Skip to main content
Preken

23-1-2022: 3e zondag door het jaar C 2022

By 25 januari 2022No Comments

Lezingen: Nehemia 8, 2-4a.5-6.8-10; 1 Korintiërs 12-30; Lucas 1, 1-4; 14-21

OVERWEGING

Van de week werd de regeringsverklaring gepresenteerd en volgden daarna het debat met de 2e Kamer. Wat opvalt is –en dat werd ook in de media geconstateerd- de toon van dat debat. De woorden die gebruikt worden zijn van verre van respectvol voor de persoon van de ander en voor wat hij of zij voorstelt. Integendeel, de toon is menigmaal hard en meedogenloos. Het lijkt te liggen in het verlengde van een trend in de samenleving waarin ook verharding en dreiging wordt geconstateerd.

Er komen dagelijks heel wat woorden op ons af. Ze zijn nog toegenomen omdat de onderlinge communicatie door bv. smartphones en het gebruik van toepassingen,  afgekort tot ‘apps’, aanzienlijk is toegenomen. Het zijn niet allemaal goede en mens  ondersteunende woorden, die daarin op ons afkomen. Ook afbraak van respect, vijandigheid en dreiging komen daarin op ons af. Dat is anders in de Schriftlezingen van vandaag.

Zoals uit het Boek Nehemia vertelt luisteren de Judeeërs aandachtig naar de teruggevonden teksten, voorgelezen door priester Ezra. Het zijn goede woorden. Ze vinden hun eigenheid als volk terug in de woorden uit de H. Schrift, die hen worden aangereikt en hen verbinden met elkaar.  Ze worden zich weer bewust Gods eigen volk te zijn en ertoe geroepen te zijn zich ook als zodanig te gedragen. Dat wil zeggen in de wereld aanwezig te zijn als teken van Gods liefde voor mensen. Andersgelovigen en niet gelovigen zullen erdoor worden aangesproken en optrekken naar Jeruzalem om God en elkaar te vinden.

In de geschiedenis van God met zijn volk zit een spanning. Mensen kunnen heel erg edelmoedig zijn, kunnen er zijn voor elkaar, open, begripvol, vergevingsgezind vol van mededogen. Ze kunnen aandacht hebben voor God en zich tot Hem wenden, als Bron van leven en liefde, die hen inspireert om goed voor elkaar te zijn. Ze kunnen ook bot zijn en ontrouw aan hun opdracht  er te zijn  voor elkaar .

In het verhaal van Lucas vangt Jezus zijn openbaar leven aan. Hij licht de voorleestekst toe uit H. Schrift in de synagogen waar Hij het woord voert en zo ook in Nazareth. Hij treft de tekst uit het Boek Jesaja aan, die nu net aangeeft wat Jezus’ eigen levensroeping is. Hij voelt zich door Gods Geest gezonden om er te zijn voor mensen vooral voor mensen aan de rand: de armen, gevangenen, gehandicapten. Hij voelt zich geroepen hen een Goede tijding te brengen, hun de vrijheid te promoten, die zij hebben als kinderen van God. Wat de profeet Jesaja aankondigde is in Hem tot werkelijkheid geworden, dank zij Gods Geest die in  Hem werkzaam is. Later zal Jezus zijn taak overdragen aan zijn leerlingen.

Wij leven in onze wereld, in de omstandigheden van nu, zoals wij die ervaren en zoals de media en de praatprogramma’s met hun eigen accenten ons die voorhouden. In deze, ónze wereld leven we echter als christenen. We kunnen we ons de vraag stellen: hoe staan we wérkelijk in deze, onze wereld. Nemen we er genoegen met onze gepolariseerde en polariserende wereld in de zin van (zoals we dat zo mooi in ons dialect kunnen zeggen: ‘ut is wie het is’ en wat deed me d’r aan’. Of proberen we van binnenuit, vanuit ons innerlijk , waar dankbaarheid voor en vreugde om ons geloof leven,  betrokkenheid, aandacht voor de mens die de ander is, saamhorigheid, respect en liefde te ‘beleven’ en in onze wereld te bevorderen.

Jezus nodigt ons uit om onze roeping te vervullen en door onze manier van leven vanuit goedheid en liefde ‘zout te zijn’ dat smaak geeft aan onze wereld (Matheus hst 5, 13). Amen                                                                                            Pastoor A. Reijnen.