Bezinning 28 maart 2023
Tekst I (Numeri, 21, 4 – 9)
Van de berg Hor trokken zij in de richting van de Rietzee, want zij wilden om Edom heentrekken. Maar onderweg werd het volk ongeduldig. Het keerde zich tegen God en tegen Mozes: ‘Hebt u ons uit Egypte gevoerd om te sterven in de woestijn? Er is geen brood, er is geen water en dat minderwaardige eten staat ons tegen.’ Toen zond Jahwe giftige slangen op het volk af. Deze beten de Israëlieten en velen van hen vonden de dood. Nu kwam het volk naar Mozes en zei: ‘Wij hebben gezondigd, want wij hebben ons tegen Jahwe en tegen u gekeerd. Bid Jahwe, dat hij die slangen van ons wegneemt.’ Toen bad Mozes voor het volk en Jahwe zei tot hem: ‘Maak zo’n giftige slang en zet die op een paal. Iedereen die gebeten is en ernaar opziet, zal in leven blijven.’ Mozes maakte een bronzen slang en zette die op een paal. Ieder die door een slang was gebeten en zijn ogen op de bronzen slang richtte, bleef in leven.
Tekst II (Joh. 8, 21 – 30)
Andermaal sprak Hij tot hen: ‘Ik ga heen en gij zult Mij zoeken, maar in uw zonden zult ge sterven. Waar ik heenga kunt gij niet komen.’ De Joden zeiden daarop: ‘Hij zal toch geen zelfmoord plegen, dat Hij zegt: Waar ik heen ga kunt gij niet komen?’ Maar Hij hernam: ‘Gij zijt van beneden, Ik ben van boven, Gij zijt van deze wereld, Ik ben niet van deze wereld. Daarom zei Ik u, dat gij in uw zonden zult sterven.’ Zij vroegen Hem: ‘Wie zijt Gij dan?’ Jezus antwoordde: ‘Waarom zou Ik daar eigenlijk nog met u over spreken? Veel zou ik over u kunnen zeggen tot uw veroordeling. Maar Hij die Mij gezonden heeft, is waarachtig, en wat Ik van Hem heb gehoord, dat zeg Ik tot de wereld.’ Zij begrepen niet dat Hij hun van de Vader sprak. Daarop zei Jezus: ‘Wanneer gij de mensenzoon omhoog zult hebben geheven, dan zult gij inzien dat Ik ben en dat Ik uit Mijzelf niets doe, maar dit alles zeg zoals de Vader het Mij heeft geleerd. En Hij die Mij gezonden heeft, is met Mij; Hij heeft Mij niet alleen gelaten, omdat Ik altijd doe wat Hem behaagt.’ Toen Hij aldus sprak, gingen er velen in Hem geloven.
De eerste tekst is op het eerste gezicht wat merkwaardig: we gaan toch geen slangen of afbeeldingen hiervan vereren? Nee, het tekstfragment leert ons dat de mensen moeten erkennen dat wie zijn zonden erkent, in leven blijft. Dat de slang ook een verwijzing is naar het verhaal van de verleiding van Eva in de hof van Eden is duidelijk. Onderkenning van zonden is een belangrijk aspect. Het beeld van een slang op een paal roept ons daartoe op. In het tweede fragment komt het woord ‘zonden’ terug, maar nu in een geheel andere context. In het eerste fragment gaat het om het erkennen van de zonden, maar in het Johannesevangelie handelt het om de verlossing van de zonden. Via Jezus, Gods Zoon, wordt ons vergeving van de zonden aangeboden. Jezus plaatst zich nadrukkelijk in Gods lijn: via Hem handelt Hij en Zijn Vader is Zijn ankerpunt. (AP)
* zoek een moment waarin u stil kunt zijn, in uzelf te keren en niet afgeleid te worden.
* neem een ontspannen houding aan. Een bewust rustige ademhaling kan hierbij helpen.
* lees de tekst die u wordt aangereikt, laat de tekst tot u doordringen en vraag u af wat er volgens u in de tekst staat.
* lees de tekst opnieuw en vraag u af of u nog een aanvulling vindt op wat u aanvankelijk (al) gelezen had.
* vraag u af wat de betekenis van wat u overwogen hebt concreet kan betekenen voor uw eigen leven.
*Blijf een minuut of vijf stil, of zo gewenst langer.
*Formuleer met uw eigen woorden een gebed ter afsluiting en geef daarin weer wat in u opgekomen is in uw tijd van bezinning en …… ga verder met uw bezigheden.
Arthur Prakken