Lezingen: Handelingen 1, 1-11; Hebreeën 9, 24-28;10, 19-23; Lucas 24, 46-53
Je zou de Hemelvaart van Jezus kunnen zien als een ‘tot zijn bestemming komen’ na een in liefde voltooid leven. Hemelvaart als vrucht en sluitstuk van Jezus ’verheerlijking’ door zijn lijden, dood en verrijzenis op Pasen. Bij zijn Hemelvaart draagt Hij zijn zending om heilzaam in deze wereld te zijn over op ons.
Wij weten van die overdracht. Maar voor zijn leerlingen van het eerste uur was het een grote overgang. Jezus was hun leider geweest, iemand in wie ze een Messias, een Gezalfde van God hadden onderkend; een man die ‘sprak met gezag’ en ‘woorden had van eeuwig leven’. Met Pasen hadden ze zijn opstanding meegemaakt. Hij was daarna anders, maar toch dezelfde van vroeger, herkenbaar. Ze waren ontzettend blij geweest. Hij had gesproken over zijn heengaan, hen opgedragen zijn zending voort te zetten, Petrus aangewezen als leider; maar dat zorgde ook voor onzekerheid, gevoel van verlies. We weten dat naar gelang iemands betekenis groter is geweest het gevoel van gemis intenser wordt. We kunnen ons voorstellen dat de leerlingen van Jezus de hemelvaart van hun meester hebben ervaren met tegelijk een gevoel van vreugde om Hem en als een gemis. Jezus begrijpt dat. In de ontmoetingen met hen voor zijn heengaan legt Hij uit hoe zijn levensloop al verankerd lag in de verhalen van de H. Schrift; hoe lijden, dood en opstanding deel uitmaakten van zijn leven. Hoe dat hoorde bij zijn trouwzijn aan mensen en God. Maar het leven van zijn leerlingen zou verder gaan. Ze moesten ervoor zorgen dat de opvattingen van Jezus over menswaardig, God en medemens toegewijd leven, verder verteld worden: De enige weg, die heilzaam is en tot vrede leidt in het eigen innerlijk maar ook tot vrede met elkaar, is een leven in dienst van de liefde tot God en medemens. De leerlingen hadden het daar vaak moeilijk mee gehad en nog. Ook nu vóór zijn Hemelvaart denken minstens sommigen van hen de taak van Messias Jezus een ‘politieke taak’ te zijn van macht, aanzien en bevrijding van de Romeinen als bezetter: ‘Heer gaat U in deze tijd voor Israël het koninkrijk herstellen’? Jezus wijst vandaag in het Evangelie van Lucas op de H. Schrift die oproept tot bekering en vergeving.
Dus geeft hij aan zijn leerlingen de opdracht zijn Goede Tijding (Evangelie) door te geven aan alle volken. Hij geeft hen daartoe zijn zegen. Daarna moeten de leerlingen zelfstandig op weg, maar niet zonder dat ze met de kracht van Gods en Jezus’ Geest zijn toegerust. De leerlingen geloven erin, aanbidden hun Heer en keren met blijdschap naar Jeruzalem terug. Maar ook met een zekere angst. Als ze bij elkaar zijn houden ze de deuren gesloten uit vrees voor Oudsten, Hogepriesters en Schriftgeleerden. Toen kwam Gods Geest met Pinksteren over hen en pakten ze moedig het leven weer op. Ze vormden een gemeenschap die samen bad, eer bracht aan God en zich voorbereidde om het Evangelie door te geven. Naar de hemel blijven staren was er niet bij. Ze moeten aan het werk t.b.v. de doorbraak van het Rijk van God, totdat de Heer terugkeert voor de voltooiing ervan.
We zijn intussen bijna tweeduizend jaar verder. De Goede Tijding van Jezus wordt nog altijd doorgegeven, maar de omstandigheden waarin dat gebeurt verschillen nogal. Het maakt wat uit of je in een rijk land leeft of in een arm land; of men leeft in vrede of in oorlog. Voor ons zijn er weer andere omstandigheden ontstaan sinds de corona, sinds de oorlog in Oekraïne en de gevolgen ervan voor de voedselvoorziening; andere omstandigheden door het vluchtelingenprobleem en de armoede. Onze vanzelfsprekende vrede en welvaart en ons zomaar kunnen doen en laten wat we willen staan onder druk. We zijn kwetsbaar. Niet iedereen wil dat zien en velen pakken het liefst ‘het oude normaal’ van vóór de coronatijd weer op. We creëerden een eigen soort hemel waarnaar men graag blijft staren. In de omstandigheden van nu klinkt de opdracht van Jezus weer op een eigen manier. De vraag: hoe kunnen we nu, gelovig als we zijn, een leven leiden in liefde voor medemens en God, opdat ook wij tot voltooiing komen?