u gegeven heb’. We wensen hem daarbij Gods zegen en menselijk draagvlak.
Reijnen A, emeritus-pastoor