Lezingen: Handelingen 2, 14. 22-28; 1 Petrus 1, 17-21; Lucas 24, 13-35.
OVERWEGING
In de rechter zijkapel van de kerk van Eys heeft Jo Havenith, kunstenaar woonachtig in Elkenrade, het verhaal van de Emmaüsgangers afgebeeld in glasvensters. Het is een verhaal uit het Evangelie van Lucas dat dit weekeinde tijdens de H. Mis wordt gelezen. Het gaat over twee mannen, die angstig na wat er gebeurd is, Jeruzalem ontvluchten. De kunstenaar geeft aan dat de twee bang en verward. Ze houden elkaar vast. Als volgelingen van Jezus zijn ze bang voor de overheid, die hun meester als een misdadiger aan het kruis heeft genageld. Ze zijn verward door de mededeling van de vrouwen, dat ze het graf van Jezus leeg hebben aangetroffen en dat Hij verrezen zou zijn. De twee zullen wel bekend zijn geweest met allerlei verhalen die in die tijd de ronde deden over ‘na de dood’, een schimmenrijk voor mensen na hun overlijden. Zo leefde in die tijd een gedachte, dat de dood niet helemaal het einde van een mens was, maar dat er een schim overbleef. Evengoed was het verhaal van de vrouwen een ongelooflijk verhaal.
Terneergeslagen en verdrietig vervolgden ze hun weg. Hun door Jezus geschetste perspectief op een vrij, liefdevol en op mens- en God betrokken leven had geen toekomst. Kwade machten hadden gezegevierd. In die stemming trokken ze richting het dorp Emmaüs toen zich onderweg, een onbekende bij hen voegde, die hun sombere stemming opmerkte. Hij vroeg hen naar het waarom? Ze waren verbaasd dat de vreemdeling van niks leek te weten en vertelden hun verhaal. De onbekende ontpopte zich gaandeweg als een kenner van de Joodse geschriften en begon hen uit te leggen wat daarin over de Messias (gezalfde van God) geschreven stond. Maar ook over Gods trouw en het bestand zijn van God tegen de dood. De vrienden waren verbaasd over de uitleg van de vreemdeling. Zo hadden ze nog nooit tegen de geschiedenis aangekeken. Als de man zijn uitleg juist was, gloorde er weer wat hoop. Intussen kwam het drietal in Emmaüs aan. Kleopas en zijn vriend vroegen de vreemdeling niet verder te trekken, maar bij hen te blijven. Het was hun gebaar van gastvrijheid en bescherming, een belangrijke waarde in hun cultuur.
De vreemdeling nam het aanbod aan. Aan tafel nam hij zelfs het initiatief bij het begin. Normaal begon de gastheer met een gebed om God te danken voor zijn schepping en al de mogelijkheden ervan. Maar nu dankte de vreemdeling God, en begon hij ook de maaltijd. Hij nam het brood, brak het en deelde het uit………Waar hadden de twee leerlingen dat meer gezien? Het was de manier van Jezus tijdens zijn leven, laatstelijk tijdens het Laatste Avondmaal, aan de vooravond van zijn lijden en dood. Toen ze dat zagen herkenden ze hun Meester. Hij was dezelfde van vroeger en toch anders. Hij leefde…..maar hij verdween na deze herkenning uit hun midden. Opgetogen haastten ze zich terug naar Jeruzalem, waar ze hun collega’s ook al blij aantroffen. Ook zij hadden ervaren, dat Jezus uit de dood was opgestaan en leefde. Jo Havenith geeft in de glasvensters weer hoe de twee vrienden luisteren naar de uitleg van de H. Schrift, hoe ze Jezus herkennen bij het breken van het brood en opgetogen teruggaan naar Jeruzalem. Wellicht kunnen we uit het verhaal moed putten, coronacrisis of niet.
Pasen leert ons dat voor God dood niet het einde is. Als we meekunnen in de Schriftuitleg van Jezus aan zijn leerlingen opent zich ook voor ons een perspectief op een vrij, op God en medemens gericht leven. Als wij in de lijn van Jezus brood en leven met elkaar delen, zijn ook wij herkenbaar in onze wereld. Over de betekenis van Jezus is het raadzaam de Pinstertoespraak van Petrus in Handelingen hst 2 te lezen.
AR