Beste mensen, een maand geleden gebeurde het op de markt in Gulpen. Toen ik even op mijn beurt stond te wachten bij de groenteman, hoorde ik opeens een kinderstem roepen: hoi, kapelaan! Ik draaide me om en keek in de stralende ogen van een jongetje dat vorige jaar zijn eerste communie in onze kerk had gedaan. Voordat ik iets kon zeggen, steekt hij zijn hand op om te boksen. Gebruikelijk wat ik doe met alle kinderen.! Misschien had hij me niet helemaal goed herkend van achteren, maar toen hij me riep en ik reageerde, toen wist hij het zeker.
Wat een slim kereltje: gewoon roepen en maar zien wat de reactie zal zijn. Er was blijkbaar ergens een aantrekkingskracht.
Het is eigenlijk het meest wezenlijke van een christelijke roeping: ‘Dat er Iemand is die je bij je naam roept. Iemand die je kent, die van je houdt en die je aandacht vraagt’. Dat lezen we ook in het vers voor het evangelie van vandaag waar Jezus van zichzelf zegt: “Ik ben de goede herder. Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij”. Hij heeft oog en oor voor zijn schapen en kent ze bij name. Hij houdt van hen en wil zijn leven voor hen geven. Dat is de goede herder. Heel anders is de huurling, die alleen maar uit is op eigen voordeel.
Jezus is de goede Herder. Hem kun je vertrouwen. Hij is degene die je leven richting en perspectief geeft. Hij roept ons allemaal bij onze naam, heel persoonlijk: “Om bij Hem te horen en met Hem te leven en Zijn Liefhebbende Wijsheid door te geven”.
Eerlijk gezegd is het vandaag de dag niet gemakkelijk die roepstem te horen. Het vraagt van ons openheid en luisterbereidheid om zijn stem of vraag in ons innerlijk toe te laten. Want de stem van God is niet de enige stem die onze aandacht vraagt. Er zijn in ons hart ook nog andere stemmen die minstens even hard roepen of aan ons trekken: De stem van het grote geld en van het aanzien, de stem van het uiterlijke geluk en plezier. Toch blijft Hij roepen, hoe hard het lawaai er omheen ook is. Hij blijft roepen, ook al reageren we niet direct. Hij roept ons persoonlijk bij onze naam. Hij vraagt onze aandacht.
Vorige jaar, op 24 april, ben ik samen met mij 12 medebroeders priester gewijd. Ik ben nu precies een jaar priester. Ik kan me nog herinneren hoe de gedachte aan het priesterschap voor het eerst in mij opkwam. Het was de pastoor van onze parochie die een groot voorbeeld was. In hem zag ik iemand die ik ook wilde zijn. Ik heb me niet gemeld met de mededeling dat ik gewijd wilde worden. Nee, ik werd geroepen, bij mijn naam. Dat voelde heel bijzonder.
Ik werd geroepen om een stap naar voren te doen. Om uit de mensen te komen en apart te gaan staan. Ja, hier ben ik. Dat was het antwoord. Met hart en ziel. Zoals ook de profeten uit het Oude Testament het hebben uitgesproken: Jesaja en Jeremia en Samuel. Hier ben ik. Hier ben ik om uw wil te doen.
Je zou je natuurlijk kunnen laten ontmoedigen door de tijd waarin we leven. De Kerk en ook het priesterschap bevinden zich in zwaar weer. We hebben een collectieve verontwaardiging en woede ervaren in de media en bij mensen. Mensen schrijven zich uit of laten het afweten. Mensen denken dat, nee, het is geen tijd waarin het gemakkelijk is te kiezen voor het priesterschap. Men weet niet meer waar het om gaat.
Toch zou ik tot alle jonge mensen willen zeggen: Laat je niet ontmoedigen. Laat je niet gek maken door deze wereld en haar ideeën. Luister naar je hart. Luister naar de stem van God en probeer te verstaan wat Hij van je vraagt.
Jezus zegt het ons zelf: De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom de Heer van de oogst voor arbeiders om te oogsten. Laten we daarom vandaag met klem bidden om roepingen tot het priesterschap. Dat er ook in onze tijd jonge mannen mogen zijn die Gods roepstem verstaan en die durven zeggen: Hier ben ik, Heer. Hier ben ik om uw wil te doen! Amen.
Kapelaan Siju.