Dinsdag 5 april 2022
Lezingen:
Numeri 21, 4 – 9
Johannes 8, 21 – 30
In het boek Numeri lezen we in deze passage van giftige slangen die door Jahweh werden gestuurd toen het volk in opstand kwam tegen God. Toen het volk Mozes vroeg dit onheil te doen stoppen bad hij tot God die opdroeg een koperen slang te plaatsen: wie van de mensen die door een slang gebeten was hiernaar opkeek, zou genezen worden.
Afgezien van het feit dat dit verhaal verwijst naar een heersende slangencultus gaat het bovenal om de vergevingsgezinde aard van God.
Johannes verhaalt van woorden die Jezus gesproken heeft tot het volk der Joden. Hij vertelt van Zijn heengaan naar een plek waar de toehoorders niet zullen komen tenzij zij geloven dat Jezus één is met de Vader. Deze relatie met God komt ook aan de orde in deze verzen: “Wanneer gij de Mensenzoon omhoog zult hebben geheven, dan zult gij inzien dat Ik ben en dat Ik uit Mijzelf niets doe, maar dit alles zeg zoals de Vader het Mij heeft geleerd.” Johannes legt zo de nadruk op de goddelijke aard van Jezus en op het feit dat de kruisdood mensen doet inzien wie Hij werkelijk is.
Aanbevelingen:
– Lees de teksten aandachtig;
– Begrijpen wij de volkomen harmonie tussen God en Jezus?
– De Vastentijd nodigt ons uit ons hierop te bezinnen.
Arthur Prakken